Samenvatting Tentamenstof actoren in de rechtshandhaving
24 views 3 purchases
Course
Actoren in de rechtshandhaving
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Studieboeken Criminologie
Samenvatting van alle belangrijke tentamen stof voor het vak actoren in de rechtshandhaving (1e jaars Criminologie).
- Literatuur (hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 8)
- Hoorcollege
-Werkgroepen
Hoofdstuk 1: Inleiding
Opsporing
Een belangrijke taak van de politie is het opsporen van verdachten
en het vergaren van bewijs zodat de berdachten verder vervolgd
kunnen worden:
o Buiten de politie zijn er bijzondere opsporingsdiensten
(BOD’en) die zich met opsporing op specifieke terreinen
bezighouden.
o Wanneer het bijvoorbeeld gaat om financiële fraude en
misdrijven in de belastingsfeer dan is dat het terrein van de
Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD).
Een officier van justitie stuurt het onderzoek van politie en BOD’en.
Wanneer er bijzonder middelen moeten worden ingezet, zoals een
huiszoeking of wanneer er personen moeten worden aangehouden dan
vraagt de OvJ hiervoor toestemming aan de rechter-commissaris.
De verdachte kan zich vanaf het begin laten bijstaan door een advocaat.
De advocaat heeft de expliciete taak de belangen van de verdachte te
behartigen. Ook als dat zou ingaan tegen maatschappelijke belangen.
Vervolging
Als de officier van justitie denkt dat er voldoende bewijs is om tot
vervolging over te gaan, dan wordt de zaak door de politie of BOD
overgedragen aan het Openbaar Ministerie.
De OvJ kan een zaak zelf afdoen door te seponeren of een transactie
aan te bieden. Of hij kan de verdachte dagvaarden, hierbij komt de
zaak dan bij de rechter terecht.
In de vervolgingsfase is het de taak van de officier van justitie om het
bewijs te presenteren en als vertegenwoordiger van de samenleving een
straf te eisen.
Het is weer de taak van de advocaat om de verdachten bij te staan.
Door twijfel te trekken of contrabewijs te leveren.
De reclassering (die bij alle fasen in de strafrechtspleging aanwezig
is) kan worden verzocht om onderzoek te verrichten naar de
achtergrond en het recidiverisico van de verdachte. Teneinde de
rechter adviseren over de afdoening en interventiemogelijkheden of
andere voorwaarden die door de rechter aan de afdoening
verbonden kunnen worden.
- Als de verdachte minderjarig is, verricht de Raad voor de
Kinderbescherming soortgelijk onderzoek en brengt daarover een
adviesrapport uit.
Het Nationaal Forensisch instituut (NFI) kan onderzoek doen naar
allerlei sporen zoals bijvoorbeeld: DNA. Een belangrijke vraag bij de
oplegging van een straf of maatregel is: Wat is de geestelijke gesteldheid
,van de verdachte ten tijde van het plegen van het delict. Ook de
inschatting van de kans op recidive is van belang.
De inschatting van de kans op recidive wordt vaak gedaan door de
Reclassering.
Slachtoffer als partij
Ook het slachtoffer speelt een steeds grotere rol in het strafproces. Lange
tijd bleef die rol beperkt tot toeschouwer, maar in de afgelopen jaren is het
slachtoffer meer op de voorgrond gekomen. Er kunnen drie rollen
onderscheden worden:
1. Als belangstellende kan het slachtoffer het strafproces bijwonen;
2. Als procesdeelnemer kan hij gebruik maken van het spreekrecht of
optreden als getuige;
3. Als procespartij kan hij vergoeding van geleden schaden eisen.
Tenuitvoerlegging
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) coördineert de
strafrechtelijke beslissingen. De tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende straffen en maatregelen geschiedt vervolgens door
de Dienst Justitiële Inrichtingen (het gevangeniswezen), de
reclassering overziet de taakstraffen en de inning van opgelegde boetes
gebeurt door het CJIB.
Ook in de tenuitvoerleggingsfase spelen de officier van justitie en de
advocaat een rol. De officier ziet toe op de tenuitvoerlegging van de straf
of maatregel.
Wanneer iemand bijvoorbeeld zijn taakstraf niet uitvoert of
aanwijzingen van de reclassering niet opvolgt, komt de officier in
actie door bijvoorbeeld een vervangende hechtenis te vorderen.
Hier is dan weer de taak van de advocaat om de belangen van de
cliënt zo goed mogelijk te behartigen.
Dynamiek van de strafrechtspleging
We zien vanaf 1800 steeds een wisselwerking tussen twee belangrijkste
hoofdfuncties in de strafrechtspleging: repressie en resocialisatie.
- Momenteel bevinden wij ons in een periode waarin het
strafrechtklimaat zich lijkt te verharden. Dit komt in uiting door het
maatschappelijk debat over tbs-verlofmogelijkheden en oproepen tot
de verlening van de maximumstraf in jeugddetentie.
Ook door allerlei andere ontwikkelingen heeft verdergaande versobering
van de strafrechtspleging plaatsgevonden. Dit uit zich in bijvoorbeeld
bezuinigingen op rechtsbijstand en een uitbreiding van het gebruik van
meerpersoonscellen.
- Tegelijkertijd kent deze periode de ontwikkeling van een aantal
‘slimme initiatieven’, manieren waarop bestaande middelen
efficiënter en effectiever worden ingezet, veelal door de
samenwerking van verschillende actoren.
Hoofdstuk 2: De politie
, 2.1 Inleiding
De politie is de sterke arm van de overheid. Uitsluitend zij heeft de
bevoegdheid om, als andere middelen falen, overheidshandelen met
gepast geweld af te dwingen. Dat is haar geweldsmonopolie.
Sinds 1 januari 2013 heeft Nederland één nationaal politiekorps.
De politieorganisatie is hiërarchisch ingericht, met rangen van
adspirant (student) tot eerste hoofdcommissaris (de korpschef).
De Nederlandse politie wil verankerd zijn in de lokale gemeenschap. Dat
heet gebiedsgebonden politiewerk of ‘dichtbijpolitie’. Tegelijkertijd
opereert de politie steeds meer op nationaal en internationaal niveau,
zeker bij misdaadbestrijding.
De politie zoekt dus voortdurend evenwicht tussen:
- Actie en administratie (papierwerk);
- Hiërarchie en handelingsvrijheid;
- Lokaal en internationaal;
- Behoudend en innovatief (vernieuwend).
2.2 Politie in Nederland
In 1977 verscheen het rapport Politie in Verandering (POS,1977),
politiechefs pleitten daarin voor een kleinschalig, in wijkteams,
georganiseerde politie die dicht bij de burgers staat en weet wat er speelt.
Maatschappelijke integratie en proactief werken tegenover een
instrumentele, repressieve aanpak.
In wijkteams werden alle politiemensen verantwoordelijk voor al het
politiewerk, van criminaliteitsbestrijding tot het onderhouden van
sociale contacten: de brede basispolitietaak.
Door de decennia heen ontstonden steeds meer interlokale, regionale,
nationale en internationale samenwerkingsverbanden. Hier zijn twee
redenen voor:
1. Criminelen worden steeds mobieler door toenemende
beschikbaarheid van auto, trein en vliegtuig. Ook door mobiele
telefonie en internet in de jaren 90.
2. De politieministers zagen de voordelen in een minder versnipperde
organisatie: gemakkelijker aan te sturen en efficiënter beheren.
In 1994 werden de 148 gemeentelijke politiekorpsen en de 17 districten
van het korps Rijkspolitie omgevormd tot 25 regionale politiekorpsen en
het korps landelijke politiedienst (KLPD).
Binnen deze korpsen combineerde de politie lokale structuren voor
een goede inbedding in de samenleving en (inter)nationale
structuren voor criminaliteitsbestrijding.
De politie stapte weer af van de brede basispolitietaak, het idee dat
alle politiemensen in de basispolitiezorg alle soorten werk moesten
doen, was te veel gevraagd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melisa38. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.