Drieslag model:
Bij het oplossen van contextproblemen zijn er drie handelingen:
Betekenis verlenen, dat wil zeggen bij de context een passende bewerking zoeken.
Uitvoeren, horizontaal mathematseren, plannen, dat wil zeggen de bewerking
oplossen.
Refecteren, dat wil zeggen nagaan of de gevonden oplossing klopt en past bij het
probleem in de context.
Oriënteren in de ruimte
Bij ruimtelijk oriëntate hoort dat kinderen leren eenvoudige routes te beschrijven en te
volgen. Daarvoor zijn begrippen nodig als linksaf , rechtsaf , rechtdoor en naar/in het
noorden, oosten. Ook moeten ze plategronden kunnen lezen en interpreteren, waarbij
gebruikgemaakt wordt van de legenda, de schaallijn en een rooster met coördinaten. Bij
lokaliseren ligt de nadruk op het kunnen vinden van je eigen standpunt in de ruimte om je
heen. Actviteiten die worden uitgevoerd om leerlingen dit te leren, worden ook wel
ruimtelijk oriënteren genoemd. Een specifeke moeilijkheid bij het oriënteren of
plaatsbepalen in het leren dat wat je ziet, afangt van de plaats waar je staat. Dat vraagt
blikwisseling.
Construeren
In de onderbouw wordt construeren gebruikt als naam voor een categorie meetkundige
actviteiten: bouwen met blokken, knutselen, vouwen, iets maken van natuurlijk materiaal.
Construeren wordt ook in een abstracte betekenis gebruikt, bijvoorbeeld als het construeren
van kennis: dat slaat op het actef en betekenisvol verwerven van kennis door leerlingen.
1 Tellen en getallen
Synchroon tellen: Dat ze steeds 1 voorwerp aanwijzen en daarbij tegelijkertjd 1 telwoord
moeten noemen. Synchroon tellen is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen
vaststellen hoeveel voorwerpen er zijn: om resultatef te kunnen tellen.
Getallen die worden opgenoemd tjdens het tellen, hebben een ordinale of ordeningsf uncte.
Dat wil zeggen dat het om een volgorde gaat. Als het getal een betekenis heef, bijvoorbeeld
25 omdat er 25 kinderen in de kring zijn, dan is het een kardinale of hoeveelheidsf uncte.
Als een kind moet tellen hoeveel ervan iets zijn, dan moet het kind de telwoorden kennen en
synchroon kunnen tellen. Het kind moet ook weten dat het laatste getal de hoeveelheid van
iets aangeef.
Bij het resultatef tellen zijn 2 f unctes van getallen in het geding:
- Hoeveelheidsgetal: het gaat om de hoeveelheid of kardinale f uncte
- Telgetal: het gaat om de volgorde of ordinale f uncte, getallen waarmee je telt.
Getallen kunnen ook nog 3 andere f unctes hebben:
- meetgetal: getal met een maat erachter
- naamgetal: dat als het ware een naam aangeef, bus 15
- rekengetal: getal om mee te rekenen 5+8
Het ritmisch opzeggen van de telrij, zonder besef van wat de telwoorden betekenen,
noemen we akoestsch tellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller w98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.