100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Vragen ondernemingsfiscaliteit 1e zit 2018 $3.74
Add to cart

Exam (elaborations)

Vragen ondernemingsfiscaliteit 1e zit 2018

 1496 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Vragen voor het vak Ondernemingsfiscaliteit uit het 1e zit examen van 2018 gegeven door Jan Verhoeye aan Universiteit Gent voor de richting Handelswetenschappen.

Preview 2 out of 10  pages

  • May 24, 2018
  • 10
  • 2017/2018
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
Vragen ondernemingsfiscaliteit 1e zit
2018
1. Welk element wordt NIET in aanmerking genomen bij het berekenen van de eerste
bewerking?
A) Uitgekeerd dividend
B) Verworpen uitgaven
C) Het gestort kapitaal
D) De reservebeweging

2. Welke stelling is fout?
A) Abnormale of goedgunstige voordelen, verleend aan een buitenlandse verbonden
vennootschap, worden niet bij de eigen winst gevoegd indien deze voordelen in
aanmerking komen voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de
verkrijgende vennootschap.
B) Abnormale of goedgunstige voordelen, verleend aan buitenlandse vennootschappen
die krachtens de bepalingen van de wetgeving van het land waarin ze gevestigd zijn
niet onderworpen zijn aan een inkomstenbelasting, worden steeds bij eigen winst
gevoegd.
C) Overgedragen verliezen mogen niet worden afgetrokken van het gedeelte van het
resultaat dat voortkomt uit verkregen abnormale of goedgunstige voordelen.

3. Een vennootschap opgericht in 2000 wordt op 01.01.2016 ontbonden. Ze beschikt
op dat moment over een gestort kapitaal van 100.000 EUR, wettelijke reserves van
10.000 EUR, beschikbare reserves van 50.000 EUR, een liquidatiereserve van 100.000
EUR aangelegd uit de winst van het boekjaar 2015 (aanslagjaar 2016), en een
overgedragen verlies van 40.000 EUR. Naar aanleiding van de ontbinding keert de
vennootschap 200.000 EUR uit aan haar aandeelhouders, die allemaal natuurlijke
personen zijn. De verschuldigde roerende voorheffing op de uitkering bedraagt:
A) 20.000 EUR
B) 66.000 EUR
C) 30.000 EUR
D) 6.000 EUR

Als gestort kapitaal wordt uitgekeerd moet hier toch geen RV op betaald worden?

4. Welke kosten zijn niet ten belope van 120% aftrekbaar?
A) De kosten die gedaan zijn of gedragen ten gunste van een door Kind en Gezin
erkende collectieve voorziening voor kinderopvang, in zover deze niet meer
bedragen dan 8.020 EUR per opvangplaats.
B) De kosten die zijn gedaan of gedragen wanneer een werkgever of een groep van
werkgevers het gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden tussen de
woonplaats en de plaats van tewerkstelling heeft ingericht.


1

, C) De abonnementskosten voor de aansluiting op een vergunde alarmcentrale voor het
be – van alarmen afkomstig van systemen geïnstalleerd in onroerende goederen
teneinde misdrijven tegen personen of goederen te voorkomen of tegen te gaan.

5. De vennootschap heeft een vaste inrichting in Italië. Daar is voor het boekjaar 2014
een fiscaal verlies geleden van 100.000 EUR dat daar niet is aangewend. In 2015
maakt deze vaste inrichting een fiscale winst van 80.000 EUR, en kan zij de eerder
geleden verliezen daarop in mindering brengen.
Wat is het gevolg voor de Belgische vennootschap in aanslagjaar 2016?
A) De belastbare basis wordt verhoogd met 100.000 EUR.
B) Dit heeft geen gevolg.
C) De belastbare basis wordt verlaagd met 100.000 EUR.
D) De belastbare basis wordt verhoogd met 80.000 EUR.

6. Welke stelling met betrekking tot de aftrek voor risicokapitaal is fout?
A) Het in aanmerking te nemen risicokapitaal wordt verminderd met de fiscale
nettowaarde aan het einde van het voorgaande belastbare tijdperk van de eigen
aandelen.
B) Het in aanmerking te nemen risicokapitaal wordt verminderd met de netto
boekwaarde van de bestanddelen die als belegging worden gehouden en die door de
aard ervan niet bestemd zijn om een belastbaar periodiek inkomen voor te stellen.
C) Indien de vennootschap een vrijgestelde investeringsreserve aanlegt gedurende een
belastbaar tijdperk, mag de aftrek voor risicokapitaal niet worden toegepast voor dat
tijdperk, alsmede de drie daarop volgende tijdperken.

7. Onze niet-kleine vennootschap had op 31.12.2014 een boekhoudkundig eigen
vermogen van 1.200.000 EUR (bestaande uit 100.000 EUR gestort kapitaal en
1.100.000 EUR beschikbare reserves), en schulden ten bedrage van 800.000 EUR. Op
15.05.2015 kocht de vennootschap een deelneming van 60% in een andere
onderneming voor 300.000 EUR. Het basistarief voor de aftrek van risicokapitaal is
1,63% voor aanslagjaar 2016.
De aftrek voor risicokapitaal dit aanslagjaar bedraagt:
A) 19.650 EUR
B) 24.450 EUR
C) 16.707,50 EUR
D) 29.747,50 EUR

8. Welke voorwaarde om in aanmerking te komen voor het verminderd tarief van de
vennootschapsbelasting is fout, voor andere dan de door de Nationale Raad van de
Coöperatieven erkende coöperatieve vennootschappen?
A) De aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen mogen niet voor
ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen.
B) De vennootschap mag geen dividenduitkering doen van hoger dan 13% van het
eigen vermogen bij het begin van het belastbaar tijdperk.
C) De vennootschap moet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging
hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbaar inkomen van de

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller handelswetenschappengent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added