Vragen voor het vak Sociaal recht uit het 1e zit examen van 2018 gegeven door Sabine Vanoverbeke aan Universiteit Gent voor de richting Handelswetenschappen.
Vragen sociaal recht 1e zit 2018
1) De hoogte van het rustpensioen waarop een werknemer uit de privésector recht
heeft, hangt af van:
a. De gezinssituatie van de gepensioneerde en het begrensde brutoloon dat de
werknemer in de laatste 10 jaar van zijn loopbaan verdiende.
b. Het begrensde brutoloon dat de gepensioneerde tijdens zijn volledige loopbaan
verdiende, maar niet van zijn gezinssituatie.
c. De gezinssituatie van de gepensioneerde en het begrensde brutoloon dat de
gepensioneerde tijdens zijn volledige loopbaan verdiende.
2) Een zieke werknemer die een ongeschiktheidsuitkering van de mutualiteit ontvangt:
a. Mag in geen enkel geval nog een beroepsactiviteit uitoefenen
b. Ontvangt geen uitkering indien de ongeschiktheid te wijten is aan een fout die hij
heeft begaan
c. Verliest zijn recht op uitkeringen indien hij weigert zich te onderwerpen aan een
controleonderzoek door de geneesheer van de mutualiteit.
3) De werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid die in het werknemersstelsel
verschuldigd zijn:
a. Worden berekend op basis van het begrensd nettoloon van de werknemer.
b. Worden maandelijks door de werkgever ingehouden op het brutoloon van de
werknemer.
c. Kunnen nooit hoger zijn dan een bepaald maximumbedrag, vastgesteld bij wet.
4) In geval een werknemer het slachtoffer is geworden van een arbeidsongeval, zal hij
van de verzekeringsmaatschappij bij wie zijn werkgever een verzekeringspolis
arbeidsongevallen afsloot:
a. Een vergoeding ontvangen ter compensatie van de schade aan zijn persoonlijke
goederen, zoals kleding of eigen wagen.
b. Een vergoeding ontvangen ter compensatie voor de blijvende esthetische
schade die hij door het arbeidsongeval heeft opgelopen.
c. De terugbetaling bekomen van alle medische kosten die hij heeft ten gevolge
van het arbeidsongeval, zodat de mutualiteit deze niet moet terugbetalen.
5) Dezwangere werkneemster:
a. Heeft recht op werkloosheidsuitkeringen tijdens de duur van haar bevallingsrust.
b. Heeft recht op loon tijdens de duur van haar bevallingsrust.
c. Heeft recht op ziekte-uitkeringen tijdens de duur van haar bevallingsrust.
1
, 6) In geval een bedrijf volledig verwoest wordt door brand en de werkgever het bedrijf niet
zal heropstarten, kan de werkgever overmacht inroepen:
a. Maar hij moet die overmacht inroepen binnen 2 werkdagen nadat het bedrijf
volledig verwoest is;
b. Zodat de arbeidsovereenkomst onmiddellijk eindigt zonder dat de werkgever aan
de werknemer enige vergoeding verschuldigd is en de werknemer, indien hij aan
de toelatingsvoorwaarde voldoet, onmiddellijk werkloosheidsuitkeringen kan
bekomen.
c. Zodat de arbeidsovereenkomst onmiddellijk eindigt en de werkgever enkel een
vergoeding moet betalen voor de periode waarin de werknemer geen
werkloosheidsuitkeringen bekomt en geen ander werk heeft.
7) Werkloosheidsuitkeringen kunnen onbeperkt gecumuleerd worden met
a. Inkomsten uit huuropbrengsten van onroerende goederen die de werkloze bezit
→ is loon, loon mag niet -> geen loon want geen tegenprestatie van arbeid (maar
dit komt door eigen vermogen), werkloosheidsuitkering onafhankelijk van huidige
rijkdom, cumulatie met huuropbrengsten, intresten mogelijk
b. Inkomsten uit een toegelaten nevenactiviteit als werknemer die de werknemer
tijdig en correct heeft aangegeven bij de RVA. ik denk ook dat deze juist is. Juist
zie wet!!
c. Een opzeggingsvergoeding waarop de werkloze recht heeft ten laste van zijn
vorige werkgever.
D. geen van bovenstaande is het dit niet?
Moet dit niet A zijn? Aangezien de goedgekeurde inkomsten van nevenactiviteiten
begrensd zijn, toegelaten is al begrensd
8) Een vraag over het verschil tussen sociale bijstand en sociale zekerheid
a) Bij sociale bijstand worden huuropbrengsten in rekening gebracht, bij sociale
zekerheid niet
b) de financiering gebeurd bij sociale zekerheid niet volledig uit de opbrengsten uit WG
en WN bijdragen. (Weird vraag, want die bijdragen dekken geen van beide, zekerheden of
bijstanden volledig) → stond letterlijk in boek klopt want overheid legt bij uit taksen enz
c) voor de toekenningen moet de gerechtigde in België verblijven en voor bepaalde
sociale zekerheden niet.
d) Alle antwoorden zijn juist
9) Voordeel werknemer t.o.v zelfstandige
A) Verschil in zwangerschapsverlof tussen werknemer en zelfstandige
B) Verschil in kinderbijslag
C) Zelfstandige krijgt minder uitkering voor medische kosten (kan het niet deze zijn?)
NEE
10) Oulematou:
A) Kan niet gezien worden als arbeidsongeval, omdat ze niet ingeschreven was
(-->zwartwerk)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller handelswetenschappengent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.