Test bank University of Queensland GENES, CELLS & EVOLUTION 2024 / midterm exam study guide / from: Biology 12th - A Global Approach Campbell
Summary Genes, Cells & Evolution University of Queensland 2024 - All lectures week 1 - 12, all college notes, lots of visuals, exam test questions - 150 pages!
Summary of unit 8, the ecology of life - Biology, a global approach, 12th edition
All for this textbook (38)
Written for
Aeres Hogeschool (aeres)
Toegepaste Biologie
PECS03 Anatomie en Morfologie
All documents for this subject (1)
1
review
By: noakleinendorst • 2 months ago
Seller
Follow
sophiedillo
Reviews received
Content preview
PECS 03
Anatomie en morfologie
Les 1 & 2:Soorten
Een soort bestaat uit alle individuen die zich onder natuurlijke omstandigheden (dus zonder
menselijk ingrijpen) onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen
opleveren.
- De individuen binnen een soort vertonen morfologische en genetische
overeenkomsten.
- Binnen een soort kunnen echter ook onderlinge verschillen (variatie) bestaan,
zoals kleurvarianten.
- Soorten worden altijd in een geslacht geplaatst en kunnen worden onderverdeeld
in ondersoorten.
Wat is een soort?
- Morfologische soort
Een morfologische soort is een verzameling organismen die een vergelijkbare,
specifieke vorm hebben.
- Biologische soort
Een biologische soort is een verzameling organismen die onder natuurlijke omstandigheden
tot voortplanting komt en daarbij vruchtbare nakomelingen kan produceren.
- Fylogenetische soort
Een fylogenetisch of evolutionaire soort is de kleinst mogelijke verzameling van organismen
met een gemeenschappelijke voorouder.
Plantenfamilie:
Domein → rijk → afdeling/stam (10 stammen, waarvan 4 naaktzadig en 1 bedektzadig)→
klasse → orde → familie → geslacht → soort
De morfologie bestudeert de uitwendige bouw en vorm van levende wezens(vormleer)
en hun organen (organen leer) en probeert hun veelvormigheid terug te brengen tot
evolutionair te duiden bouwplannen.
Een bouwplan is in de biologie de verzameling gemeenschappelijke kenmerken
en eigenschappen van een systematische groep (taxon).
,Flora van Heukels
Hoofdsleutel: Sleutel 1 tm 9 (blauw)
1. Houtige planten
2. Waterplanten
3. Sporenplanten
4. Niet-groene kruiden
5. Kruiden met gras- of biesachtig uiterlijk
6. Kruiden met bloemen in hoofdjes
7. Kruiden met een bloemdek of zonder bloembekleedsels (voorbeeld:tuinwolfsmelk)
8. Kruiden met vrije kroonbladeren
9. Kruiden met een vergroeide bloemkroon
→ 146 families
Bruin → Sporenplanten (in de flora staan alleen geen mossen e.d.)
Hieronder vallen de wolfsklauwen, paardenstaarten en varens
Groen → Naaktzadigen, in Nederland dus de naaldbomen.
Paars → Bedektzadigen (Hieronder worden vooral de eenzaadlobbigen besproken)
Lichtgroen → Tweezaadlobbig, onder deze kleur worden 99 families besproken.
- Grote families in Nederland zijn: Boterbloemen, Vlinderbloemen, Rozen, Kruisbloeme
Donkergroen → (Super-)Asteriden, hieronder worden families 100-146 besproken.
- Grote families in Nederland zijn: Anjers, Duizendknoop, Ruwbladigen, Lipbloemen, Weegbree,
Asters, Schermbloemen
Mossen
- PLanten in het plantenrijk
- Plantenorganen, bouw en functie: wortel en blad
- Levenscyclus
- Evolutionair perspectief → stap voor stap van water naar land
Landplanten zijn ontstaan uit groene alg
Charofyten (kranswieren) → naast levende verwanten en landplanten
- Landplanten zijn geen nakomelingen van de moderne charofyten maar delen een
gemeenschappelijke voorouder
Aanpassingen voor leven op land
Veel soorten charofyten komen voor aan de randen ondiepe wateren.
Voordelen van leven op land:
- Ongefilterd zonlicht
- Meer (CO2)
- Minder herbivoren en pathogenen
, Aanpassingen nodig voor leven op land:
- Water opnemen en vasthouden (wortels)
- Stevige structuren om overeind te blijven
Specifieke eigenschappen landplanten:
(Deze eigenschappen hebben alle landplanten, maar charofyten niet)
1. Wisseling van generaties (haploid/diploid), met meercellige embryo’s
2. Sporen geproduceerd in sporendragers (sporangia)
3. Meercellige gametangia: archegonia (vr) en antheridia (m)
4. Apicale meristemen
5. Waslaag (cuticula)
6. Huidmondjes
1. Wisseling van generaties (haploid/diploid), met meercellige embryo’s
Planten wisselen tussen 2 meercellige stadio → reproductieve cyclus: generatiewisseling
Gametofyt
- Haploïd
- Produceert haploïde gameten door mitose
Sporofyt
- Diploid
- ontstaat door fusie 2 gameten
- Diploide embryo blijft n weefsel
Vrouwelijke gametofyt: Produceert haploïde sporen door meiose
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedillo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.