100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitgewerkte examenvragen preventieve $13.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Uitgewerkte examenvragen preventieve

 53 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Ik heb de meest gestelde examenvragen (van vorige jaren) uitgewerkt voor het vak preventieve en maatschappelijke aspecten. Dit vak wordt gegeven in het eerste semester van het eerste jaar tandheelkunde aan KULeuven.

Preview 4 out of 46  pages

  • January 20, 2024
  • 46
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
EXAMENVRAGEN preventie
HOOFDSTUK 1
1. Benoem de verschillende niveau’s van preventie + geef 2 voorbeelden per niveau
 Primaire preventie
 Doelgroep: gezonde personen (individu, groep of gemeenschap)

 Doel: de mond 100% gezond houden en oorzakelijke factoren elimineren
 Voorbeeld: promotie suikervervangers, drinkwaterfluoridering, poetsindustrie, mondstuk maken voor
contactsport
 Secundaire preventie
 Doelgroep: individu waarbij gezonheid verstoord is
 Doel: schade beperken, ziekte vroegtijdig opsporen en ziekte tot stilstand brengen
 Voorbeeld: RX-diagnose, applicatie van fluoride lak
 Tertiaire preventie
 Doelgroep: individu met nood aan restauratieve tandheelkunde
 Doel: aangerichte schade beperken en rehabilitatie: herstel van functie
 Voorbeeld: plaatsen van vullingen, gebitsprothese, parodontale chirurgie
 Primaire primaire preventie
 Doelgroep: omgeving van het individu
 Doel: preventieve maatregelen toepassen voorafgaand het tijdstip vanaf wanneer de aandoening kan
optreden
 Voorbeeld: xylitol kauwgom bij toekomstige moeders, ouders bewust maken van hun eigen mondhygiëne
voor de mondhygiëne van hun kind


2. Early childhood cariës
 Uitgebreide cariës aan bovenfronttanden
 Door regelmatig gebruik te maken van zuigfles met zoetstoffen
 ’s Nachts gevaarlijk door weinig speekselproductie
 Kinderen eten minder goed
 Slapen slecht
 Concentratie problemen
 Negatief gedrag vertonen
 Hoge kosten


3. Meest voorkomende mondaandoeningen?
 Tandbederf
 = het resultaat van een ecologische shift in de biofilm op het tandoppervlak die aanleiding geeft tot een
onevenwicht in de mineraalbalans
 Bacteriën in tandplaque krijgen suiker (brandstof om te vermenigvuldigen) aangeboden en het afval dat hierbij wordt
geproduceerd is zuur
- pH gaat dalen en wanneer de kritische grens wordt bereikt gaat er netto meer mineraal uit het
tandoppervlak worden losgeweekt dan er terug wordt ingebouwd = demineralisatie (minuten)

 Na het staken van de suikerconsumptie stijgt de zuurtegraad terug boven de kritische grens (mede door

buffermechanisme van speeksel) waardoor de losgeweekte mineralen (die nog in de biofilm zitten gevangen) terug kunnen
worden ingebouwd = remineralisatie (30min tot 2u)

 Als men snel was gaan poetsen bestaat de kans dat je je biofilm (waar de mineralen inzitten) gaat wegpoetsen, het
is dus belangrijk om na een suikerconsumptie een voldoende lange rustfase in te bouwen zodat het
natuurlijk herstelmechanisme kan plaats vinden

,  Als zuurstoten zich snel na elkaar opvolgen is er onvoldoende tijd om aangerichte schade te herstellen 
dit leidt tot detecteerbare cavitatie
 Frequentie is belangrijker dan de hoeveelheid!!!
 Voornaamste bacterie in cariësontwikkeling is Streptococcus mutans
- Hoe vroeger de vestiging, hoe groter de aantallen, hoe groter de cariogene aanvalskracht
 Graden van tandbederf
Graad 1 - Aantasting glazuur
- Oppervlak dof en krijtachtig wit  geen klachten
- Reversibel
Graad 2 - Aantating dentine
- Geel bruine verkleuring  uitlopers tandzenuw geprikkeld  milde ontstekingsreactie +
gevoeligheid + cavitatie aanwezig  restauratieve ingreep nodig
Graad 3 - Aantasting pulpa  ernstige ontstekingsreactie + pijn + druk door afgesloten pulpaholte 
pijnstilling dringt slecht door  wortelkanaal behandeling
Graad 4 - Afsterven vitaal weefsel in pulpaholte  bacterie tot voorbij wortel en gaat tot in het
omliggend bot  abces  terug pijn
- Kan een periode pijnloos zijn


 Gingivitis en parodontitis
 Gingivitis
- Tandvleesontsteking = opstapeling van bacteriën in de laag biofilm langsheen het tandvlees 
ontsteking  roodheid + zwelling + bloedneiging
- Reversibel
- Bij goede mondhygiëne zal de ontstekingsreactie verdwijnen
 Parodontitis
- Structuren die het tandvlees vasthouden zijn ontstoken
- Ontstaat bij slecht poetsen en als gingivitis niet wordt behandeld (kaakbot en ophangvezels van de tand worden

afgebroken door bacteriële toxines)

- Tanden gaan losser zitten
- Tandvlees gaat wijken
- Gramnegatieve anaerobe bacteriën spelen een belangrijke rol
 Erosie
 = irreversibel verlies van hard tandweefsel door inwerking van zuren van niet-bacteriële origine
 Oorzaken
- Intrinsieke zuren
- Extrinsieke zuren
- Te weinig speeksel
- Omgeving
 Gebitselementen ondergaan vormverandering
 Gevoeligheid
 Esthetische problemen
 Door verlies van beethoogte kunnen kaakgewrichtsklachten ontstaan
 Andere aandoeningen
 Tandtrauma
 Ontwikkelingsstoornissen
 Malocclusie
 Tandslijtage
 Schisis
 Tandstandafwijkingen
 Mondkanker


4. Catch-up fenomeen
 Tandbederf bij jonge kinderen kan zorgen voor gewichtstoename en groei (in negatieve zin), ontwikkelingsachterstand en
een slechte nutritionele status
 Na tandheelkundige ingreep  toename in groeiritme (catch up fenomeen)

 Over een periode van 1,5 jaar

,HOOFDSTUK 2
1. Recall bias
 Vertekening in de resultaten van studies die ontstaat doordat deelnemers zich bepaalde zaken foutief herinneren
 Retrospectieve (bv case control studies) zijn hieraan onderheving


2. Wat werd er onderzocht bij de Grand Rapids studie? Wat waren de conclusies en getroffen maatregelen?
 Wat werd er onderzocht?
 Studie opgezet om het verband tussen fluordie concentratie in drinkwater en het voorkomen van cariës
aan te tonen
 Men vergeleek het voorkomen van tandbederf (uitgedrukt in DMFT-index) bij kinderen in Aurora (natuurlijk 1,4ppm fluoride

in drinkwater), in Grand Rapids voor en na drinkwaterfluoridering (1ppm)

 Geen longitudinale studie want het zijn niet dezelfde patiënten na 10-15 jaar drinkwaterfluoridering die
worden onderzocht
 Wat waren de conclusies?
 Zeer sterke daling van DMFT-index na drinkwaterfluoridering in Grand Rapids
 DMFT-index was na drinkwaterfluoridering in Grand Rapids gelijkaardig aan de DMFT-index in Aurora
 Wat zijn de getroffen maatregelen?
 Studie was zo succesvol dat men besloten heeft het drinkwater te fluorideren in Grand Rapids


3. Bespreek de begrippen prevalentie en incidentie. Kunnen deze parameters negatief zijn?
 Deze waarden kunnen niet negatief zijn
 Prevalentie
 Aantal gevallen in een bepaalde populatie
 Waarde tussen 0 en 1
 Vaak in procent uitgedrukt
 Bijvoorbeeld: in een bepaalde regio zijn er 442 kinderen waarvan er 82 tekenen van tandbederf vertonen
 prevalentie = 82/442
 Incidentie
 Snelheid waarmee nieuwe gevallen zich voordoen in een bepaalde populatie
 Berekend voor een bepaalde periode
 Minstens 2 metingen nodig want het gaat om nieuwe gevallen die zich in een bepaalde periode
ontwikkelen
 Bijvoorbeeld: in een bepaalde regio zijn er 510 kinderen en in een periode van 1 jaar werd er bij 62 van
hen tandbederf vastgesteld  incidentie = (62x1jaar)/510


4. Bradford hill criteria
 De criteria die nodig is om causaliteit aan te tonen indien om ethische of praktische redenen geen experimenteel
onderzoek (om aan te tonen dat blootstelling tot aandoening leidt) uitgevoerd kan worden
 6 factoren die causaliteit aantonen:
Volgorde Blootstelling gaat vooraf aan de aandoening (longitudinale studie)
Sterkte Hoe sterker het verband, hoe aannemelijker de causaliteit
Specificiteit Indien de blootstelling ook tot andere aandoeningen leidt is de causaliteit minder
waarschijnlijk
Consistentie Voldoende studies moeten beschikbaar zijn en moeten allemaal bevestigend zijn
Dosis-respons Risico op aandoening is afhankelijk van de graad van blootstelling
- Uitzondering = drempelwaarde
Plausibiliteit Verband moet biologisch geloofwaardig zijn


5. Texas teeth
 Witte vlekken en bruine verkleuringen vastgesteld op tanden door Dean  dentale fluorosis
 Texas = the town without a toothache: lagera cariësincidentie bij patiënten met fluorosis
 Verband tussen F-gehalte en het voorkomen van fluorosis vastgesteld

, 6. Voorbeeld studie die de relatie beschreef tussen fluoride en mondgezondheid
1901 John Eager, arts USA marine gevestigd in Napels
- Screening van kandidaat-immigranten naar US
- Noteert aanwezigheid van bruine vlekken (denti neri) en gestreepte tanden (denti scritti) bij gezonde,
jonge mannen en vrouwen
- Eerste wetenschappelijke beschrijving, inclusief hypothese “link met iets in drinkwater?”
1901 Frederick Mc Kay, tandarts in Colorado Springs
- Analoge bevindingen in zijn patiënten
- Noemde dit “Colorado stain”
- Alle delen van bevolking aangetast, in wijde omgeving
1915 Fredering Mc Kay en GV Black, professor
- 5 publicaties over staining
Hypothesen Allerlei hypothesen werden geformuleerd:
- Calcium tekort
- Teveel aan ijzer
- Radioactiviteit
- Erfelijkheid
1927 Mc Kay brengt bezoek aan Napels
- Gehucht in Napels: kinderen hebben geen gevlekte tanden meer na omschakeling drinkwaterbron
- Is nu helemaal overtuigd dat het iets met het drinkwater heeft te maken
Mc Kay slaagde er niet in om oorzakelijke elementen te detecteren via analyses van drinkwater
1931 HV Churchill, ingenieur in aluminium mijnen
- Ontdekt toevallig fluoride in drinkwater (13,2ppm)
- Werd bevestigd in andere regio’s en in een ratexperiment
- Colorado stain = dental fluorosis

1928 Mc Kay stelt vast dat personen met gevlekte tanden minder tandbederf hadden
1942 HT Dean, tandarts-onderzoeker
- Lange termijn onderzoek naar gevlekte tanden
- Nationale epidemiologische studie “disease mapping”
- Relatie tussen F-gehalte en het voorkomen van fluorosis
- Ontwikkelde “Dean-index” voor fluorosis
- 1942: The town without a toothache (Texas)


7. Verschil tussen cross-sectioneel en longitudinaal onderzoek
 Kijk extra papieren
8. Verschil tussen prospectief en retrospectief onderzoek
 Kijk extra papieren
9. Verschil tussen descriptief en analytisch onderzoek
 Kijk extra papieren
10. Wat is causaliteit?
 Blootstelling leidt tot aandoening
 Noodzaakt experimenteel onderzoek
 Indien niet haalbaar (onetisch)  Bradford Hill criteria (aan 6 voorwaarden voldoen)

Volgorde Blootstelling gaat vooraf aan de aandoening (longitudinale studie)
Sterkte Hoe sterker het verband, hoe aannemelijker de causaliteit
Specificiteit Indien de blootstelling ook tot andere aandoeningen leidt is de causaliteit minder
waarschijnlijk
Consistentie Voldoende studies moeten beschikbaar zijn en moeten allemaal bevestigend zijn
Dosis-respons Risico op aandoening is afhankelijk van de graad van blootstelling
- Uitzondering = drempelwaarde
Plausibiliteit Verband moet biologisch geloofwaardig zijn


11. Risicofactoren
 Sommige blootstellingen voldoen niet aan alle criteria
 Oorzaak-gevolg gerelateerd
 Het concept “risicofactor” laat toe om het belang van een bepaalde factor in het ontstaan van een aandoening te
kwantificeren
 Een risicofactor is een omgevingsfactor, gedragsfactor of een biologische factor (meestal bevestigd door
longitudinale studie)
 Indien aanwezig: kans op ontwikkeling van de aandoening neemt toe
 Indien afwezig: kans op ontwikkeling van de aandoening vermindert
 Voorwaarden om een blootstelling als een risicofactor te bestempelen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bot12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.92  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added