100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
KBT Kennis Basis Nederlands - Samenvatting Domein: 1 , 2 en 7 $5.05   Add to cart

Summary

KBT Kennis Basis Nederlands - Samenvatting Domein: 1 , 2 en 7

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoi hoii, Hierbij mijn samenvatting voor de Taaltoets (VK1.1TA) over de 'Kennis Basis Nederlands' domeinen: 1 (Mondelinge Taalvaardigheid), 2 (Woordenschat) en 7 (Jeugdliteratuur). Ik heb deze samenvatting geleerd voor mijn toets en hierdoor mijn toets in een keer gehaald met een 8.2. De drie d...

[Show more]

Preview 2 out of 12  pages

  • January 22, 2024
  • 12
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting jeugdliteratuur
Hoofdstuk 1
 Literatuuronderwijs in basisonderwijs: verschillende boeken aanbieden om lln kennis te laten maken
met verschillende genres en niveaus. Zowel verhalende boeken (fictie) als informatieve boeken (non-
fictie).

 Kinderboeken zijn echt voor basisschool lln. Voor de overstap naar volwassen boeken heb je
jeugdboeken (voor lln die van basisschool af zijn) en vervolgens adolescentenromans (cross-overs).

 Kenmerken van kinderboeken:
- Woordkeuze: begint makkelijk met eenletterige woorden (maan, ik, zon). Niet altijd een veilig,
makkelijk boek kiezen, kies boek met onbekende woorden dan leer je langzaam steeds meer
woorden kennen door te lezen in welke context ze worden gebruikt.
- Zinsopbouw: woorden bouwen zinnen, inhoudswoord (heeft betekenis) en functiewoord
(maken de zin af en kloppend grammaticaal, voorzetsel/lidwoord/telwoord enz).
- Vertelperspectief: Vanuit wie het verhaal word verteld, standpunt waar vanuit verteld wordt.
Zoals ik-verteller, hij-verteller (derdepersoonverteller of personale vertelsituatie). In
kinderboeken is vaak een auctoriale/auctoriele perspectief. Het verhaal wordt dan verteld door
een alwetende verteller, die weet alles al wat er gebeurd is en wat er nog aan zit te komen. Het is
nooit helemaal alwetend, sommige delen worden vertelt in een ander perspectief. Vaak is het
vertelperspectief een kind, dier of ding, geen volwassene, zo kunnen kinderen zich identificeren.
- Tijd: Je kan anticiperen (vooruitlopen in tijd), flashbacks (teruggaan naar gebeurtenissen). Voor
kinderen is dat lastig, dus is er vaak een duidelijke chronologie. Bij kleuters is van de vertelde tijd
(tijdsverloop verhaal) gelijk aan verteltijd (de voorleestijd). Bij LES en Leeslat is dit criteria.
- Thematiek en onderwerp: Thema is abstract, wordt niet perse benoemd, maar is algemene
grondgedachte in het boek. (zoals wat iemand meemaakt, of zorgzaamheid of pesten).
- Illustraties: vormt met tekst het verhaal van een kinderboek, want verduidelijkt.

 Literaire smaak: Door verschillende literaire genres aan te bieden, ontwikkelen ze eigen voorkeur voor
genre/onderwerpen/schrijvers. Door het goede kinderboek te promoten lezen ze boeken die ze zelf minder
snel kiezen. Door ontwikkeling geletterdheid nemen leerlingen kritischer en beter deel aan culturele leven.

 Leesplezier versterken: Ontstaat alleen in stimulerende leesomgeving. Creatief schrijven versterkt
lees/schrijfplezier.

 Soorten leesdoelen:
- informeren (info over een onderwerp) - overtuigen (lezer wordt tot mening overgehaald)
- amuseren (beleeft bepaalde emotie) - instrueren (lezer word aangespoord tot handeling)

 Soorten indelingen literaire genres:
- Op thema’s (van Collie): sprookjes, griezel, dieren, fantasie, oorlogsverhalen, hier-en-nu enz.
- Op woord en beeld: prentenboeken, stripverhalen, informatieve teksten en poëzie.
- Op doelstelling: verhalende teksten (fictie) en informatieve teksten (non-fictie).
- Op vorm: proza, drama en poëzie. (verder ingedeeld in fictie/non-fictie)

 Soorten indelingen van Niveaubepaling teksten:
- A, B, C (op leeftijdsopbouw), en J voor informatie kinderboek. Gebruikt in bibliotheek.
- AVI-niveau, (op technisch lezen) AVI-start tot AVI-plus. Woordfrequentie en woordlengte
bepalende factor technische leesmoeilijkheid. BAVI-lezen, zelfde alleen leesplezier staat voorop.
Kwaliteit verschilt erg van AVI, want auteur heeft beperkingen doordat ze aan moeilijkheidsgraad
moeten houden. Taalgebruik word zo vaak houterig en het verhaal moeilijk te volgen.
- CLIB, (op begrijpelijkheid), leesindex van cito.
- De meeste toetsen voor begrijpelijk lezen worden getoetst op CLIB, ook steeds vaker + AVI. Zo
kan een kind uit G3 dat technisch goed leest een laag CLIB hebben, maar een hoog AVI niveau.




1

, - De Leeslat (op leeservaring) is een aanvullend indelingssysteem, v Uitgeverij Zwijssen. Leeservaring
(LES) waardeert op: inhoud, personages, perspectief, tijd, plaats, taalgebruik, beeldtaal enz. Verdeeld in
schalen van A (makkelijk) tot H (moeilijk). Leeslat houd rekening met thema, interesse en leeservaring.
- Zoeklicht (leesproblemen) v kinderen waarbij CLIB (leesniveau) lager ligt. Boeken zijn hier leesbaarder.
- Bolleboos (hoog niveau) v kinderen die boven CLIB niveau (dat bij hun leeftijd hoort) hebben, maar nog

niet hogere thema’s (zoals puber/wereldproblemen) willen lezen.

 Narratologie (narratieve teksten): zijn fictionele teksten, dus zijn verzonnen. Voldoen deze teksten aan
verhaalelementen, is het een literaire tekst. De verhaalelementen zijn:
- Thema (waar gaat het over) - personages - handeling (wat doen personages)
- ruimte (waar?) - tijd -opbouw
- doelstelling (wat wil schrijver bereiken). - taalgebruik
- Evt ook: beweegreden (waarom doet personage dat), perspectief en motief.


Hoofdstuk 2
 Mondeling is belangrijk bij strategisch taalonderwijs. Doe denkprocessen hardop, soorten:
- Modelen: vorm v instructie waarbij de leerkracht hardop voordoet, wat kinderen later zelf moeten doen.
- Scaffolden: ze weten al wat t is, ligt net boven het niveau van de leerling, tilt ze zo naar hoger niveau.

 Kind begeleiden bij tekstkeuze versterkt leesmotivatie, Begeleidingsactiviteiten zijn:
- samen boek zoeken - na deel lezen bespreken hoe t bevalt
- leerling een stuk laten lezen om te kijken of niveau aansluit
- Door verschillende genres aan te bieden (fictie, non-fictie, informatief) verbreed je horizon kind. (kind
zou namelijk niet snel een bepaald genre kiezen anders). Belangrijk is dat je hiervoor goed informeert over
recent aanbod boeken door recensies te lezen.

 Soorten voorlees/vertel technieken:
- Articulatie: woorden duidelijk uitspreken. - Tempo: niet te snel/langzaam praten.
- Intonatie: klemtoon goed gebruiken bij woorden. - Pauzes: v ademhalen, spanning opvoeren
- Stemkleur: stem vervormen per typetje. - Lichaamstaal: oogcontact, gebaren, mimiek.
- Volume: gebruik stemvolume om aandacht vast te houden
- Voorlezen is belangrijkste vorm van boekpromotie, stimuleert zelf te lezen. Blijft alle jaren noodzakelijk.

 De vaardigheden om literaire competitief (vermogen te lezen, begrijpen, waarderen) te zijn:
- Aanbodgerichte vaardigheid: weten waar literatuur gevonden wordt. (bibliotheek, boekhandel enz)
- Tekstgerichte vaardigheid: kennis van genre, fictie/non-fictie, tekstanalyse (tijd, ruimte, personage enz)
- Lezersgerichte vaardigheid: een boek kunnen waarderen, oordeel beargumenteren en boek kiezen.
- Lezer vormt tijdens het lezen voorstelling personages, omgeving en tijd. En vormt oordeel. Leerkracht
ondersteunt hierbij door leerling zelf te laten lezen en te praten en vragen te stellen:
- Leesbelevingsvragen: Wat vond je leuk, mooi, goed aan t boek? Herkende je jezelf erin?
- Tekstanalyse vragen: Hoe lang duurt het verhaal? Waar speelt het zich af? Wie vertelt het?

 Inrichting van lokaal stimuleert tot zelf lezen, maak wisselende leeshoek/boekententoonstelling.
 Activiteiten die bijdragen aan waarderen van boeken: kennismaken werk van schrijvers, ervaring
opdoen verschillende boeken/genres, kennismaken met klassiekers en ontmoeting schrijvers.

 Vrij lezen: is zelfstandig, individueel lezen van een zelfgekozen boek zonder verplichtingen. Beste is elke
dag een vast tijdstip voor vrij lezen te pakken, kwartier tot halfuur. Zelf ook lezen, zo laat je zien dat lezen
leuk is. Heb kennis van jeugdboeken zodat je ze kan aanraden.

 Boekpromotie: boeken onder de aandacht brengen en lln enthousiast maken over lezen. Praten over
leeservaring is belangrijk. Niet de tekst en analyse staat centraal, maar de lezer en beleving. Leerlingen
delen enthousiasme over een boek door uit te wisselen wat ze mooi, moeilijk of lelijk vonden of wat ze
juist ontdekte. Zo ontdekken ze samen literaire patronen. Via een leeslogboek krijgt leerkracht inzicht op




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JufCharlotte. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.05
  • (0)
  Add to cart