H1: Terreinverkenning
1.1 Een korte historiek
1.1.1 De verre voorgeschiedenis
Voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
Ervaringen die personen opdoen
o Antwoord op spontane vragen en stukjes inzicht die bij mensen opkomen
= voedingsbodem van iedere wetenschap
Overpeinzingen van filosofen
o Maakten vroeger ontwikkelingen v/d mens
o Wat ‘typisch’ was voor een levensfase
o Sommigen die tot meer genuanceerde inzichten kwamen
Cicero (p13)
o Nativisten
- Mens ontwikkelt zich tot wat de natuur ons meegeeft
- Alles ligt ± vast bij geboorte
o Empiristen
- Nadruk leggen op de rol van ervaringen & opvoeding
- Ieder kind dat geboren wordt kan nog alle kanten uit
o Nature-nurture debat
- Nature: natuurlijke aanleg die je meekrijgt bij bevruchting
- Nurture: alle invloeden die daar nadien op inwerken
Zowel fysiek als psychologisch
1.3 Factoren die de ontwikkeling sturen
2invloeden op jou al persoon:
1.3.2 Invloeden vanuit het mileu
Ecologische systeemtheorie
Microsysteem
o Rechtstreeks contact met persoon
o Tweerichtingsverkeer
o Vb. vriendengroep, gezin
Mesosysteem
o Interacties tussen groepen microsysteem
Exosysteem
o Aspecten v/d sociale omgeving
o Geen directe invloed op persoon
o Vb. maatschappelijke positie i/d vriendenkring
Macrosysteem
o Cultuur, waarden, normen…
Chronosysteem
o Vb. corona
Naar een bio-ecologisch ontwikkelingsmodel
Bronfenbrenner & Ceci
Belang van bio factoren i/d ontwikkeling een duidelijker plaats geven
Iemand erfelijk stelt wel grenzen stelt aan wat wel/niet mogelijk is i/d ontwikkeling
Wou zorgen dat sociale omgeving niet meer onderschat werd
Niet pos ingegaan op op impact van bio factoren
1
,1.3.2 Interacties tussen erfelijkheid & milieu
Milieu & erfelijkheid = Siamese tweeling => de ene kan niet zonder de andere
Het relatieve gewicht van erfelijkheid & milieu
Richting of snelheid waarin een eigenschap zich ontwikkeld
Wordt soms meer door de ene factor bepaald dan door de andere
Zie pg 37 voor voorbeelden + sofia
Invloed v/d erfelijkheid op het milieu
Soms in elkaar verstrengeld
Moeilijk om relatieve bijdrage van beide factoren uit elkaar te halen
Als erfelijkheid meebepaalt welke omgevingsinvloeden reëel op iemand zullen
inwerken
Indirecte invloed
o Gebeurd vb. bij ouders
o Ouders zijn vb. zeer muzikaal => beschikken over specifieke genen die zij doorgeven
MAAR ook grote kans dat ze hun milieu (vol muziek) ook zullen aanbieden
o Genen ouders => meebepalend voor het soort milieu-invloeden waarin de kinderen
blootgesteld worden
o Onmogelijk uit te maken van waar het muzikale talent komt
Directe invloed
o Wie van nature behoorlijk muzikaal is heeft veel kans gevoeliger te zijn voor het soort
prikkels die dat speciale talent voeden
o Begunstigde omgevingsinvloeden hebben meer impact op zo iemand dan iemand
anders van dezelfde omgeving
Invloed v/h milieu op de erfelijkheid
Kunnen blijvende structuurveranderingen aanbrengen in erfelijk materiaal
Mutaties
o In voortplantingscellen:
- Erfelijk doorgegeven
- Terug te vinden in alle cellen dat uit de gemuteerde cel ontstaan
o In gewone lichaamscellen
- Meeste mutaties
- Gevolgen = beperkt
- Kunnen soms aanleiding geven tot kanker
Genen
o DNA-structuur wordt niet aangepast
o Laten niet continu invloed gelden
o Naargelang nood aan eiwitten worden ze aan/uitgezet
Milieufactoren spelen beslissende rol
Vb. sociale positie
Epigenetica
o Mechanismen die ervoor zorgen dat de werking van bepaalde genen
langdurig/levenslang worden uitgeschakeld ZONDER feitelijke structuur DNA aan te
passen
2
, 1.3.2 Zelfsturing als 3de factor
Mens ≠ enkel toevallig product van krachten die we enkel willoos kunnen ondergaan
Kan meer richting geven aan zijn eigen ontwikkeling
o Zelfbepaling
o Persoonlijke vrijheid
o Eigen verantwoordelijkheid
3 vaststellingen:
Mens ervaart zekere vrijheid
o Zelf keuzes kunnen maken
o Vb. richting die je gaat doen
o Vrijheidsgevoel
- = zelfbepalingsstandpunt
- Deterministen: is een illusie, mensen hebben weinig inzicht i/d ‘werkelijke’
determinanten van hun gedrag
Mensen nemen soms totaal onverwachte wendingen in hun leven, die niet meteen verband
brengen met dingen uit het verleden/heden
o Vb. iemand waarvan je het niet had verwacht die een misdaad pleegt
o Deterministen: mensen waren ooit wel in staat om de echte determinanten v/e
dergelijke ommezwaai bloot te leggen
Vaststelling dat de mens toch wel een heel apart soort wezen is
o Zelfbewustzijn p41
H2: Twee fundamentele
ontwikkelingstheorieën
3
, 2.1 De psychosociale identiteitstheorie van Erikson
2.1.1 Situering top Freud
Bracht veel eigen accenten aan i/d theorie van Freud + nieuwe theorie
De constructieve rol v/h ego
Freud Erikson
Ich = helemaal in dienst van Es Ego = belangrijkste instantie binnen
persoonlijkheid
Defensieve functie van Ich Constructieve taak (problemen op een pos
manier aanpakken)
Erikson = egopsycholoog
Door functie aan ego toe te kennen
Innerlijke/psychische conflicten
o Veel tegenstrijdigheden
o Vb. ene keer ontspannen en vol zelf vertrouwen voelen, kort daarna vol twijfel &
zelfbeklag zitten
Sociale spanningen
o Vb. hoe ik mijzelf ervaar en hoe anderen mij zien
Functie ego:
o Tegenstelling (zoals hierboven) te overbruggen
& zo groot mogelijke harmonie bewerkstelligen
o Zowel binnen persoon zelf als in zijn relatie met de sociale omgeving
Psychosociale identiteit
o = continue groei
o Het ervaren van innerlijke eenheid = psychische identiteit
o Voldoende harmonie ervaren tussen de eigen persoon & de sociale omgeving
o Maw: je goed in je eigen vel voelen
Het belang v/d sociale omgeving
Freud
o dynamiek gedrag => intrapsychisch
o psychoseksuele ontwikkeling
Erikson
o interpsychisch
- Omgeving
- Iedere levensfase = ander segment v/d sociale omgeving dat prominent op de
voorgrond treedt
o Psychosociale ontwikkelingstheorie
Verschil tss theorieën: soort materiaal waarop ze zich baseren
o Freud: klinische gesprekken met volwassenen die i/d knoop zaten
o Erikson:
- studie van jongeren
- indianenvolkeren
vb. 2 volkeren die kinderen op heel andere manier opvoeden (p47)
de positieve betekenis van verschillen
freud
o theorie obv analyse van psychiatrische patiënten die ergens vastlopen in hun
ontwikkeling
o crisis = iets onheilspellends
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laralauwaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.32. You're not tied to anything after your purchase.