Een complete samenvatting van alle te leren stof voor het vak Nederlandse Geschiedenis van de Bachelor studie Geschiedenis aan de Radboud Universiteit. Samenvatting van het boek: De Lage Landen, een geschiedenis voor vandaag van Marnix Beyen, Judith Pollmann en Henk te Velde + extra artikelen.
Samenvatting Nederlandse Geschiedenis
Inleiding: De Lage Landen p. 7 – 13
Gedeelde kenmerken (binnen NL):
o Particularisme (veel ruimte onderlinge verschillen).
o “Polderen”: Overlegd/onderhandelcultuur, collectief bestuur.
Bepalende factoren politieke cultuur:
o Geopolitiek
- Tussen Franse, Duitse en Engelse machten in.
o Waterrijk landschap
- Water(stand)beheersing vergt collectieve bestuurlijke inspanning. Dijken,
polders, kanalen.
- Rivieren: Rijn, Maas, Schelde.
- Overstromingen, stormvloeden, dijkdoorbraken.
o Verstedelijking
- Vroeger en extremer dan elders in Europa.
- Relatief vroege uitsterving horigheid.
o Spanning: Bestuurlijke eenwording versus onderlinge verschillen.
- Samenwerking betekent niet solidariteit/gemeenschap.
Mostert: In de marge van de beschaving p. 29-68
Caesar in Gallië:
o 57 v.C.: Caesar in noordwesten Gallië.
o 56 v.C. Caesar trekt op tegen Morini en Menapiërs. Vluchtten bos/moeras in.
o 55 v.C. Morini onderworpen.
o 54 v.C.: Opstand Eburonen o.l.v. Ambiorix en Catuvolcus.
- Ambiorix zou met Caesar onderhandeld hebben.
- Menapiërs onderworpen.
- Grens lag ongeveer bij zuidelijke Nederlanden.
Schrijvers over de Lage Landen:
o Pytheas van Massilia beschreef kust Holland en Friesland, ca. 325 v.C. Bron voor
wereldgeschiedenis van Diodorus Siculus.
o Plinius de Oudere onderscheidde Friezen en Frisiavones.
o Tacitus schreef over Friezen.
Landindeling:
o Terpen: Kunstmatige verhogingen om op te wonen: Friesland.
, o Holland: Boerderijen op natuurlijke verhogingen.
- Handel met achterland.
Inwoners Lage Landen:
o Canenefaten, Bataven: Mogelijk geïmporteerde nieuwe elite, vooral tussen Maas en
Waal ten westen van Nijmegen.
o Frisiavones (Brabant, Zeeland), Texuandi.
o Cugerni, Baetasii, Sunuci (Limburg).
o Manapiërs, Marsaci en Sturli (kust van Zeeland).
Augustus en Gallië:
o 27 v.C.: Augustus keizer. Hernieuwde interesse Gallië.
o 17/16 v.C.: Plunderingen door Sugambri. Nederlaag Marcus Lollius, 5e legioen.
o 12 v.C.: Definitieve officiële inwijding Gallië. Plan: Heel Germanië pacificeren:
- Bataafse hulptroepen.
- Verdrag met Friezen; fort Flevum gesticht.
- Verdrag met Chauken.
- Drusus (stadhouder Gallië) en Germanicus overleden.
- Pogingen pas in 47 n.C. gestaakt.
- Verzet van Arminius.
- 9 n.C.: Varus’ nederlaag.
Later:
o Gallië sinds 12 v.C. verdeeld in drie provincies: Aquitania, Gallia Lugdunensis, Gallia
Belgica (o.a. Bataven, hoofdstad Nijmegen).
o 28 n.C.: Opstand van de Friezen. Belegerden fort Flevum.
- Slachting bij Baduhenna (Lucius Apronius).
o 41 (Gabinius) en 47 n.C. (Corbulo): Expedities tegen Chauken leider: Gannascus
(waren piraten).
- Nieuw verdrag met Friezen: werden civitas in het rijk.
Centrale plaats (praesidium) bij Voorburg.
Corbulo moest zich terugtrekken; troepen waren nodig in Brittannië.
o 58 n.C.: Friese vorsten Verritus en Malorix willen naar het zuiden migreren. Gaan
naar Rome om toestemming te vragen aan de keizer. Moesten vertrekken;
afgeslacht door Dubius Avitus.
o 69 n.C.: Vierkeizerjaar na dood Nero.
Galba Otho Vitellius Vespasianus.
Julius Civilis (officier) en Julius Paulus (broer) beschuldigd van rebellie.
o Onder Nero naar Rome gestuurd; bij aankomst was Galba keizer. Terug naar huis.
o Beschuldig van moord op Romeinse legercommandant.
, o Dienstplicht voor alle Bataven, ook kinderen en bejaarden (Vitellius). Bataafse
Opstand o.l.v. Julius Civilis.
- Deden alsof het alleen tegen Vitellius gericht was, i.p.v. alle Romeinen.
- Bondgenoten: Friezen + Cananefaten o.l.v. Brinno.
- Betuwe: Romeinse overwinning.
- Xanten: Bataafse overwinning.
- Vetera: Romeinse overwinning na Bataafse belegering. Later toch Bataafse
overwinning.
- Vespasianus op de troon; nu werd duidelijk dat Julius Civilis tegen álle Romeinen
vocht.
- Trier: Gallische/Germaanse plunderingen.
- Uiteindelijk vrede gesloten. Bataven bleven Romeinse
bondgenoten/hulptroepen.
Keizers in de 1e en 2e eeuw handhaafden de Rijn als grens Pax Romana.
Forten en steden gebouwd.
o Nijmegen, Driel, Meinerswijk, Vechten, Velsen (Flevum?).
o Namen bekend door Peutingerkaart.
- (Deels) gebaseerd op Itinerarium Antonini.
o Carvium: Fort bij Herwen/Aerdt.
o Nijmegen: legerkamp (12 v.C. – 10 v.C.) + militaire nederzetting, vesting vanaf 70
n.C.
o Forten bij Duiven, Valkenburg, Vechten, Utrecht, Leiden, etc.
Romanisering
o Handel (voorwerpen).
o Wegen + scheepsvaart.
o Verder politieke rust + bevolkingsgroei.
o Villae in Zuid-Limburg.
o Thermen (Heerlen).
o Stad Maastricht.
o Demilitarisatie, romanisering.
Religie: Vee + krijgers belangrijk; rol natuur, rivieren, mensenoffers, cultusplekken/tempels
(Elst). Stammen zijn ook cultusgemeenschappen.
Vermenging van Romeinse en inheemse godsdienst:
- Goden worden aan elkaar verbonden: Hercules en Magusanus. Intentioneel
syncretisme (vermenging religies).
Ontwikkeling inheemse schriftcultuur: Latijns schrift aanwezig.
o Munten, inscripties, juridische/administratieve documenten. Ook door inheemse
bevolking werd geschreven.
, Raymans: Romeinse frontierpolitiek en de etnogenese van de Bataven p.1-33
Bataven worden sterk verbonden met nationale identiteit.
Etniciteitsdiscussie: “Aspects of relationships between groups which consider themselves and
are regarded by others, as being culturally distinctive”. = Etnische identiteit. Uitgedrukt in
taal, rituelen, orale traditie, materiële cultuur, etc.
Etnische groepen werden lange tijd gezien als homogene, statische eenheden. --? 19 e eeuwse
visie.
Herdefiniëring:
o Identiteit gebaseerd op gemeenschappelijk verleden (oorsprongsmythen).
o Etnische categorieën krijgen vorm + betekenis in interactie met buitenstaanders.
Niet in isolatie te bestuderen.
o Niet echt homogeen; veronderstelde eenheid is ideologische constructie.
o Identiteiten zijn subjectieve categorieën, soms contradictor; individuen zijn deel van
meerdere identiteitsgroepen; identiteit in bepaalde situatie is dus “situational
construct”.
o Geen statische eenheden; grote dynamiek door de tijd heen.
o Relatie tussen etnische formaties en materiële cultuur is niet eenduidig.
Frontierperspectief:
o Politieke definitie: zonale grens van territorium van staat.
- Politiek-militaire controle + culturele interactie met grensvolken.
o Romeinse rijk had eerder zonale dan lineaire begrenzing. Frontier is brede
overgangszone.
- “Indirect rule” om volken in deze zones te controleren. Diplomatie, anders
militaire kracht.
o In Nederlandse frontier: etnische vorming + ontbinding, multicultialisering.
Romeinen gebruikten zelf vaak etnische labels: civilisatie versus barbarij.
Midden 1e eeuw v.C.: Vorming Neder Rijnse frontier door Caesar. Indirect rule, continuïteit
van tribale structuren.
84 n.C.: Geïncorporeerd in Germania Inferior, civitas-organisatie.
Bataven waren een nieuw geformeerde etnische groep:
o Multi-etnische achtergrond (deels afkomstig vanuit Chatten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller biglonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.