Hoorcollege 6-11-2023
Tractus respiratorius: ademhalingsstelsel, normale ademfrequentie is 12-15
teugen per minuut. Ademhalingsfrequentie verandert vaak als eerst als iemand
ziek is. Ademhaling belangrijk voor opname van zuurstof en afgifte van
koolstofdioxide en andere afvalproducten. In alle cellen vindt stofwisseling
(metabolisme) plaats, bij voorkeur aerobe dissimilatie (glucose + zuurstof -->
koolstofdioxide + water + ATP).
Anatomie en opbouw van de luchtwegen:
Neusholte- keelholte (pharynx)- luchtpijp- bronchiën- bronchi lobares-
bronchi segmentales- bronchiolen (eerst teminale bronchioli daarna
respiratoire bronchioli)-longblaasjes.
De keelholte wordt opgedeeld in de nasopharynx (holte achter de neus),
oropharynx achter de mond en de hypopharynx/ laryngopharynx. Het
ademhalingsstelsel en voedingsstelsel kruizen elkaar. Door middel van de huig
(uvula) en het strotklepje (epiglottis) gaan deze stelsels niet door elkaar heen.
Het strottenhoofd (larynx) bestaat uit een bot, het hyoid (tongbeen), daaronder
zitten 2 kraakbeen structuren: het schildkraakbeen (cartilago thyroidea) ook wel
adamsappel en het ringkraakbeen (cartilago cricoidea). Ter hoogte van het
schildkraakbeen zitten 2 spierplooien van de m. vocalis (stembanden),
daarboven zitten 2 bindweefselplooien die zorgen dat de stembanden vochtig
blijven. Functies stembanden: praten (bij uitademing gaan stembanden trillen),
luchtweg nog verder afsluiten bij een hap eten.
De luchtpijp bestaat uit kraakbeen hoefijzers. Aan de achterkant is de openkant,
dit is handig omdat de slokdarm goed kan bewegen dan. Luchtwegen zijn
bekleed met epitheel, waardoor slijm etc. weggeveegd kan worden. Bronchiën
vertakken steeds tot kleinere luchtwegen.
Longen krijgen bloed van longslagader, energievoorziening vanuit arterie
bronchialis.
Aveoli: hier vindt de gasuitwisseling plaats. Rondom de longblaasjes liggen de
capillairen. Wand van longblaasjes en capillairen is 1 laag dik --> korte
diffusieafstand. Bij de longblaasjes is ook scheiding tussen intern en extern
milieu. In de longblaasjes vindt diffusie plaats. In de capillairen is een lage PO2
en een hoge PCO2. In de longblaasjes is een hoge PO2 en een relatief lage PCO2.
Hierdoor gaat zuurstof de capillairen in en koolstofdioxide de capillairen uit. In
het haarvat bindt zuurstof aan hemoglobine hierdoor komt een H+ ion vrij, deze
bindt aan HCO3- waardoor water en koolstofdioxide ontstaat en koolstofdioxide
diffundeert naar de aveoli. In de weefsels gebeurt het omgekeerde.
Ademen door neus: zorgt voor verwarmen, bevochtigen, zuiveren en
waarschuwen van ingeademde lucht.
De longen worden aan de ventrale kant beschermd door de ribbenkast, aan de
dorsale kant ook beschermd door de ribbenkast. Caudaal worden de longen
beschermd door middenrif (diafragma). Tussen de longen zit het hart, deze
plaats noem je het mediastinum. Linkerlong heeft 2 kwabben en rechterlong
heeft er 3 omdat het hart naar links ligt met de punt.
,De longpoort (longhilus) zorgt ervoor dat de grote bloedvaten uit het
mediastinum en de grote bronchiën de longen in komen. De longen zijn omgeven
door 2 vliezen: pleura viscerale (direct om het longweefsel) en pleura pariëtale
(direct tegen de borstwand). Tussen deze vliezen zit een laagje vocht, waardoor
de vliezen langs elkaar kunnen bewegen. Tussen de vliezen is een vacuüm,
hierdoor zijn de longen als het ware opgehangen aan de borstholte. Als het
vacuüm opgeheven wordt ontstaat een pneumothorax.
Ademhaling: ventilatie is het verversen van lucht in de luchtwegen.
Inademing: in rust vooral buikademhaling: het diafragma plat af --> longen gaan
naar beneden --> onderdruk --> inademen. Externe tussenribspieren laten
borstkas optillen waardoor longen groter wordt. Inademen kost energie.
Hulpademhalingsspieren: in hals en in nek.
Uitademing: diafragma gaat terug naar normale vorm --> longen kleiner -->
bovendruk --> uitademen. Externe tussenribspieren ontspannen en thorax gaat
weer naar beneden. Uitademen kost geen energie. Met kracht uitademen
gebruik van buikspieren.
Regulatie: verschillende sensoren of verschillende plekken, bijv. in aorta. Die
registreren de zuurgraad van het bloed. Veel CO2 aanwezig is veel H+ waardoor
het bloed zuurder is. Er moet extra CO2 afgeblazen worden. Dit wordt vanuit de
hersenstam naar de longen doorgegeven en hierdoor gaat iemand sneller of
dieper ademhalen. Dus zuurstofgebrek is niet onze ademhalingsprikkel.
Volume en capaciteiten: meten door middel van longfunctieonderzoek,
spirometrie --> ademen door een buisje.
- Bij een rustige in- en uitademing adem je ongeveer 500 ml in en uit =
teugvolume (VT).
- Na een rustige inademing kan je nog meer inademen, deze extra ml die je
kunt inademen noem je inspiratoir reservevolume (IRV). M: 3L, V: 2L.
- Na rustige uitademing hetgeen wat je nog verder kan uitademen:
expiratoir reservevolume (ERV). 1 L
- Inspiratoir capaciteit: VT+IRV
- Wat je maximaal kan in- en uitademen: vitale capaciteit (VC=
IRV+ERV+VT). M: 4,5 L, V: 3,5 L.
- Het volume dat overblijft in je longen is je residuaal volume (RV). M: 1,5 L,
V: 1 L.
- Totale longcapaciteit (TLC) = RV+ VC. M: 6 L, V: 4,5 L.
- Functionele residuale capaciteit (FRC) = wat er in je longen blijft na een
rustige uitademing (ERV+RV). Met deze lucht kan gaswisseling
plaatsvinden. Per ademhaling wordt maar een klein deel (350 ml)
ververst.
Het ademvolume in rust is ongeveer 7,5 liter. (500 ml x 15 teugen).
Eensecondelongcapaciteit: is een maat voor de doorgankelijkheid van de
luchtwegen. Je bepaalt de FEV1/VC ratio. Bij jongvolwassenen is deze 83% en bij
ouderen rond de 70%. Bij COPD of andere longaandoeningen is deze <70%.
, Hoorcollege 7-11-2023
Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): de luchtwegen zijn ontstoken
(chronische bronchitis) en de longblaasjes gaan kapot (longemfyseem), hierdoor
vindt er minder gaswisseling plaats. COPD is een chronische progressieve ziekte,
de ernst van de klachten neemt met de tijd toe.
Klachten die horen bij COPD: benauwd, kortademig (dyspnoe), hoesten, piepen,
sputum, cyanose (perifeer of centraal), periodes van exacerbaties door virussen
of bacteriën. COPD is een ziekte van het hele lichaam, begint met klachten van
de longen. Maar conditie, spiermassa, eetlust neemt ook af. Doordat de
spiemassa afneemt gaat het samentrekken van de longen ook minder goed.
Hoe ontstaat COPD: Er is een stukje erfelijke aanleg, roken is een risicofactor
voor COPD, blootstelling aan stoffen in de lucht, het beroep wat je doet. Als het
enzym alfa-1-antitrypsine niet meer werkt (door ontbreken van gen) breekt
elastine af in het bindweefsel van de longen.
Gevolg van emfyseem: de longblaasjes gaan stuk, grote 'bollen' blijven over. Er
blijft nauwelijks oppervlak over voor gaswisseling. Bij COPD wordt gekeken daar
spiermassa, vorm thorax en longen.
Diagnose stellen:
Anamnese: vragen naar klachten, wanneer, roken, werk/hobby, blootstelling
stoffen, aanleg familie.
Lichamelijk onderzoek:
- Inspectie: indruk van de patiënt, kleur, kortademig,
ademhalingsfrequentie, gebruik van hulpademhalingsspieren.
- Palpatie: verminderd vermogen tot ademexcursie ja/nee. Je voelt weinig
uitademing.
- Percussie: toon (sonoor (matig, laagfrequent geluid), hypersonoor (geluid
klinkt holler, demping).
- Auscultatie: geluiden (piepen en rochelen etc.). Je hoort de obstructie
Voor COPD gebruik je het liefst spirometrie. Bij COPD is er dus obstructie, je krijgt
steeds meer moeite om de lucht uit je luchtwegen te halen. Je ziet een toename
van het residuale volume en een afname van de vitale capaciteit. Dus een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saraveerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.