Deelcontext 1. Einde van een regionale grootmacht (1842-1911)
Kenmerkende aspecten
Ä 8c. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
Ä 8d. De opkomst van emancipatiebewegingen.
Ä 8f. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme.
Ä 9h. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Een verzwakte staat
Begin 19e eeuw in China nog steeds een keizer aan de macht, afkomstig uit de Qingdynastie
(= Keizerlijke dynastie die in 1911 werd afgezet)
Hij beschouwde zichzelf als de ‘zoon van de hemel’ en noemde zijn land ‘het middelpunt van
de wereld’.
Regeerde vanuit een luxueus paleizencomplex in Beijing (Peking).
Hij woonde daar met zijn familie en werd ondersteund door onwijs veel ambtenaren.
Kon alleen toetreden bij de rijke ambtenaren als je uit een rijke familie kwam.
De familie was dan in staat om hun zonen zijn studie te financieren, om zo het verplichte
staatsexamen af te leggen. Hierin werden ze getoetst op hun kennis over het
confucianisme (= Een land kan alleen in harmonie voortbestaan wanneer iedereen in de
samenleving zich aan zijn meerdere(n) zou onderwerpen)
Door de leer van het Confucius werd de hiërarchie eeuwenlang geaccepteerd.
Toenemende economische problemen
Einde van 18e kreeg China problemen, die de macht van de keizer en ambtenaren
ondermijnd.
1. Het land kreeg verschillende hongersnoden, omdat de bevolking toenam maar de
landbouwproductie niet.
2. Ontstond veel onvrede door de grote corruptie van de ambtenaren (in het bestuur)
- De bevolking kwam meerdere keren in opstand.
- Met moeite kon het ouderwetse leger van de Qingkeizers de opstanden
onderdrukken.
- Leger had ook moeite met de verdediging van de grenzen. Ze moesten strijden tegen
Europa, die China als makkelijke prooi zag.
Modern Imperialisme
Sinds de 16e was er enige sprake van overzeese handel tussen China en Europa.
Europanen hadden veel bewondering voor zeer ontwikkelde en machtige China.
China vond de Europeanen ‘barbaren’, die hun niets konden leveren waarin zij
geïnteresseerd waren. China beperkte dan ook de handel.
Vanaf de 19e kreeg China te maken met het modern imperialisme (= Het verschijnsel vanaf de
19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën
gebruiken als producenten van grondstoffen en als afzetgebied) KA 8c
, Als gevolg van de industrialisatie (= Mechanisering van de arbeid) kreeg de EU een
technologische voorsprong op China.
EU weigerde vaker de wil van Chinese keizers.
De Britten trokken niks meer aan van Chinese handelsverboden
- Britten smokkelde hun producten China binnen om ze te ruilen voor Chinese
producten.
- Opium, een sterk verslaafde drug, werd vooral met dat doel binnengebracht.
- De Chinese keizer was woedend, en liet in 1839 de Britse opium vernietigen.
- Dit leidde tot twee Opiumoorlogen (1839-1860). China vocht hierin tegen
Groot-Brittannië (later ook tegen Frankrijk).
- China verloor beide oorlogen, en werd gedwongen verschillende ongunstige
verdragen te sluiten.
Door deze ongelijke verdragen (= Reeks nadelige verdragen die buitenlandse mogendheden
in de 19e eeuw onder militaire druk van China afdwongen) namen GB en FA de Chinese
markt over.
Britse en Franse handelaren kregen toegang tot kuststeden in het zuidoosten en
oosten van China, waaronder Shanghai.
In sommige van deze steden gingen Europeanen zelf de diensten uitmaken: Fransen
en Britten patrouilleerden, hieven belasting en spraken recht over hun eigen
mensen. Bijvoorbeeld Hongkong, onder leiding van de Britten.
Andere landen, zoals de VS, Rusland en later Japan, volgden het beeld op.
Zetten China onderdruk, en sluiten ongelijke verdragen.
Zij dwongen hun voor gunstige handelsvoorwaarden en namen Chinese
overheidstaken over, zoals het heffen van importbelastingen.
Einde van de 19e eeuw namen westerse landen met geweld enkele Chinese steden in die
verder van de kust lagen.
De keizerlijke overheid verloor steeds meer zeggenschap over het grondgebied en liep
inkomsten mis.
Dit wekte ook bij de Chinese bevolking veel woede op, zowel op het buitenland als het
bestuur van de Qingkeizers zelf.
De Chinezen verzetten zich
Chinezen vonden dat het land naar westers model moest worden gemoderniseerd.
Ambtenaren hielden dat tegen.
Gevolg = Westen werd machtiger en de Chinese overheid kon de sociaaleconomische
problemen in het land nauwelijks meer oplossen.
Dit zorgde voor het uitbreken van verschillende politieke en religieuze opstanden.
Zowel tegenstelling tussen arme boeren en rijke, corrupte ambtenaren
Maar ook etnische spanningen tussen het grootste volk, de Han, en andere volken.
De twee grootste opstanden waren de Taipingopstand (1851-1864) en de
Nianopstand (1853-1868)
- 1. Taipingopstand werden grote delen van het midden, zuiden en oosten
van China in as gelegd. Leider beschouwde zichzelf als ‘de broer van Jezus’.
Hij was door God gezonden om een einde te maken aan de Qingdynastie, en
hij dacht dat de keizer geen Han-Chinees was en ‘samenspande’ met de
westerlingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 126568. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.