100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting psychologie $5.96   Add to cart

Summary

samenvatting psychologie

 73 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting psychologie (fase 1) voedings- en dieetkunde UCLL lector: I. Hofkens Vandenbrandt

Preview 4 out of 48  pages

  • May 28, 2018
  • 48
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Psychologie


PSYCHOLOGIE
DEEL 1
“Psychologie is de kennis die ontstaan is uit het systematisch zoeken naar juiste verklaringen voor
menselijk gedrag”

1. Oorsprong van de psychologie
 Griekse filosofen  nadenken over menselijk bewustzijn
 ‘Wat is de relatie tussen lichaam en ziel?’
 Gebaseerd op intuïtieve kennis en logisch redeneren.
 In de middeleeuwen (rooms-katholieke kerk aan de macht)  de menselijke geest werd beschouwd
als een onoplosbaar mysterie
 17de eeuw  nieuwe belangstelling voor de mens
 Wortels voor de psychologie
 Darwins evolutietheorie!  ‘mensen zijn geëvolueerd uit dieren’, daardoor werd menselijk
gedrag bestudeerd als diergedrag (gelijkenissen en verschillen zoeken)

1.1. evoluties binnen de filosofie (16e-17e eeuw)
 De menselijke geest wordt bestudeerd (rationalisme)
 Rationalisme is niet analyseerbaar
 Doel: filosofie even precies uitbouwen als de wiskunde
 Gebruik van de methodische twijfel
“twijfel aan alle kennis via de zintuigen of via anderen. De enige zekerheid die overblijft, is
het denkend subject: ‘je pense, donc je suis’”
 Probleem  dualistisch denken (= het onderscheid tussen lichaam en geest)
 Hierdoor kwamen ook de anatomie en fysiologie tot stand
 Terugkomst van onbevooroordeelde zintuiglijke observatie (empirisme en associatisme)
 Empirisme en associationisme zijn analyseerbaar
 De bouwstenen van onze kennis bestaan uit een verzameling van zintuiglijke
gewaarwording
 Afzonderlijke gewaarwordingen worden samengevoegd  associatiemechanismen
 Voorbeeld associationisme,
We weten dat een wit vierkantig voorwerp naast een tas een suikerklontje is, op basis van
eerdere ervaringen met dit voorwerp. Dit weten we de eerste keer niet. We moeten dan alle
afzonderlijke prikkels samenvoegen. Zoet, hard, korrelig,…  suikerklontje.

1.2. evoluties binnen de fysiologie en de neurologie (18e-19e eeuw)
 Onderzoek naar menselijke functies (bij mens en dier)
 Nieuwe inzichten
 Aanzet tot S-R onderzoek
 Men vond het spraakcentrum in de hersenen  bewijs dat analytisch gekeken kan worden naar de
geest

1.3. ontstaan van de psychologie als wetenschap
 De menselijke geest is het product van associaties tussen sensorische elementen
 Gebruik maken van inzichten uit de fysiologie, waardoor bewustzijn toegankelijk wordt voor meting
en observatie
 Metingen en observaties zorgen voor ontstaan van de wetenschap
 Wundt startte het eerste labo voor experimentiele psychologie
 Hij wil bewustzijnsverschijnselen meten
 Hij wil reacties uitlokken en gecontroleerde omstandigheden onderzoeken
 Doel: algemene uitspraken formuleren over gedragingen en psychische processen
1

,Psychologie


 Elke uitspraak moet steunen op objectieve, empirische en verifieerbare informatie
 Experimentele onderzoeksvorm  enkel gebruik van lagere psychische processen (bv.
Zintuigelijke gewaarwording, voorbeelden in cursus p. 21)
 Hogere psychische processen moet men met andere methodes onderzoeken




2

,Psychologie


2. ontstaan van psychologische stroming
2.1. de studie van het onbewuste en het ontstaan van de psychoanalyse
Freud(!)  ‘het onbewuste speelt een grote rol in de verklaring van menselijk gedrag’
 Hysterische verschijnselen kunnen worden opgewekt d.m.v. hypnose
 Schijnbaar verloren gegane herinneringen kunnen terug opgehaald worden
Vb. Anna O  Anna O. had een zenuwkuch bij het horen van bepaalde muziek, na hypnose werd duidelijk dat ze aan het
sterfbed van haar vader dergelijke muziek hoorde, deze muziek irriteerde haar, maar ze moest daar blijven bij haar vader.
Deze spanning leidde toen tot kuchen. Wanneer Anna O deze muziek nu hoort, gaat ze spontaan kuchen.



2.1.1. psychoanalyse
Freud kwam tot een algemeen model over psychisch functioneren in lagen  de psychoanalyse  3 lagen
binnen de mens  Ontstaan één voor één in onze 1ste levensjaren
 Het ES
 Behoeften en driften
 Onmiddellijke behoeftebevrediging ‘ik wil het nu’
 Het lustprincipe overheerst
 Duidelijk te zien bij baby’s die huilen en niet kunnen wachten op eten, drinken,...
 de baby is afhankelijk van zijn omgeving (ouders) om zijn listen te bevredigen, na een tijd
beseft het dat dit niet altijd mogelijk is  ontstaan ICH

 Het ICH
 ICH bestaat op jonge leeftijd onder invloed van opvoeding
 Een botsing tussen het lustprincipe en de realiteit
 Het kind leert rekening houden met zijn omgeving
 Het kind leert behoeften uit te stellen (om bv. Straf te vermijden)

 Het UBER-ICH
 Het kind krijgt een geweten
 Besef van normen en waarden
 Het UBER-ICH bestaat uit eisen en verwachtingen


Tussen de drie lagen is er een constante spanning  We zijn ons niet bewust van de conflicten tussen de
sublagen  verdringen treed op (verdringing is het gevolg van angst die ontstaat als gevolg van
tegengestelde eisen van de verschillende subsystemen.

Volgens Freud zijn er 4 manieren om in contact te komen met verdrongen belevingen
 Hypnose
 Vrije associatie
 Droominhouden
 Overdracht

2.1.2. kritiek op Freud
 Freud verruimde psychologie naar het onbewust (positief)
 Kritiek  gebrek aan pogingen om zijn theorie te staven met observeerbare gedragingen 
daarom beschouwd als niet-objectief

2.2. Behaviorisme
 Behaviorisme = studie van het observeerbare gedrag
 Objectieve psychologie  al wat meetbaar is
 Relatie tussen de observeerbare stimuli en het observeerbare gedrag  S-R
3

, Psychologie


 Aangeboren S-R connecties (vooral bij pasgeborenen)
 Conditioneerbare S-R (door ‘training’)  men gaat er van uit dat S-R associaties aangeleerde
reacties zijn op veranderingen in de omgeving

2.2.1. Neo-behavioristen
 Pleiten voor het S-O-R model
 O = omgeving  interne variabelen die een rol vervullen tussen S en R
 O is niet rechtstreeks observeerbaar
 O heeft te maken met gevoelens en gemoedstoestanden
 Bv? Je buurman vertrekt met veel lawaai met zijn Ducati (S), afhankelijk van hoe jij je voelt/welk uur
van de dag (O) het is, ga je hier anders op reageren (R)


2.3. Gestaltpsychologie
 waarnemen is meer dan een samensmelting van eenvoudige waarnemingen
 De mens doet iets met de waargenomen gegevens  hij structureert ze tot een gehaal/gestalt
 Associatie wordt vervangen door organisatie
 In de waarneming is er eerst het geheel, daarna de delen
 Het geheel verandert als een van de delen wegvalt
 Bv. Je gezin wordt anders als een van de gezinsleden wegvalt
 Gestaltpsychologen richten zich vooral op de visuele waarneming  bv. Het waarnemen van figuur
en achtergrond of illusies


2.4. Humanistische psychologie
 De psychoanalyse wordt afgewezen  te veel nadruk op het onbewuste
 ‘de mens wordt gekenmerkt door een vrije wil, zijn omgeving en de interactie met anderen
 Er gebeurt onderzoek naar verschillende concepten
 Liefde
 Creativiteit
 Basisbehoefte
 …
 Volgens de humanisten wordt ons gedrag door behoeften bepaald
 MASLOW creëerde de behoeftetheorie
 Een behoefte op een hoger niveau zal pas actief worden als die van een lager niveau
voldaan is




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dorienverlinden2405. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  2x  sold
  • (0)
  Add to cart