Literatuur:
- Weijers & Huijer (2022). Jeugdrecht in de praktijk. Amsterdam: SWP, ISBN 978-90-8560-
183-8 (4e herziende druk)
Hoorcollege 1: Recht en kinderrecht
- De studenten zijn op de hoogte van belangrijke kenmerken van het Nederlandse
rechtssysteem, zoals de verschillende rechtsgebieden;
- De studenten kennen de beginselen van het procesrecht die je tegenkomt als
jeugdprofessional;
- De studenten kennen belangrijke beginselen van het Internationale Verdrag inzake de
Rechten van het Kind (IVRK) op het gebied van jeugdrecht en jeugdzorg.
Recht
Het geheel van alle rechtsregels, wat je wel en niet mag doen. Deze vind je terug in
rechtsbronnen:
- Verdragen (internationale afspraken tussen landen)
- Wetten (nationale afspraken, bijv. Jeugdrecht)
- Jurisprudentie (eerdere uitspraken van rechters waar je beroep op kan doen, wordt
vaak wet)
- Gewoonterechte (iets wat we normaal vinden in de maatschappij, ‘gewoonterecht’,
wordt ook vaak wet, bijv. afbouwen gesloten jeugdzorg of samen plaatsing broer en
zus)
Beroepscode Sociaal Werk = richtlijnen over handelen volgens de wetten
Rechtsgebieden
- Privaatrecht = tussen burgers onderling, ook wel civielrecht of burgerrecht. Over
bijv. koop, hoop of gezag.
- Strafrecht = over strafbare gedragingen en sancties ervan, o.a. Jeugdstrafrecht
- Bestuursrecht = hoe het land zichzelf bestuurt, gemeentes etc.
- Staatsrecht = hoe de staat geregeld is, bijv. koning en ministers
Jeugdrecht
Het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt, met name privaatrecht en een
beetje strafrecht, en bestuursrecht. Pakt onderdelen uit verschillende wetten.
Materieelrecht = inhoudelijke regels, alle rechten en plichten bijv. over gezag en omgang
Formeel recht = regelt het materiele recht, het proces = procesrecht
Procesrecht
Civiele zaken: begint met verzoek aan rechter (verzoekschrift) rechter geeft beschikking
(uitspraak) over bijv. omgangsregeling
Strafzaken: begint met dagvaarding rechter spreekt vonnis uit, ook bij jeugdstrafrecht
,Rechters:
1. Eerst rechtbank (bijv. kinderrechter, kartonrechter (over alimentatie etc.) of
politierechter (kleine feiten))
2. Wanneer niet eens met uitspraak hoger beroep bij Het Hof; kijkend naar zaak
3. Niet eens met die uitspraak in cassatie bij Hoge Raad; kijkend naar proces
Kinderrechten
Rond 1900 kwamen de eerste rechten ter bescherming van het kind; in 1901 in Nederland
kinderenwetten (Kinderwetje van Houten). Na de WOII grote sprong voor Kinderrechten.
Internationale Kinderrechtenverdrag (IVRK, 1989)
Kind werd zelf een rechtssubject met eigen rechten, in Nederland in 1995. Zijn 54 artikelen
met vier basisbeginselen:
1. Artikel 2 – non-discriminatie (het is voor iedereen; vluchtelingen of handicap ook)
2. Artikel 3 – het belang van het kind (is altijd de eerste overweging, alles mag en niet zo
star als bijv. bestuursrecht, betrekt veel andere artikelen) *
3. Artikel 6 – recht op leven en ontwikkeling (bijv. kinderen in oorlog gebieden of
situaties, kind moet altijd onbedreigd kunnen leven)
4. Artikel 12 – participatie recht (hoor-recht, betrokkenheid van het kind)
*Artikel 3 = Best interest of Child-model (BIC)
Benadering die focus legt op het waarborgen van het welzijn en de belangen van kinderen in
verschillende contexten, wordt vaak toegepast in de rechtspraak en maatschappelijk werk om
beslissingen te nemen die levens van kinderen beïnvloeden.
Drie functies van het IVRK:
1. Juridisch middel: in rechtszaken kan je beroepen op kinderrechten
2. Sociaal-politiek: plicht voor overheid en doorwerking in beleid
3. Pedagogische boodschap: voor opvoeders en professionals (hoe gaat het met kind in
jouw land, wat is belangrijk?)
Naleving IVRK Nederland
Elk land dat het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK) heeft geratificeerd, legt iedere vijf jaar
verantwoording af aan het VN-Kinderrechtencomité over hoe het gaat met de naleving van
kinderrechten. Zo ook de Nederlandse staat. Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s)
reageren daarop en verwoorden in een eigen (schaduw)rapportage hun gedeelde visie op de
kinderrechtensituatie
- NL nu van 4e naar 20e plek in 2023
Als jeugd-professional belangrijk om bewust te zijn van de pedagogische boodschap IVRK.
, Hoorcollege 2: Ouderschap & gezag en jeugdwet
- De studenten kennen de begrippen ‘juridisch ouderschap’ en ‘gezag’, zij kennen de
verschillen tussen deze termen en het uitgangspunt na een echtscheiding;
- Zij weten wat de termen betekenen voor het werk van de jeugdprofessional;
- De studenten zijn op de hoogte van de contouren van de Jeugdwet en de organisatie van de
jeugdhulp in Nederland.
In Jeugdhulp vind je de twee termen:
1. Ouderschap
2. Gezag.
Juridisch Ouderschap
Juridische ouder = een levenslange band tussen ouder en kind. Een kind houdt zijn beide
juridische ouders, ongeacht wat er in het leven tussen ouder en kind gebeurt.
Rechtsgevolgen van ouderschap, welke rechten geef jij je kind mee: naamrecht, erfrecht,
onderhoudsplichtig
Én je krijgt rechten als ouder:
- Recht op omgang: artikel 9 IVRK en BW
- Recht op informatie: in AVG en Jeugdwet
Juridisch moeder heeft een sterke positie in de wet, er is altijd een moeder: “uit wie het
kind geboren is” (draagmoeder dus ook)
Juridisch vader gecompliceerder, moet wat doen om vader te worden:
- Erkenning (dan pas heb je gezag). Niet mogelijk bij al twee ouders, als hij <16 jaar is
óf nauw verwant van de moeder is.
- Huwelijks-vaderschap. Dit betekend dat wanneer ouders met elkaar gehuwd zijn, de
man die op het moment van de geboorte gehuwd is met de moeder een juridisch vader
van het kind wordt. Ook voor ouders die een geregistreerd partnerschap hebben. Ook
als de vrouw door een andere man bevrucht is, is de man die op dat een formele relatie
heeft met de moeder, wettelijk gezien de vader van het kind.
- Gerechtelijke vaststelling: bij erkenning gaat het over een man die vrijwillig een
juridische relatie aan gaat en bij een gerechtelijke vaststelling legt de kinderrechter het
juridische vaderschap op. Bijvoorbeeld als de vader overlijdt voordat hij het kind heeft
kunnen erkennen of als de verwekker weigert om zijn kind te erkennen.
- Adoptie: Bij adoptie worden na een rechterlijke uitspraak de adoptieve ouders de
juridische vader en moeder van de jeugdige. Adoptie is hiermee een sterke juridische
ingreep, want juridische banden met biologische ouders worden gebroken doormiddel
van adoptie.
Gezag
Artikel 1; 245 BW: “minderjarigen staan onder gezag” (omdat ze niet handelingsbekwaam
zijn, is een ander beslissingsbevoegd”. Gezag is volgens de wet:
1. Verantwoordelijkheid voor opvoeding en verzorging
2. Beheer van vermogen
3. Juridische handelingen verrichten.
Overig: “er moet in gezag worden voorzien, anders moet er een voorziening worden
getroffen” bijv. bij overlijden van ouders, komt er een peetouder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bloemhermus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.