Ethiek in sociaal werk
Hoofdstuk 1 Moraal & Ethiek
Sociaal werkers beschikken over de juiste kennis, kunde en professionele vaardigheden. Ze hebben
technisch-instrumentele professionaliteit: of het werk dat je doet, bijdraagt aan de centrale
waarden van je beroep. Je kunt alleen een goede sociaal werker worden als je beschikt over
normatieve professionaliteit: als je nadenkt over de waarden in je werk en als die waarden de
leidraad in je handelen vormen.
1.1) Moraal
Morele vragen gaan over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden moeten leven.
Morele opvattingen zijn een antwoord op de vraag hoe men zich als mens goed en verantwoordelijk
kan gedragen. Bij moraal gaat het om waarden en normen. Dat zijn opvattingen over wat waardevol is
in het leven. 4 intuïtieve moralen:
1. Hechtingsmoraal: regelt hoe we omgaan met mensen met wie we verbonden zijn. Het gaat
over hechting en empathie.
2. Geweldmoraal: een moreel systeem dat regelt hoe we met bedreigende situaties omgaan.
3. Reinigingsmoraal: regelt dat mensen reinheid koppelen aan het goede en besmetting van het
kwaad.
4. Samenwerkingsmoraal: speelt een rol in de manier waarop mensen met elkaar samenwerken
en omgaan met mensen die de samenwerking bedreigen.
5. Ethiek: als mensen op een systematische manier naar redelijke argumenten zoeken om te
onderbouwen waarom een handeling goed of fout is.
Morele kwesties spelen op verschillende niveaus:
- Microniveau: van mens tot mens -> het handelen tussen 2 mensen;
- Mesoniveau: opvattingen met betrekking tot de missie van een instelling en de manier waarop
de instelling daaraan wil werken;
- Macroniveau: manier waarop de samenwerking moet worden ingericht.
Waarden zijn abstracte begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden en waarnaar ze
streven. Normen zijn handelingsvoorschriften die laten zien hoe je moet handelen.
1. Morele normen: een norm wat iemand in een bepaalde situatie moet/kan doen.
2. Fatsoensnormen: een ongeschreven regel, waarvan we vinden dat dat hoort -> hand geven.
3. Juridische normen: sluiten aan op opvattingen over wat een goede maatschappij is en op
morele regels die veel mensen delen -> het wetboek.
Een min of meer vaste, goede eigenschap van een persoon, die ertoe leidt dat hij moreel juist handelt,
noemen we een deugd. Bijv. moed, zorgzaamheid, naastenliefde en hoop. Deugden zijn echt aan een
specifieke persoon gekoppeld, terwijl waarden abstracte cognitieve begrippen zijn.
1.2) Ethiek
Ethiek is een systematische reflectie op morele vragen, op basis van rationele argumenten. Ook wel
een ‘gemeenplaats’, een plaats waar gemeenschappelijke mores gelden en geleerd worden.
- Descriptieve ethiek (beschrijvende): beschrijft de moraal in een gemeenschap. Het gaat hier
over feiten: hoe gedragen mensen zich in morele kwesties en welke argumenten gebruiken ze
hierbij.
- Prescriptieve ethiek (voorschrijvende): de principes waaraan mensen zich moeten houden
om moreel juist te handelen.
- Normatieve ethiek: hoe mensen zich moeten gedragen.
- Beroepsethiek: voor een bepaalde beroepsgroep specifieke morele regels op schrijven.
- Meta-ethiek: morele vraagstukken van een hoger abstractieniveau.
Universele waarden gelden voor iedereen, uitgaan van een absolute standaard.
- Beschrijvend universalisme: het is een feit dat overal dezelfde waarden gelden (feit).
- Normatief universalisme: bepaalde centrale waarden, mondiaal worden aanvaard (norm).
Wanneer een antwoord wordt gebaseerd op de culturele context of iets moreel juist of onjuist is,
noemen we cultureel relativisme.
, In de ene cultuur wordt iets wel goed gevonden, maar in de andere cultuur wordt datgene afgekeurd.
- Beschrijvend: in elke cultuur gelden andere waarden en normen (feit).
- Normatief: morele kwesties behoren beoordeeld te worden op basis van de waarden die in die
cultuur gelden (norm).
Vrijheid en verantwoordelijkheid
Voor sociaal werkers is empowerment van de cliënten een belangrijke taak. Dat betekent dat sociaal
werkers de cliënten ondersteunen om meer zeggenschap over hun eigen leven te krijgen en
hulpbronnen in hun omgeving aan te boren.
- Wilsvrijheid is de vrijheid van het individu om zijn eigen wil te bepalen.
- Maatschappelijke vrijheid is de vrijheid van een individu binnen de samenleving.
Bij gelijkheid kunnen er verschillende vormen zijn:
- Natuurlijke vrijheid is het uitgangspunt dat mensen van nature gelijk zijn. De
overeenkomsten zijn belangrijker dan de verschillen.
- Economisch-culturele vrijheid is dat mensen gelijk aan elkaar zijn wat betreft inkomen en
maatschappelijke mogelijkheden.
- Rechtsgelijkheid vormt de basis van de rechtstaat. Waarin de burgers hebben afgesproken
dat ze hun conflicten niet met elkaar uitvechten, maar ze voorleggen aan een onpartijdige
rechter. Mensen zijn voor de wet gelijk.
1.3) Morele ontwikkeling
Mensen houden zich aan normen en waarden. Normen en waarden houden de gemeenschap bij
elkaar. Mensen willen niet dat anderen zien dat zij in strijd met die normen en waarden handelen ->
schaamte. Als je in strijd met je geweten handelt, voel je schuld. Schult is een gevoel van een
individu, terwijl schaamte altijd optreedt in een sociale situatie.
De cognitieve theorie van Kohlberg
Niveaus Stadia
Preconventioneel niveau Actor denkt egocentrisch Gehoorzaamheid en straf
Voor wat hoort wat
Conventioneel niveau Actor houdt rekening met zijn Brave jongen/braaf meisje
omgeving Wet en orde
Postconventioneel niveau Actor bedenkt zelfstandig Mensenrechten
welke waarden en normen juist Universele waarden
zijn
2 belangrijke kritiekpunten op Kohlberg:
- De manier van onderzoek doen. De proefpersonen krijgen een denkbeeldige situatie
voorgelegd, daarbij is de vraag of ze in een werkelijke situatie hetzelfde zouden antwoorden.
- Kohlberg is niet neutraal in zijn theorie. Hij is niet alleen descriptief, maar ook prescriptief. Hij
stelt namelijk dat handelen op basis van abstracte principes in moreel opzicht beter is dan
handelen vanuit verbondenheid met de mensen om je heen.
Gilligan
Niveaus Handeling
Preconventioneel niveau Actor handelt vanuit egoïsme
Conventioneel niveau Actor handelt vanuit altruïsme
Postconventioneel niveau Actor zoekt evenwicht tussen belang van
zichzelf en dat van de ander.
*Altruïsme= je doet het voor de ander, zodat hij/zij zich goed voelt. Hierbij cijfer je jezelf helemaal weg.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sociaalwerker12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.