1. Wat is een allochtoon?
Eldering, h2
Het begrip allochtoon is ontleend aan het Grieks en betekent: afkomstig van
een andere bodem, een ander land
Criteria om allochtonen in NL te identifceren:
- Nationaliteit
- Geboorteland
- Geboorteland van de ouders
Sinds 1999 wordt er door het CBS uitgegaan van het geboorteland van een
persoon en diens ouders
Zelfientifcatie
Naarmate de verblijfsduur van de immigrantengroepering toeneemt, voldoet de
criterium geboorteland niet meer. I.p.v. geboorteland van ouders kan het
criterium zelfientifcatie toegepast worden; een persoon kan zelf bepalen of
hij met een bepaalde etnische groep geïdentifceerd wil worden
De omvang van de allochtone populatie in een land is dus afhankelijk van de
identifcatiecriteria die men gebruikt. Naarmate een allochtone groepering langer
in een land verblijft, wordt het steeds moeilijker deze te identifceren
Sinds 1983 voert Nederland een specifek beleid voor etnische minderheden
doelgroepen van dit minderhedenbeleid zijn immigrantengroeperingen die
gemiddeld genomen een lage positie in onze samenleving innemen en afkomstig
zijn uit een samenleving met een niet-westerse cultuur (= etnische of culturele
minierheien of allochtonen)
De doelgroepen voor het minderhedenbeleid zijn:
- Immigranten uit de voormalige koloniën (met uitzondering van
‘repatrianten’ uit Indonesië)
- Buitenlandse werknemers en hun gezinnen uit de landen rond de
Middellandse Zee
- Vluchtelingen en asielgerechtigde personen
- Zigeuners en woonwagenbewoners
Alle groeperingen zijn van allochtone herkomst (behalve
woonwagenbewoners)
Migratie wordt gezien als een proces dat bepaald wordt door push- en
pullfactoren
1
, Ontwikkeling en Onderwijs vanuit Multicultureel Perspectief
Pullfactoren: stimuleren tot emigratie (tekort aan arbeidskrachten, dus
veel werk)
Pushfactoren: stimuleren tot immigratie (hoge werkloosheid)
Op collectief en individueel niveau
Voordelen van de nieuwe defnitie:
- Sluit aan bij etnische zelfcategorisering
- Blijft mogelijk om mensen van een bepaalde origine aan te duiden
- Er ontstaat geen verwarring tussen nationaliteit en herkomst
- Mensen worden niet ‘uitgesloten’
Leerkes, 2012
Een idee om de huidige Nederlandse praktijk van etnische categorisering te
hervormen. De hedendaagse defnitie van ‘allochtoon’ volgens het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS) luidt: een persoon die in Nederland woonachtig is
en van wie ten minste een ouder in het buitenland is geboren. Wie aan deze
defnitie voldoet en zelf in het buitenland is geboren, behoort tot de eerste
generatie. Wie eraan voldoet en in Nederland is geboren, behoort tot de tweede
generatie. Autochtonen zijn derhalve personen van wie beide ouders in
Nederland zijn geboren, on- geacht hun eigen geboorteland.
Juist door deze ruime en statische defnitie van het begrip allochtoon ontstaat
een risico op wat taalflosofen performatief taalgebruik noemen: een begrip dat
niet alleen iets in de wereld benoemt, maar ook iets in de wereld teweegbrengt.
In dit geval worden de nakomelingen van migranten met een niet-Nederlandse
herkomst niet alleen benoemd, ze worden als het ware ook op afstand geplaatst
en dus gestigmatiseerd.
Dan nu mijn simpele voorstel: noem ‘tweede generatie allochtonen’ voortaan
‘eerste generatie autochtonen’. Door verschillende generaties autochtonen te
onderscheiden, in plaats van verschillende generaties allochtonen, wordt het
stigmatiserende efect van de term ‘allochtoon’ weggenomen of in elk geval sterk
verminderd. Tegelijkertijd hoeven de bestaande registratiepraktijken niet
wezenlijk te veranderen, wat niet onbelangrijk is gezien de wetenschappelijke en
beleidsmatige voordelen ervan. De nieuwe defnitie van allochtoon wordt dan:
een in Nederland woonachtige persoon die buiten Nederland is geboren en ten
minste een ouder heeft die in het buitenland is geboren (er zou overigens
overwogen kunnen worden om als voorwaarde te stellen dat beide ouders in het
buitenland geboren moeten zijn). Autochtoon wordt dan: een persoon die in
Nederland is geboren en/of die twee ouders heeft die in Nederland zijn ge- boren
(of eventueel: die ten minste een ouder heeft die in Nederland is geboren)
2. Wat is de theorie van Harkness & Super?
Eldering, h3
Developmental niche (Harkness & Super)
Ontwikkelingspsychologen houden te weinig rekening met de culturele
structurering van de omgeving
Cultureel antropologen besteden veel aandacht aan de cultuur van de
samenleving, maar nauwelijks aan kinderen en opvoeding
De developmental niche vormt een aanvulling op het sociaal-ecologisch model,
omdat dit model te grof is en te weinig rekening houdt met culturele context.
De ievelopmental niche beschrijft het microsysteem van Bronfenbrenner,
máár neemt de cultuur mee
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeebras. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.