Toetsvragen en extra toetsvragen pearson my lab, ontwikkelingspsychologie
14 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie
Institution
Ontwikkelingspsychologie
Book
Ontwikkelingspsychologie
Dit document bevat alle toetsvragen en vrijwel alle extra toetsvragen die te vinden zijn op Pearson my Lab. Mocht je hier geen inlogcode voor hebben omdat je een tweedehands boek hebt bijvoorbeeld, is dit een ideaal document om alle vragen en antwoorden door te nemen om jezelf te toetsen.
Toetsvragen ontwikkelingspsychologie
Deel 1: de ontwikkeling van het kind
Hoofdstuk 1: een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1. Ontwikkelingspsychologie is een wetenschappelijke benadering van
ontwikkelingsvraagstukken die zich bezighoudt met ..... in het leven van kinderen,
adolescenten en volwassenen.
Groei, verandering, stabiliteit
2. Het vakgebied van psychologie bestaat grofweg uit 4 hoofdthema´s: fysieke ontwikkeling,
sociaal-emotionele ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en...
Cognitieve ontwikkeling
3. Sommige ontwikkelingspsychologen proberen te achterhalen of er culturele verschillen
bestaan in de factoren waaraan kinderen hun successen en mislukkingen op school
toeschrijven. Met wel thematisch gebied houden deze ontwikkelingspsychologen zich bezig?
Cognitieve ontwikkeling (ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met leren, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie. Dus ook met schoolse prestaties)
4. Is deze stelling juist?
De leeftijdscategorieën die de onderzoekers van ontwikkeling van kinderen bestuderen, zijn
onderverdeeld op basis van nauwkeurige studies naar de ontwikkeling in de verschillende
leeftijdscategorieën.
Onjuist
5. Wat is een voorbeeld van een cohorteffect?
Een oorlog. (ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond
dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren. Belangrijke sociaalhistorische gebeurtenissen zoals
oorlogen, economische groei en crisis, hongersnoden en epidemieën hebben bepaalde
invloed op alle leden van de cohort)
6. Wat is een voorbeeld van een niet-normatieve invloed op de ontwikkeling van een kind?
Het winnen van een wetenschapswedstrijd. (we spreken van niet-normatieve
gebeurtenissen of invloeden als het gaat over specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in
het leven van een bepaald persoon, terwijl de meeste anderen hier niet mee te maken
krijgen)
7. In de eerste helft van de 20e eeuw ontstond een trend die enorme invloed heeft gehad op
ons inzicht in de kinderlijke ontwikkeling. Welke trend was dat?
Het uitvoeren van grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken naar kinderen
8. Waarom is het concept plasticiteit belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen?
Daarmee ligt de nadruk minder op de kritieke ontwikkelingsperioden
9. Is deze stelling juist?
Erfelijke eigenschappen kunnen de omgeving van kinderen mede vormgeven.
, Juist. (dit is een onderdeel van het debat over nature en nurture. Een kind wat veel huilt bv
zorgt ervoor dat zijn omgeving zich ook ellendiger voelt)
10. Is deze stelling juist?
Veranderingen in de samenleving, bijvoorbeeld op het gebied van armoede en terrorisme,
zullen in de toekomst de invloed van het studiegebied van de ontwikkelingspsychologie
vergroten.
Juist.
Extra toetsvragen
1. Welke van de volgende uitspraken over ontwikkelingspsychologie is waar?
Ontwikkelingspsychologie...
Is gericht op de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit
3. Wat wordt bedoeld met de uitspraak ‘de gehanteerde leeftijdsgroepen in de
ontwikkelingspsychogie zijn sociale constructies’:
Dat de indeling in leeftijdsgroepen afhangt van de maatschappij en cultuur
4. Oscars kamer is altijd een rommel. “Je moet opgegroeid zijn in een varkensstal!”, zeg Felix.
“Echt niet!”, antwoord Oscar. “Ik ben op die manier geboren”. De vrienden bediscussiëren
de kwestie van:
Nature vs Nurture
5. De ontwikkeling waarin de groei van het lichaam een rol speelt, met inbegrip van hersenen,
zenuwstelsel, spieren en zintuigen en behoefte aan voedsel, drinken en slaap heet:
Fysieke ontwikkeling
6. De manier waarop de interacties van personen met anderen en hun relaties groeien,
veranderen en in de loop van het leven stabiel blijven, is onderdeel van de:
Sociaal-emotionele ontwikkeling
7. Dr. Jansen doet onderzoek naar het probleemoplossend vermogen van jonge kinderen. Zij is
naar alle waarschijnlijkheid geïnteresseerd in:
Cognitieve ontwikkeling
8. Dr. Van der Aa heeft waargenomen dat kinderen pas op de kleuterschool een schuldgevoel
ontwikkelen. Dr. Van der Aa houdt zich hier bezig met:
Morele ontwikkeling
9. Hoewel het in eerste instantie verwees naar biologische factoren, heeft het in de loop der
tijd andere betekenissen gekregen, die bijvoorbeeld wijzen naar huidskleur, religie of
, cultuur. Bovendien is het begrip, zoals oorspronkelijk bedoeld, buitengewoon onnauwkeurig.
We hebben het over het begrip:
Ras
10. .... verwijst naar culturele achtergrond, religie, nationaliteit en taal.
Etniciteit
11. Een groep mensen die in dezelfde tijd in dezelfde plaats is geboren is, heet een:
Cohort
12. Wat is een voorbeeld van leeftijdgebonden invloed op de ontwikkeling van kinderen?
Het bereiken van de pubertijd
13. De toenemende focus op de kindertijd eind 18e, begin 19e eeuw kan deels worden
toegeschreven aan:
Industrialisatie
14. Wat is een voorbeeld van een normatieve gebeurtenis als het gaat om invloeden op de
ontwikkeling van kinderen?
Tijdens een oorlog opgroeien
15. Welke termen horen hier op de lege plekken te staan:
Natalie gelooft dat ontwikkeling geleidelijk gaat, oftewel het resultaat is van ..1..
verandering, terwijl gelooft dat ontwikkeling faseachtig is, oftewel het resultaat van ..2..
verandering.
1. Continue
2. Discontinue
16. De aanwezigheid of afwezigheid van specifieke omgevingsinvloeden tijdens de ..... periode
kan waarschijnlijk permanente, onomkeerbare consequenties veroorzaken.
Kritieke
17. Onderzoek dat de opvatting ondersteunt dat de intelligentie van kinderen grotendeels te
danken is aan de genen die kinderen van hun ouders erven, impliceert dat deze ontwikkeling
voornamelijk het resultaat zou zijn van:
Nature
18. Wanneer ontstond de trend om grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken
naar kinderen en hun ontwikkeling tijdens het leven uit te voeren?
In de 20e eeuw
19. Wat is het verschil tussen de concepten ‘kritieke periode’ en ‘gevoelige periode’?
Het concept van gevoelige perioden onderkent de plasticiteit (verandering) van mensen in
ontwikkeling, het concept van de kritieke perioden nauwelijks.
20. Is deze stelling juist?
Dhr. Jansen geeft rekenen aan 10-jarige kinderen. Dhr. Jansen werkt dus volgens de
leeftijdsindeling in het boek Ontwikkelingspsychologie met adolescente leerlingen.
, Onjuist
21. Is deze stelling juist?
De vraag is tegenwoordig niet meer of een bepaalde eigenschap of gedrag door nature of
nurture wordt veroorzaakt, maar in welke mate hun invloed laten gelden.
Juist
22. Is deze stelling juist?
De epigenetica is een belangrijke opkomende onderzoekstak die de effecten bestudeert van
omgevingsinvloeden en de ervaringen op de uiting van onze genen.
Juist
23. Is deze stelling juist?
Een onderzoeker die zich alleen op de zuigelingenperiode concentreert, gaat uit van het
levensloopmodel.
Onjuist
24. Is deze stelling juist?
Plasticiteit verwijst naar het idee dat ontwikkeling veranderlijk is.
Juist
25. Is deze stelling juist?
Maturatie is het proces waarbij omgevingsinvloeden en ervaringen zorgen voor groei en
ontwikkeling.
Onjuist (maturatie is het proces van geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie)
Hoofdstuk 2: Theoretische perspectieven en onderzoek
1. Hedendaagse onderzoekers die geheugen en leren bestuderen, suggereren dat we
herinneringen hebben waarvan we ons niet bewust zijn en die een belangrijke invloed
hebben op ons gedrag. Bij welk perspectief in de ontwikkelingspsychologie sluit de nadruk
op het onbewuste aan?
Psychodynamische perspectief. (Voorstanders van het psychodynamisch perspectief
geloven dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten
waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft).
2. Volgens de cognitieve psycholoog Piaget is het menselijk denken gerangschikt in geordende
mentale patronen die gedragingen en handelingen representeren. Hoe noemt hij deze
patronen?
Schema's
3. Wat wordt in het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner bedoeld met het
microsysteem?
De directe omgeving waarin kinderen hun dagelijks leven doorbrengen. (Het micro-
systeem is de dagelijkse, directe omgeving waarin kinderen leven. Hun thuis, hun ouders of
verzorgers, hun vrienden en hun leraren zijn allemaal onderdeel van hun microsysteem).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvpabo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.