Erasmus School of Law
RR/RD101 – Inleiding in de Rechtswetenschap (versie 1)
Studentgegevens
Naam :
Studentnummer : Voltijd / VMO :
Schriftelijk tentamen
Datum tentamen: 06/10/2017
Vakcoördinator: L. van den Berge
Tijd tentamen: 13:30 tot 16:30 uur
Soort tentamen: MC vragen/open vragen
Aantal vragen: 40 MC vragen, 4 open vragen
Aantal pagina’s: 25 pagina’s (incl. voorblad)
Instructies
• Zorg dat u voldoende tijd (ongeveer anderhalf uur) overhoudt voor de beantwoording
van de open vragen.
• U mag wel een niet-geannoteerde wetbundel gebruiken.
• U mag geen jurisprudentiebundel gebruiken.
• U mag geen rekenmachine gebruiken.
• U mag geen woordenboek gebruiken.
• U mag geen aantekeningen gebruiken.
• Kladpapier, tentamenopgaven, antwoorden en andere tentamen gerelateerde
documenten mogen de zaal tijdens en na het tentamen niet verlaten.
• Cijfers zullen bekend gemaakt worden op vrijdag 27 oktober 2017, om 17:00 uur.
• Nabespreking en inzage van dit tentamen vindt plaats op woensdag 1 november
2017, om 17:00 uur in zaal M2-03 in het Van der Goot gebouw.
Overige instructies op achterzijde voorblad.
,Overige instructies en opmerkingen
• Zet op elk antwoordvel uw naam en studentnummer.
• Vul zorgvuldig uw studentnummer op het MC formulier in. Als dit verkeerd
aangestreept staat, ontvangt u geen scan van uw gemaakte MC formulier.
• Schrijf duidelijk en in behoorlijk Nederlands. Schrijven met uitvlakbaar materiaal
(zoals potlood) is verboden. Onleesbare antwoorden worden als foutief
beoordeeld.
• Uw antwoord op de multiplechoicevragen dient u aan te geven door aanstreping
met potlood op het antwoordvel. Kies steeds het meest juiste alternatief.
• Schrijf alleen in de beschikbare antwoordruimte.
• Motiveer uw antwoorden en wees specifiek. Overbodig vertoon van kennis wordt
als denkfout aangemerkt.
• Indien u problemen heeft met de interpretatie van een of meer vragen kunt u de
docent raadplegen.
• Het aantal punten per vraag wordt bij de vraag vermeld.
• Bij de puntenberekening van MC-vragen wordt rekening gehouden met de
gokkans. Dit betekent dat de eerste (tien) juiste antwoorden niet meetellen in het
puntenaantal. Vanaf het elfde juiste antwoord ontvangt u (twee) punten per juist
antwoord.
Pagina 2 van 25
, MULTIPLE CHOICE VRAGEN- versie 1
1. Casuïstische rechtsvinding heeft twee belangrijke kenmerken: gerichtheid op
individuele rechtvaardigheid en aandacht voor de concrete feitelijke situatie. Welk
van deze kenmerken zien we terug in het arrest Haviltex (NJ 1981/635)?
a. Aandacht voor de concrete feitelijke situatie.
b. Beide kenmerken.
c. Geen van beide kenmerken.
d. Gerichtheid op individuele rechtvaardigheid.
2. In de rechtswetenschappelijke literatuur wordt casuïstische rechtsvinding tegenover
regelgeleide rechtsvinding geplaatst. Welke tegenstelling illustreert het verschil
tussen beide typen van rechtsvinding NIET?
a. Billijkheid in concreto – rechtsgelijkheid.
b. Rechtvaardige oplossing – strikte toepassing.
c. Verscheidenheid – rechtseenheid.
d. Willekeur – rechtszekerheid.
3. Het contextualisme sluit regelgeleide rechtsvinding niet uit. Wat impliceert het
contextualisme voor regelgeleide rechtsvinding?
a. De context en strikte regels zijn van gelijke waarde voor de interpretatie van het
recht.
b. De context speelt op de achtergrond altijd een rol.
c. Strikte toepassing van rechtsregels draagt niet bij aan de rechtvaardigheid van
een oordeel.
d. Strikte regels zijn ondergeschikt aan de context.
4. Baby Kelly is vanwege een genetische afwijking ernstig gehandicapt ter wereld
gekomen. Het ziekenhuis waar de moeder tijdens haar zwangerschap werd
behandeld heeft een beroepsfout gemaakt door geen prenatale diagnostiek te
verrichten. Wanneer de afwijking eerder aan het licht zou zijn gekomen, zouden de
ouders van Kelly zeker tot afbreking van de zwangerschap hebben besloten. Het
ziekenhuis stelt zich op het standpunt dat het in strijd is met de menselijke
waardigheid het bestaan van Kelly aan te merken als schadepost. De Hoge Raad (NJ
2006/606) oordeelt echter dat het juist in strijd zou zijn met de waardigheid van het
kind wanneer aan de ouders de mogelijkheid zou worden onthouden om ten
behoeve van het gehele gezin, met inbegrip van Kelly, vergoeding te ontvangen
voor de aanzienlijke kosten die het bestaan van een ernstig gehandicapt kind nu
eenmaal met zich brengt.
Wat is juist? De redenering van de Hoge Raad berust op …
a. de werking van het actuele moment boven het ideële moment van het recht.
b. de werking van het ideële moment boven het actuele moment van het recht.
c. de wisselwerking tussen het ideële en het actuele moment van het recht.
d. de wisselwerking tussen het normatieve en het actuele moment van het recht.
Pagina 3 van 25
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kvb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.