MEDIA-EFFECTEN
HST 1: AGENDASETTING
HST 2: FRAMING
HST 3: CULTIVATION THEORIE
HST 4: SCHRUM’S MEDIA EN SOCIALE COGNITIE
HST 5: PRIMING THEORY
HST 6: BANDURA’S SOCIAL LEARNING THEORY
HST 7: THIRD PERSON EFFECT
HST 8: MEDIA EN GEWELD
HST 9: MEDIA EN ANGST
HST 10: MEDIA EN LICHAAMSBEELD
HST 11: SEKSUELE MEDIA-EFFECTEN
HST 12: JONGEREN EN SOCIALE MEDIA
HST 13: INDIVIDUELE VERSCHILLEN
INLEIDING
INLEIDING
Wat zijn media effecten?
“ Social or psychological responses occurring in individuals, dyads, small groups,
organizations, or communities as a result of exposure to or processing of or otherwise
acting on media messages.”
super breed
Maken wereldbeeld obv media verwachtingen ≠ realiteit
Bvb; expectations v gevangenis in ≠ landen anders
Is er nog iets in ons leven dat niet door media beïnvloed is?
of is er eig toch heel veel wel beïnvloed?
DOEL WETENSCHAP
Voorspellen
o = zeggen wat er in de toekomst gaat gebeuren
o Mensen baseren hun gedrag daarop
o Media-effecten vb. voorspellen welke kinderen vatbaar zijn voor
geweldeffecten
o MAAR beperkingen aan voorspellingen
Verklaren
o = in bredere context plaatsen
o Worden voortdurend verder opgebouwd
o Media-effecten vb. verschillende verklaringen voor geweld effect
Begrijpen
o = de volgorde kennen van causale gebeurtenissen
1
, o Komt voort uit een goede verklaring
o Media effecten vb. welke verschillende stappen tussen bloostelling en
gedrag?
Controleren
o = gevolg van voorspellen, verklaren en begrijpen
o Media-effecten vb. rating systemen films of games
o = de bredere context van wetenschappelijk onderzoek
HOE WORDEN DOELEN VD WETENSCHAP BEREIKT?
Theorie
o Theorie vs idee
o Meer dan 1 statement
o Kernconcepten bepalen en hun relaties
o Hypotheses die getest kunnen
o worden
o Wisselwerking tussen theorie en data
Falsifieerbaarheid
o Je moet op voorhand kunnen zeggen welke bevindingen ervoor zorgen dat de
hypothese fout is
o bvb. Alle zwanen zijn wit
H: de volgende zwaan die je ziet is wit
O: de zwaan is wit
o H is bevestigd
o Hypotheses/stellingen nagaan dr observaties die bevestigen of ontkrachten
Creativiteit
o Theorie wordt door mensen gemaakt, die ook ooit student waren
o Mensen zijn meer geneigd ze ernstig te
o nemen als ze logisch lijken
Generaliseerbaarheid
o Wetenschap zoekt naar algemene patronen
o Zo weinig mogelijk variabelen om te
o verklaren
o Case studies zeggen weinig over algemene patronen
o Die algemene patronen als kennis verspreiden helpt veel meer
Objectieve waarheid ontdekken
o “Er is geen objectieve waarheid”
o Media heeft een invloed op kinderen, of media heeft geen invloed op
kinderen
o Betekent niet dat die invloed op alle kinderen hetzelfde is!
Sceptisch blijven
o Altijd mogelijkheid tot controverses
o Er zijn geen definitieve conclusies
o Maar consensus groeit met meer onderzoek te doen
TOEKOMST V MEDIA-EFFECTEN ONDERZOEK
2
, Ondertussen duizenden studies naar effecten van media op attitudes, gedrag en
cognities
Meta-analyses: consistente effect groottes
o Vb. gewelddadige videogames r= .08 - .19
o Vb. gezondheidscampagnes rond .20
Maar wat is de theoretische en praktische waarde?
Het probleem met kleine effectgroottes in media-effecten onderzoek
o We zijn er altijd open over geweest = positief MAAR te veel nadruk op het
falen om een effect te vinden = afstoten interesse journalisten en politici
o Tegenstrijdige visies over media-effecten
o Cfr. Geschiedenis van Magic Bullet tot limited-effects perspective
o Gaat in tegen dagelijkse ervaring: veel voorbeelden te vinden van sterke
media- effecten
o blijvend stilstaan bij vraag of kleine effecten goede representatie zijn van
realiteit
Meta-analyse = ≠studies onderzoeken 1 topic op een ≠ maar vglb manier ->
gemiddelde samenhang zoeken over al studies heen r = [0,1]
Vaak ‘kleine’ correlaties zoals 0,20
Media-effecten & comwet kritisch vr eigen resultaten, eeuwige twijfel
Dagelijks leven blijken vb v media effecten maar ≠ niet altijd vast te stellen in cijfers
onderzoek bvb checken het weer via media -> passen onze kledij aan
UITDAGINGEN VOOR MEDIA-EFFECTEN ONDERZOEK
1) Variabele mediagebruik is heel moeilijk te meten
PROBLEMEN
o Weinig consensus: soms meer dan 100 verschillende manieren om 1 concept
te meten
o Veel gebruik zelf gerapporteerde data
Cognitieve problemen: herinneren
Motivationele problemen : sociaal wenselijke antwoorden
o Nieuwe media technologieën
Media gebruik kan overal, ieder moment, simultaan
OPLOSSINGEN
o Geen globale bloostelling meten, want media- effecten zijn niet globaal
Liever specifiek op bepaalde media-inhoud, bepaald medium of
technologie
Aanvullen inhoudsanalyse
o Specifieke metingen
Specifieke titels of inhoud (e.g.,; politiek nieuws)
Kan aangevuld worden met inhoudsanalyse
o Metingen van herkenning ipv herinnering
Minder motivationele problemen
Alleen als de populatie boodschappen niet te groot is
3
, Opletten false recognition
o Werken aan validatie van methoden Standaardisatie
2) Te weinig aandacht vr conditionele media-effecten bvb iets wel een groot effect
op een kleine groep -> vaak w enkel gekeken nr de grote effecten bij een grote
groep => generaliseerbaarheid
o Geen gelijke ontwikkeling media-effecten voor iedereen
o Wel erkend in theorie, maar niet altijd in het onderzoek
PROBLEMEN
o Individuele verschillen worden aanzien als ruis
Vb; experiment: individuele verschillen uitschakelen door random
selectie
Toegevoegd als covariaten/controlevariabelen, niet als variabelen
die interacties veroorzaken
Kan verklaren waarom effecten in voorgaand onderzoek klein
waren
OPLOSSING:
o Specifieke hypotheses over bij welke specifieke groep mensen effecten
verwacht worden
3) Moet meer cumulatieve theorie testen
o Media theorieën: de effecten worden gemedieerd door de manier waarop
de boodschap verwerkt wordt
PROBLEMEN
o Onderzoek doet dit niet
Vb; onduidelijk welke effecten van welke soorten media geweld welke
types agressief gedrag beïnvloeden en welke cognitieve, fysiologische en
emotionele processen dit verklaren
Komt deels doordat theorieën de processen niet voldoende specifiëren
Weinig toegankelijkheid tot de theorieën
4) Te weinig op zoek nr transactionele media -> effecten die op elkaar inspelen A
<-> B
PROBLEMEN:
o Conceptualiseren media-effecten als éénrichtingsverkeer: oorzaak è
gevolg
OPLOSSING:
o Rekening houden transactionele modellen: gevolg heeft weer een invloed
op de oorzaak
5) Nieuwe media = nieuwe theorieën en onderzoek
o mass self-communication: media inhoud is geen éénrichtingsverkeer
meer è self generated media effects
Direct
Indirect
OPLOSSING:
o Focus niet alleen op de receptie processen, ook op de productie
processen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenvanhove. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.