100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting WPO cognitieve psychologie $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting WPO cognitieve psychologie

2 reviews
 207 views  16 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide en overzichtelijke samenvatting van de WPO's van het vak Cognitieve Psychologie gedoceerd in het jaar 2018 aan de VUB. Het document bevat alle slides en extra informatie uit de WPO's. Veel succes! Ik verkoop ook een samenvatting van de hoorcolleges. (ik ben al altijd geslaagd in eerste ...

[Show more]

Preview 3 out of 24  pages

  • June 2, 2018
  • 24
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: ManouMoyson • 1 year ago

review-writer-avatar

By: gingin • 6 year ago

avatar-seller
WPO Cognitieve Psychologie I



WPO COGNTIEVE PSYCHOLOGIE I
Experimentele methode
WPO 1:
• Hypothese= te testen verklaring voor een fenomeen.
o We kunnen deze verklaring dus onsubjectief maken.
o Wetenschap: moet falsifieerbaar zijn
▪ We moeten kunnen aantonen dat de hypothese niet klopt (weerlegbaar zijn)
o Bv.:
▪ “Er bestaat een immateriële, almachtige God”  niet falsifieerbaar (want hoe
kunnen we waarnemingen doen waaruit blijkt dat er geen God bestaat?)
▪ “Alle mensen zijn sterfelijk”  niet falsifieerbaar (wanneer kunnen we
observeren dat iemand niet sterfelijk is, en dus voor altijd leeft? Nooit)
▪ “Alle mensen sterven voor ze 150 jaar worden”  wel falsifieerbaar (Als we één
iemand vinden die ouder is dan 150 is de stelling gefalsifieerd)
▪ “Agressie wordt veroorzaakt door frustratie”  kunnen we niet zomaar
observeren, we moeten ‘agressie’ en ‘frustratie’ operationaliseren.
• Om hypotheses te kunnen testen, moeten concepten vaak geoperationaliseerd worden
o Meting definiëren van niet-rechtstreeks meetbare fenomenen
o We kunnen dit op verschillende manieren operationaliseren. De conclusies uit je
onderzoek staan of vallen met hoe waardevol en valide je operationalisering is.
o Bv: frustratie = de gemiddelde hoeveelheid stress-hormonen (cortisol) in het bloed de
voorbije zeven dagen OF aantal uren in de file gespendeerd de afgelopen week OF aantal
mislukte pogingen om draad door de naald te krijgen
• Statistische hypothesetoetsing:
o Nulhypothese: het gevonden patroon kan verklaard worden zonder het verband dat de
hypothese voorstelt (dus o.b.v. toeval)
▪ Bv: gemiddelde IQ van 20 mannen = 100 & van 20 vrouwen = 110
- Hypothese: vrouwen zijn intelligenter dan mannen.
- Nulhypothese: er is geen betekenisvol verschil tussen het IQ van
vrouwen en mannen  Er wordt een verschil van 10 IQ punten tussen
die 20 mannen en 20 vrouwen gevonden in de steekproef, maar dit
verschil is geen betekenisvol of significant verschil. Het verschil is geheel
toevallig tot stand gekomen. In werkelijkheid is er dus geen verschil
tussen beide groepen.
- O.b.v. deze gemiddelde IQs kunnen we echter niet weten of dit verschil
betekenisvol is of niet. We moeten hiervoor de p-waarde berekenen.
- P-waarde= toevalswaarde= er is 6% kans dat indien we 2 x 20 personen
willekeurig selecteren we toevallig een verschil van 10 vinden.
- Wordt niet enkel bepaald door het aantal mensen die je bestudeert en
het gemiddelde van de twee groepen, maar dit heeft ook te maken met
hoe dicht die waarnemingen zitten rond het gemiddelde
(standaardafwijking of spreiding).



1

, WPO Cognitieve Psychologie I


o Alternatieve hypothese: de nulhypothese valt niet vol te houden, dit patroon is te
onwaarschijnlijk (p<.05)
▪ Indien de p-waarde kleiner is dan 0.05 beschouwen we de vrouwen slimmer dan
de mannen, aangezien we dit dan niet kunnen verklaren door toeval. Dit is een
puur arbitraire grens.
▪ MAAR alternatieve verklaringen blijven mogelijk!
- Het kan ook zijn dat vrouwen proportioneel meer doorstromen naar het
hoger onderwijs, waardoor het zou kunnen dat vrouwen en mannen
verschillen in IQ, maar dat dit het gevolg is van hun opleidingsniveau en
niet van hun geslacht.




▪ Bv: p= 0.00005  p<0.05  alternatieve hypothese
- Gemiddelde en groepsgrootte blijven hetzelfde in beide groepen maar
de spreiding verschilt. In de tweede grafiek is er een kleinere spreiding.
Hierdoor is de p-waarde lager.
- Er is 0.0005 % kans dat het verschil dat werd gevonden toe te schrijven is
aan toeval.
- Om een statistische toets uit te voeren zijn er drie dingen nodig:
gemiddelde, grootte en spreiding van beide groepen.

WPO 2:
• Specifiek aan experimentele methode: mogelijkheid om causale verbanden na te gaan
o Een of meerdere variabelen doelbewust gemanipuleerd
o Al de rest zo veel mogelijk constant gehouden
o Verschillen tussen condities zijn dan enkel aan de gemanipuleerde variabele te wijten
o Twee soorten manipulatie: Between/Within Subjects manipulatie
▪ Between: hierbij wordt de groep ingedeeld in groepen die elk een andere
conditie doorlopen.
▪ Within Subject: hierbij wordt de groep niet opgedeeld en zal elke deelnemer alle
condities doorlopen. (Bv: heel de groep krijgt een tas koffie en een week later
een glas redbull en men meet telkens het effect)
• Onafhankelijke variabele= variabele die gecontroleerd door de onderzoeker zelf.
o Bv: dosis cafeïne, geoperationaliseerd als 0/1 kop koffie
• Afhankelijke variabele= variabele die gemeten wordt door de onderzoeker.
o Bv: zenuwachtigheid, geoperationaliseerd als afstand geijsbeerd op treinperron




2

, WPO Cognitieve Psychologie I


• Verwarrende variabele= bijkomende variabele die samen met de onafhankelijke variabele
varieert en de afhankelijke variabele beïnvloedt.
o Bv: volheid van de blaas: het kan ook zijn dat je gaat ijsberen doordat moet plassen door
de koffie en niet doordat je zenuwachtig bent door de koffie.
• Verwarrende variabelen vermijden door:
o Willekeurige verdeling van proefpersonen tussen groepen
o Willekeurige volgorde van experimentele condities binnen het experiment per
proefpersoon (“counterbalancing”)




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elienvanblyenbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  16x  sold
  • (2)
  Add to cart