Hoorcollege 1 Biologische geneesmiddelen, Recombinant DNA & cloneren
• Biologische producten omvatten een breed scala aan producten zoals vaccins, bloed en
bloedbestanddelen, allergenen, somatische cellen, gentherapie, weefsels en
recombinante therapeutische eiwitten.
• Biologische stoffen kunnen bestaan uit suikers, eiwitten of nucleïnezuren of complexe
combinaties van deze stoffen, of kunnen levende entiteiten zijn zoals cellen en
weefsels.
• Biologische geneesmiddelen worden geïsoleerd uit verschillende natuurlijke bronnen-
menselijk, menselijke, dierlijke of micro-organismen - en kunnen worden
geproduceerd met behulp van biotechnologische methoden en andere geavanceerde
technologieën.
Instructie aan de cel: DNA.
1. Cloning recombinant DNA (bacteriën)
2. Protein production (bacteria of eukaryoten)
3. Purification
4. Formulation and storage
Transcriptie en translatie
• Transcriptie: DNA à mRNA
• Translatie: mRNA afgelezen
door ribosomen en wordt een
peptideketen (eiwit)
• DNA-Polymerase: Enzym dat
aan DNA bindt en er een base
aanplakt (doet dit enkel aan de
3’ kant), zelfde voor RNA-
polymerase
Eiwit formatie in de eukaryote cel
(=cel met kern) verloopt in de
volgende stappen:
Transcriptie à Splicing à
Translation à folding
Splicing
• Splicing: intronen worden uit het
pre-mRNA geknipt zodat alleen de exons over blijven
,Waarom zou een cel splicing (exonen andere manier gekoppeld) gebruiken?
• Een cel zou splicing gebruiken om verschillende combinaties van exonen samen te stellen
tijdens de transcriptie van pre-mRNA. Dit proces vergroot de diversiteit van eiwitten die
uit een enkel gen voortkomen. Het stelt cellen in staat om meerdere functionele
eiwitvarianten te produceren door variabele exons te combineren, wat een belangrijke rol
speelt bij de functionele complexiteit en aanpassingsvermogen van het proteoom.
! Therapeutisch wil je geen splicing en kies je voor 1 variant. mRNA gecondenseerde versie
met enkel exonen aanbieden.
Door splicing kunnen er verschillende functionele eiwitten gemaakt worden. Kan ook leiden
tot het vormen van niet functionele eiwitten, wat ziekte kan veroorzaken.
, Terminologie vorming eiwitten
Term Uitleg
Promotor Een promotor is een regio op DNA die de start van genexpressie
aangeeft. Het dient als bindingsplaats voor het RNA-polymerase,
dat betrokken is bij de transcriptie van DNA naar RNA
Transcription start site De transcription start site is de specifieke locatie op het DNA
waar de transcriptie begint. Het markeert het punt waar RNA-
polymerase start met het synthetiseren van een RNA-molecuul.
Translation start site De translation start site is de positie op het mRNA waar het
ribosoom begint met het aflezen van de genetische code om een
eiwit te synthetiseren.
Pre-RNA en mRNA Pre-RNA is het onbewerkte RNA-molecuul dat ontstaat tijdens
transcriptie. mRNA (messenger RNA) is het gerijpte, functionele
RNA-molecuul dat codeert voor eiwitten na RNA-processing.
Introns Introns zijn niet-coderende regio's binnen een gen die worden
getranscribeerd maar niet vertaald naar eiwitten. Ze worden
tijdens RNA-processing verwijderd.
Exons Exons zijn de coderende regio's binnen een gen die de instructies
bevatten voor de uiteindelijke eiwitstructuur. Ze worden
behouden tijdens RNA-processing.
Splicing Splicing is het proces waarbij introns worden verwijderd en
exons worden samengevoegd om functioneel mRNA te vormen.
*Intronen worden uit het pro-mRNa geknipt zodat alleen de
exons over blijven
Poly A tail De poly A tail is een reeks adenine-nucleotiden aan het 3'-einde
van een mRNA-molecuul. Het speelt een rol bij stabiliteit en
transport van het mRNA.
*Niet terug te vinden in het DNA (enzym maakt dit), signaal
voor de cel dat mRNA moet worden gevormd tot eiwit. Helpt om
mRNA te beschermen tegen afbraak en om de keten naar de
ribosomen te transporteren om hier de polypeptide te kunnen
vormen.
Untranslated region UTR is het niet-vertaalde gebied aan beide uiteinden van een
(UTR) mRNA-molecuul. Het reguleert de eiwitsynthese en kan
betrokken zijn bij celcommunicatie.
*Stuk RNA dat niet codeert voor een eiwit; kan wel belangrijk
zijn voor transport, regulatie bijvoorbeeld
5’ en 3’ side of DNA of 5' en 3' verwijzen naar de uiteinden van een DNA- of RNA-
RNA streng. Bij DNA lopen ze van de vijfde koolstof (5') naar de
derde koolstof (3') van de desoxyribose-ring. Bij RNA verwijzen
ze naar de vijfde koolstof (5') naar de derde koolstof (3') van de
ribose-ring.
Codon Een codon is een set van drie nucleotiden op het mRNA dat
codeert voor een specifiek aminozuur tijdens eiwitsynthese.
Codons vormen de genetische code.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller photographycuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.