Samenvatting inl. Rechtswetenschappen week 1 tot en met week 4
2 views 0 purchase
Course
Rechtswetenschappen
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Dit document bevat een samenvatting van het vak inleiding rechtswetenschappen van week 1 tot en met week 4. Literatuur/hoorcollege/werkgroepen in één. Dus alles wat je moet weten voor het tentamen van week 1 tot en met week 4.
Rechtswetenschappen samenvatting week 1 tot en met week 4
Week 1: rechtsbegrip en rechtsvinding
Wat is recht?
Een eenduidig antwoord op de vraag wat is recht, bestaat niet.
Het recht is te kennen uit een concrete casus en hoe het recht uitwerking heeft op het leven
van mensen. (Contextualisme, de mens moet handelen naar de eisen van de
omstandigheden).
De taal van het recht heeft drie functies:
1. Ordening door middel van allerlei begrippen en de verhouding die deze tot elkaar hebben, op
basis waarvan de maatschappelijke werkelijkheid wordt ingedeeld.;
2. Een gemeenschappelijke taal om conflicten op te lossen en te voorkomen;
3. Discussie.
Betekenis en context: drie voorbeelden.
De rechter heeft tot taak om in een concreet geval te oordelen over wat het geldende recht is en
welke uitwerking dat heeft. Deze activiteit wordt rechtsvinding genoemd.
Casuïstische rechtsvinding: gericht op de billijkheid in concreto, als uitvloeisel van het
streven naar rechtsvaardigheid. Bij het oplossen van een juridische cases wordt gezocht naar
een rechtvaardige oplossing.
Regelgeleide rechtsvinding: gericht op de rechtseenheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid.
In dit geval wordt gekeken naar welke regel moet worden toegepast.
Open texture: is de consequentie van zowel eigenschappen van de taal als van
eigenschappen van deze wereld.
Het rechtsbegrip: het driehoeksmodel van recht
1. Het normatieve (juridische) moment: heeft betrekking op het geheel van regels en
beginselen zoals het in de wet staat. Ook wel het positieve recht genoemd; het recht dat op
een bepaalde tijd en plaats van kracht is.
2. Het ideële (filosofisch) moment: heeft betrekking op de meest wenselijke situatie. Het
bestaat uit het geheel van ideeën, opvattingen en waarden waarop het positieve recht is
gebaseerd.
3. Het actuele (sociologisch) moment: heeft betrekking op hoe het daadwerkelijk eraan toe
gaat op het actuele moment. Het bestaat uit het geheel van de maatschappelijke gebruiken
en praktijken dat tot het positieve recht heeft geleid, maar ook de maatschappelijke
gebruiken en praktijken die uit het recht zijn voortgekomen.
Objectief recht (=positief recht= geldend recht) is het geheel van rechtsnormen zoals het op een
bepaald moment op een bepaalde plaats van toepassing is (van toepassing op iedereen).
Subjectief recht geldt alleen voor een bepaald individu of voor een bepaalde groep in de
samenleving.
Voorbeeld: objectief= vrijheid van godsdienst, subjectief= het recht op het dragen van een
hoofddoek.
Hieruit kunnen we zien dat het objectief recht vaak subjectieve gevolgen heeft.
, Het formeel recht (procesrecht) correspondeert met de berechtingsregels, formeel recht is
procesrecht.
Het materieel recht bevat inhoudelijke gedragsnormen, dat wil zeggen de inhoud van rechten en
plichten van rechtssubjecten.
Dwingend recht bevat bepalingen waar partijen niet van af mogen wijken.
Regelend recht bevat bepalingen waarvan partijen af kunnen wijken door bijvoorbeeld
andersluidende afspraken te maken in een overeenkomst.
Het privaatrecht (civiel recht) is gericht op regeling van rechtsverhouding tussen burgers onderling.
Het publiek recht is gericht op de regeling tussen burger en overheid.
Vermogensrecht: is een onderdeel van het materiële privaatrecht en omvat de op geld waardeerbare
verplichtingen en rechten.
Het goederenrecht geeft de rechtsverhouding weer tussen personen en goederen.
Het verbintenisrecht regelt de rechtsverhouding tussen personen onderling.
Het vermogensrecht heeft twee belangrijke kenmerken:
- De regels van het vermogensrecht zijn niet dwingend voorgeschreven. Partijen zijn dus vrij
om afwijkende afspraken te maken;
- De vermogensrechten zijn in het algemeen overdraagbaar.
Personen- en familierechten
Het personen- en familierecht is een onderdeel va het materiële privaatrecht en omvat alles met
betrekking tot het recht op naam, afstamming, geboorte, huwelijk, echtscheiding en adoptie.
De rechten zijn niet op geld waardeerbaar;
De rechten zijn niet overdraagbaar;
De mogelijkheid om afwijkende afspraken te maken
Internationaal privaatrecht (conflictenrecht)
Het internationale privaatrecht speelt een belangrijke rol bij internationale zaken op het gebied van
familierecht.
Het is een atypisch rechtsgebied, omdat de regels niet direct bepalen wat van toepassing is
bij is bij internationale rechtsverhoudingen, maar het bepaalt welke nationale regels en welke
van de twee concurrerende rechtssystemen moeten worden toegepast.
RuneScape-arrest
Kunnen niet-stoffelijke objecten (virtuele items) als ‘goed’ (art. 310 Sr) worden opgevat?
De Hoge Raad overweegt dat de virtuele objecten wel degelijk als een ‘goed’ kunnen worden
opgevat, want deze objecten hebben voor de spelers van het spel een reële waarde, die door het
spelen wordt verkregen.
Interpretatiemethoden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melisa38. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.