Dit document bevat meerkeuze oefenvragen voor het boek algemene economie en bedrijfsomgeving. Deze vragen kunnen gebruikt worden voor het tentamen "Aandelenanalyse" voor de opleiding accountancy
Oefenvragen Algemene economie
Hoofdstuk 1 “De onderneming en algemene economie”
1. Wat is economisch handelen
a. Het streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse middelen
b. Vooral het aankopen van goederen en diensten door consumenten
c. Alleen het inkopen en verkopen van goederen en diensten door bedrijven
2. Een timmerman kan drie opdrachten krijgen waarvan hij er maar twee wil uitvoeren, anders
kan hij niet met vakantie. Hij moet dus kiezen. Hij kiest tussen:
a. Economisch handelen en economische wetenschap
b. Schaarse middelen om te kunnen produceren
c. De schaarse zaken: arbeid en vrije tijd
d. Schaarse behoeften en schaarse middelen
3. Economisch handelen vindt men overal terug in de samenleving. Welke activiteit valt niet
onder economisch handelen?
a. Een moeder doet boodschappen voor de verjaardag van haar dochtertje
b. Een zoon brengt kranten rond omdat het zo nodig van zijn vader moet
c. Een meisje knuffelt haar konijn dat ze pas heeft gekregen
d. Een scheidrechter fluit een wedstrijd in het betaald voetbal
4. De publieke opinie is echt helemaal op de hand van een onderneming, omdat deze een
schaatswedstrijd in het dorp heeft georganiseerd. De publieke opinie behoort tot:
a. De ruime omgeving
b. Geen enkele omgevingsfactor
c. De indirecte omgeving
d. De directe omgeving
5. De markten waarop een onderneming actief is, behoren tot:
a. Het buitenland
b. De directe bedrijfsomgeving
c. De ruime bedrijfsomgeving
d. De indirecte bedrijfsomgeving
6. Een onderneming merkt een plotselinge vraaguitval. Na enige studie blijkt een concurrent uit
een ander bedrijfstak tot de markt te zijn toegetreden. Dit behoort:
a. Niet tot de omgeving: het zijn concurrenten
b. Tot de externe omgevingsfactoren, het speelt zich allemaal buiten de onderneming af
c. Tot de directe omgeving, de onderneming kan er invloed op uitoefenen
d. Tot de interne bedrijfsactiviteiten, het is een vorm van beleid
7. In een bepaalde periode is de hoeveelheid gestegen van 100 naar 102 en de prijzen zijn
toegenomen van € 20 tot € 21. Met hoeveel procent is de waarde toegenomen?
a. Kan niet in procenten worden berekend, het gaat hier om absolute getallen
b. 7%
c. 3%
d. 1%
, 8. De productieprijzen stijgen met 1% en het loon per werknemer 2%. Dit zijn:
a. Prijsveranderingen
b. Nominale stijgingen
c. Stijgingen van hoeveelheid, waarde en prijs
d. Toenames van het product van twee andere variabelen
Hoofdstuk 8 “Produceren”
1. De productie van de overheid bestaat uit:
a. De overheidsbestedingen aan uitkeringen zoals AOW, WIA en WWB
b. De ambtenarensalarissen, rente en winst
c. Inkopen, salarissen en rente op overheidsleningen
d. Het toevoegen van waarde aan producten die zij aan de bevolking levert
2. Van een land gelden de volgende gegevens:
Het netto binnenlands product tegen marktprijzen bedraagt:
a. 600
b. 700
c. 550
d. 1400
3. Het netto binnenlands product tegen factorkosten bedraagt:
a. 700
b. 650
c. 1400
d. 550
4. Het bbp per hoofd van de bevolking gebruikt men vaak als maatstaf voor de hoogte van de
welvaart. Voor de vergelijking met verschillende landen moet men de variabele eerst
omrekenen in:
a. De koopkracht van een werknemer
b. Het welzijn van een land
c. De nationale handelsvaluta
d. Dollars in koopkrachtpariteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisalankamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.04. You're not tied to anything after your purchase.