100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Voor Jou 4A Thema 3 Voortplanting $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Voor Jou 4A Thema 3 Voortplanting

1 review
 79 views  0 purchase
  • Module
  • Institution
  • Book

Biologie Voor Jou Boek 4VWO A (4A) Thema 3 Voortplanting

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Thema 3
  • May 28, 2018
  • 5
  • 2016/2017
  • Summary
  • Secondary school
  • -
  • 4

1  review

review-writer-avatar

By: maryakaspar8 • 6 year ago

avatar-seller
4A - Thema 3 - Voortplanting
3.1 Jongens en meisjes
De puberteit is de periode waarin het lichaam volwassen wordt tussen de 10 tot 17 jaar. De
adolescentie is de periode waarin een mens geestelijk volwassen wordt tussen de 20 en 25
jaar. Er zijn dus lichamelijke en geestelijke veranderingen (voorbereiden op voortplanting en
zelfstandig worden).

Geslachtshormonen reguleren de ontwikkeling van geslachtskenmerken. Hormonen zijn
chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven. Gevoelige
cellen reageren op verandering van de hormoonconcentratie. Testosteron is het mannelijke
geslachtshormoon. Primaire geslachtskenmerken zijn de geslachtskenmerken die bij de
geboorte aanwezig zijn. Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich in de puberteit.
Meisjes worden (eerder) ongesteld (eicellen komen vrij) en zaadcellen ontstaan bij jongens.
Ook verandert het gedrag in deze periode.

Een soort overleeft doordat individuen in leven blijven en zich voortplanten. Genen voor
eigenschappen die de kans op voortplanting vergroten, komen vaker voor in nakomelingen
dan eigenschappen die weinig tot geen invloed (vaak gedrag of uiterlijk). Bij seksuele
selectie is er selectie op grond van eigenschappen die de kans op voortplanten bevorderen.

Bij veel dieren verloopt versieren via een vast patroon, de balts. Een bekend voorbeeld is de
balts bij stekelbaarsjes (zigzagdans). Ze hoeven zich niet af te vragen wat ze moeten doen,
in tegenstelling tot mensen.

Seksueel gedrag omvat al het gedrag dat met seksualiteit te maken heeft. Dit heeft risico’s
op ongewenst seksueel gedrag.

3.2 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Tijdens de replicatie van het DNA ontstaan regelmatig veranderingen in het DNA, mutaties.
Hierdoor kunnen kleine verschillen tussen beide dochtercellen ontstaan. Een mutatie
ontstaat in één chromosoom van een chromosomenpaar.

Bij geslachtelijke voortplanting zijn twee geslachten nodig. Om de populatie even groot te
houden, moeten vrouwtjes gemiddeld twee nakomelingen krijgen. Prokaryoten en de meeste
protisten planten zich voort door zich in tweeën te delen. Iedere cel groeit weer uit tot een
nieuw organisme. Ook schimmels, planten en dieren kunnen zich ongeslachtelijk
voortplanten, dit gaat sneller. Voorbeelden zijn knollen (aardappelen), bollen (tulpen),
wortelstokken en uitlopers (aardbeien).

Tijdens de bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van de eicel.
Voortplantingscellen heten ook wel geslachtscellen of gameten. Tijdens de bevruchting
verdubbelt het aantal chromosomen, waardoor de cellen na de bevruchting ieder
chromosoom dubbel hebben. Voor de voortplanting ontstaan gameten met enkele
chromosomen. Bij ongeslachtelijke voortplanting hoeven geen aparte gameten te worden
gevormd.

Bij geslachtelijke voortplanting fuseren twee verschillende cellen, waarbij van beide
individuen de chromosomen met erfelijke informatie worden gemengd, recombinatie. De
nakomelingen zijn niet exact gelijk aan de ouders en onderling verschillen ze ook. Er ontstaat
variatie. Resistentie ontstaat door toevallige mutaties. Bij geslachtelijke voortplanting
ontstaat dubbele resistentie sneller dan bij ongeslachtelijke voortplanting.

, Bij geslachtelijke voortplanting verschillen de nakomelingen. De omstandigheden waarbij ze
optimaal groeien kunnen ook verschillend zijn. Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn de
nakomelingen precies aan elkaar gelijk, ze zullen optimaal groeien bij dezelfde
omstandigheden.

3.3 Geslachtscellen
Bij geslachtelijke voortplanting versmelten twee cellen, dit heet celfusie. Hierbij komen de
kernen samen. Om het aantal chromosomen constant te houden, vindt in de levenscyclus
een reductie van het aantal chromosomen plaats. Vaak gebeurt dit tijdens de productie van
de geslachtscellen.

Tijdens de bevruchting fuseren twee cellen. Cellen met een enkele set chromosomen zijn
haploïd (enkelvoudig). Het aantal chromosomen in een haploïde cel wordt weergeven met
de letter ‘n’. Een bevruchte eicel heet een zygote en bevat twee volledige sets met
chromosomen. Cellen met een dubbele set chromosomen zijn diploïd (tweevoudig). Ieder
chromosoom komt twee keer voor: ‘2n’. Bij de bevruchting versmelten twee haploïde cellen
tot één diploïde cel, deze groeit uit tot een organisme. Er ontstaan organen die
voortplantingscellen maken, de testes (teelballen) en de ovaria (eierstokken).

Meiose is het proces van de reductie . Dit bestaat uit twee opeenvolgende delingen, meiose
I en meiose II. Bij meiose I ontstaan uit een diploïde cel twee haploïde cellen. Bij meiose II
ontstaan uit deze twee haploïde cellen vier haploïde cellen.

De menselijke eicel (oöcyt) is veel groter dan de menselijke zaadcel (spermacel). De
zaadcel heeft een zweepstaart waarmee die kan bewegen.

Mannelijke voortplantingsorgaan
Zaadcellen ontstaan in de testes of teelballen met sterk gekronkelde zaadbuisjes waarin
cellen liggen die zich delen, waardoor zaadcelmoedercellen ontstaan. Hieruit worden
zaadcellen gevormd, spermatogenese. De zaadbuisjes lopen door tot in de bijballen, die op
de testes liggen. Na de productie komen de zaadcellen in de bijballen voor tijdelijke opslag.

Door seksuele opwinding wordt de penis stijf, de zwellichamen vullen zich met bloed en door
verdere prikkeling van de eikel krijgt de man een orgasme. Dan heeft de man een
zaadlozing (ejaculatie). De zaadcellen gaan dan vanaf bijballen, via zaadleider naar
urinebuis. De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe. Dit bevat verschillende stoffen,
zoals eiwitten en energierijke stoffen. het vocht met zaadcellen heet nu sperma.

Sperma is een beetje basisch, waardoor het in de vagina minder zuur is, waardoor
zaadcellen langer blijven leven. Buiten het lichaam gaan zaadcellen binnen vijf minuten
dood, in het lichaam van een vrouw leven ze ongeveer 24 tot 48 uur.

Vrouwelijke voortplantingsorgaan
Eicellen ontstaan in de ovaria (eierstokken). Het ontstaan van eicellen uit een
eicelmoedercel (primaire eicel in beginstadium meiose) heet oögonese. Iedere eicel is
omgeven door een blaasje, samen heet dit een follikel. Onder invloed van het hormoon FSH
(follikel stimulerend hormoon), dat door de hypofyse wordt afgegeven, begint in de puberteit
in één van de ovaria een eicel zich verder te ontwikkelen.


De follikel groeit en neemt vocht op. Nu gaat de eicel verder met meiose. De eicel deelt
ongelijk in twee haploïde cellen: een kleine cel met vrijwel geen cytoplasma (poollichaampje)
en een grote cel. Onder invloed van LH (luteïniserend hormoon), ook uit de hypofyse, barst
de follikel open en de eicel verlaat het ovarium, ovulatie (eisprong). De eicel komt het
trechtervormige uiteinde van de eileider.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 7danique. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.25
  • (1)
  Add to cart