Vraag 1.”Nog nooit zo’n lastige partij meegemaakt,” zegt een mediator tegen zijn collega. “Hij blijft
maar hangen in kwade trouw, opzet en wantrouwen.” Hoe heet zo’n partij?
A. Nirvana-partij
B. De paranoïcus
C. De calimero
D. De kameleon
Vraag 2. “Het lijkt wel of Mira er tijdens de mediation helemaal niet bij is en met haar gedachten
elders zit, “zegt een mediator tegen haar vrouw. Hoe wordt een partij die zulk gedrag vertoont wel
genoemd?
A. De kameleon
B. De angsthaas
C. De pokerface
D. De nirvana-partij
Vraag 3. “Ik kan je nooit aan de telefoon krijgen,” zegt Yason tijdens een mediation, “en als ik je
eens spreek, verschuil je je altijd achter de regels.” Hoe heet de tactiek die hier wordt beschreven?
A. Weglopen
B. Good cop- bad cop
C. Duiken
D. Salami-tactiek
Vraag 4. “Hoeveel ik ook toegeef”, zegt Yason tijdens een mediation, “Kalo geeft zelf nooit een
duimbreedte toe.” Hoe heet de tactiek van Kalo?
A. Weglopen
B. Stenen muur
C. Duiken
D. Salami-tactiek
Vraag 5. Een mediator is ook maar een mens en kan dus partijen knap lastig vinden. Hoe staat de
Toolkit Mediation hier tegenover?
A. Door te stellen dat de mediator een sterke greep op het proces moet houden en lastig gedrag snel
aan de orde moet stellen
B. Door te constateren dat partijen zich soms niet gehoord voelen, maar dat lastig gedrag uitsluitend
te maken heeft met de allergieën van de mediator
C. Door voorop te stellen dat de mediator niet over de inhoud gaat en dat het gedrag dus alleen lastig
is voor de andere partij
D. De mediator moet ervoor waken mensen als lastig te bestempelen, maar moet wel functioneel
omgaan met gedrag dat als lastig wordt ervaren
Vraag 6. “Studenten hebben recht op goede docenten”, zegt Halib. Hoe heet zo’n uitspraak binnen
narratieve mediation?
A. Een deconstructie
B. Positioning
C. Externaliseren
D. Een entitlement
, Vraag 7. “Ik vertel het zoals het is gebeurd”, zegt een partij. “Alles wat ik zeg, is een feit.” Hoe staat
een narratieve mediator hier tegenover?
A. die gelooft dat feiten verhalen zijn die algemeen worden geaccepteerd
B. die ziet feiten als het dominante conflictverhaal
C. die zal proberen door deconstructie de andere partij dit ook te laten inzien
D. die zal beide partijen de feiten op tafel laten leggen en dan een afweging maken
Vraag 8. Twee co-mediators bespreken een mediationsessie en hebben het over het dominante
conflictverhaal. Wat wordt met deze narratieve term bedoeld?
A. Het conflictverhaal van de dominante partij
B. Het objectieve verhaal achter de vertelde conflictverhalen
C. De optelsom van de beide conflictverhalen
D. De gedeconstrueerde versie van het conflictverhaal
Vraag 9. “Er staat duidelijk iets tussen jullie dat jullie beiden het leven zuur maakt,” zegt een
mediator. Welke narratieve tactiek wordt hier toegepast?
A. Het probleem in kaart brengen
B. Externaliseren
C. Deconstructie
D. De discours vaststellen
Vraag 10. “Conflicten beperken de agency,” zegt een mediator. Wat bedoelt deze narratieve
mediator hiermee?
A. Dat conflicten de ruimte die partijen ervaren om vrij te handelen kleiner maken
B. Dat conflicten partijen in een rol positioneren
C. Dat conflicten positieve uitkomsten zowel wenselijk als onbereikbaar maken
D. Dat conflicten de oplossingsruimte die een mediator ervaart kunnen reduceren
Vraag 11. Bij arbeidsconflicten kunnen zowel interne als externe mediators worden ingezet. Welke
van de volgende uitspraken hierover is correct volgens het Handboek Mediation?
A. Een interne mediator kent de organisatie goed, een externe mediator wordt vaak ingezet voordat
het conflict voldoende is geëscaleerd
B. Een interne mediator is vaker succesvol, een externe mediator is meestal goedkoper
C. Een externe mediator is vaak laagdrempelig, een interne mediator is doorgaans minder effectief
D. Een externe mediator wordt als onafhankelijke buitenstaander beschouwd, een interne mediator
kent de organisatie goed
Vraag 12. Hoe zit het eigenlijk met vrijwilligheid binnen arbeidsmediation?
A. Doordat beide partijen gebaat zijn bij een oplossing, vormt vrijwilligheid vrijwel nooit een knelpunt
bij arbeidsmediations
B. Vrijwilligheid staat vaak onder druk bij dit type mediations en partijen moeten nogal eens
overtuigd worden van het nut van mediation
C. Omdat arbo-artsen werknemers kunnen opdragen mee te doen aan een mediation, is vrijwilligheid
niet van belang bij arbeidsconflicten
D. Geëscaleerde arbeidsconflicten belanden al snel bij de rechter, en dat willen zowel werkgevers als
werknemers graag voorkomen. Vandaar dat mediators bij arbeidsmediation zelden geconfronteerd
worden met partijen die niet vrijwillig meedoen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andreakrist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.