100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 4,5 en 6. $5.35
Add to cart

Summary

samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 4,5 en 6.

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 4, 5 en 6. het is voor havo 4 en havo 5. De samenvatting bestaat uit 15 pagina's.

Preview 2 out of 14  pages

  • January 18, 2024
  • 14
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Maatschappijwetenschappen H4, H5, H6
H4 politiek in theorie
Paragraaf 4.1
Politieke macht
Staatsvorming: de institutionalisering van politieke macht tot een staat. De overheid heeft de macht
om collectieve zaken te regelen:
 Openbare orde, veiligheid, onderwijs en volksgezondheid
De overheid kan actoren dwingen om mee te werken aan collectieve acties, de overheid heeft een
belastingmonopolie: ze kunnen burgers verplichten belasting te betalen.
Politieke macht is het vermogen om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.
 De regering en het parlement hebben dit vermogen.
Politieke besluiten kunnen alleen met formele macht genomen worden: afspraken zijn vastgelegd in
wetten en regelgeving.
De overheid heeft ook geweldmonopolie, het is de enige actor die legaal geweld mag gebruiken om
de openbare orde te handhaven.

Machtsevenwicht en overwicht
Machtsevenwicht: als actoren evenveel macht hebben.
Machtsongelijkheid: leidt soms tot oorlog en geweld
Machtsoverwicht: een bevolkingsgroep die via de overheid de wil probeert op te leggen aan
anderen.
Machtsuitoefening / machtsvacuüm: de afwezigheid van voldoende machtsuitoefening kan zorgen
voor geweld tegen de overheid of tussen burgers onderling.

Soevereiniteit
Er is sprake van een staat wanneer die interne en externe soevereiniteit bezit. Een staat heeft interne
soevereine macht omdat die:
 Als het hoogste gezag regeert over een groep mensen
 Binnen een bepaald grondgebied valt
 Gewelds- en belastingmonopolie bezigt
Externe soevereiniteit houdt in dat andere staten erkennen dat het staatsgezag het hoogste gezag
over de bevolking is op dat grondgebied.
Een vazalstaat is een land dat officieel onafhankelijk is maar feitelijk onder het gezag van een ander,
machtiger land staat.

Staatsvorming in Europa
Het proces van staatsvorming is een combinatie van economische, culturele en politieke
ontwikkelingen zoals:
 Urbanisatie (verstedelijking)
 Feodalisme en het ontstaan van privileges
 Centralisatie en eenheid
Feodalisme: de adel was verantwoordelijk voor het bestuur van een klein gebied. De adel moest
verantwoording afleggen aan de leenheer. In praktijk was de adel redelijk zelfstandig.
Privileges: de burgers gebruikten hun eigen toegenomen welvaart om privileges, zoals zelfbestuur en
eigen rechtspraak, te kopen voor feodale adel. Hierdoor werden de burgers economisch en politiek
zelfstandiger.
Centralisatie: om een einde te maken aan de macht van de adel, probeerde de koning het bestuur
steeds meer naar zich toe te trekken.
Eenheid: er werd gezorgd voor eenheid in wetten en munten maar ook voor veiligheid en
bescherming van de burgers. Bij onderlinge conflicten kon de staatsmacht optreden als hoogste

, rechtsprekende instantie. Burgers waren daardoor bereid om belasting te betallen voor veiligheid,
inspraak en rechtspraak.
Deze ontwikkelingen leidden tot het verdwijnen van feodale samenlevingen in West-Europa en het
ontstaan van politieke eenheden die we kunnen zien als premoderne staten.
Het ontstaan van de standen- en Statenvergaderingen kunnen we zien als het begin van het proces
van democratisering.

Staatsvorming in Nederland
In de middeleeuwen beschermde de soeverein haar burgers tegen vijanden in ruil voor belasting. Om
de wederzijdse afhankelijkheid te kunnen vormgeven, ontstonden politieke instituties en
instellingen. Nederland was verdeeld in gewesten en pogingen tot eenwording zorgden regelmatig
voor veel weerstand.
De Spaanse koning Karel V en Filips II kregen alle 17 gewesten onder hun hoede en voerden een
centralisatiebeleid
 Oprichten van raad van staten
Filips II: institutionalisering van eenwording door het verhogen van belastingen en het bestrijden van
protestantisme. Dit riep weerstand op en leidde tot 80-jarige oorlog. De Noordelijke Nederlanden,
verklaarden zich met het plakkaat van Verlatinghe (1581) onafhankelijk van de Spaanse vorst.
1815: Nederland wordt een constitutionele monarchie: de macht van de koning wordt beperkt door
de grondwet.
1848: grondwetswijziging: macht van de koning werd nog meer ingeperkt. Ontstaan van parlementair
stelsel, politieke partijen kregen steeds meer macht. Democratisering: institutionalisering en
rationalisering leidden uiteindelijk tot een democratische rechtstaat.

Rationalisering
Rationalisering: het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de
bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen
om zo efficiënt en effectief mogelijk resultaten te bereiken.
 Vernieuwing technologisch gebied
 Koloniën uitbreiden
 Politiek werd efficiënter

Paragraaf 4.2
Politieke socialisatie
Politieke socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de
groep(en) en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en
andere vormen van omgang.

Politieke modellen
Polder model: de overlegcultuur in Nederland tussen de overheid en verschillende actoren.
Conflictmodel Harmoniemodel
Doelen Andere overtuigen van het Samen met anderen
eigen gelijk overeenstemming bereiken
Waarden en uitgangspunten Strijd, macht, beïnvloeding Samenwerking, compromis,
gelijkwaardigheid
middelen Demonstreren, onder druk Overleg, onderhandeling,
zetten, mediaoffensief, netwerken,
burgerlijke ongehoorzaamheid samenwerkingsverbanden.
Consensus: we spreken van een consensus als deelnemende personen of partijen, groepen en
organisaties met verschillende doelen of belangen een breed gedragen overeenstemming bereikt
hebben.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 441869. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added