Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 4 van het boek New Media: A Critical Introduction (de eerste 310 pagina's), van Martin Lister, Jon Dovey, Seth Giddings, Iain Grant en Kieran Kelly. In heldere bulletpoints worden de belangrijkste informatie en begrippen uitgelegd, met paginanummers erbi...
Introduction (Pagina 2)
• Nieuwe media zijn methoden en sociale praktijken van communicatie, representatie en expressie die zich met het
gebruik van de digitale, multimediale en genetwerkte computer hebben ontwikkeld, en de manieren waarop deze
machine werk in andere vormen van media heeft getransformeerd (van computers naar films, van telefoons naar
televisie).
• Het is moeilijk om een precies moment te plaatsen waarop het proces van computerisatie of ‘digitisatie’ op de media
van de 20ste eeuw is begonnen, omdat er ontwikkeling heeft plaatsgevonden op vele gebieden en op verschillende
snelheden. Ook hebben er een aantal sleutelontwikkelingen plaatsgevonden, die lastig te benoemen zijn.
Hoofdstuk 1: New Media and New Technologies (Pagina 8)
• Er vindt een transitie plaats van de klassieke “communicatiemedia” (print media, pers, fotografie, advertenties,
cinema, broadcasting (radio en televisie), publishing) naar een tijd van “trans-mediality”, waarbij content en
intellectual property zich over verschillende mediavormen verplaatst, waardoor deze worden gedwongen bewust te
zijn en samen te werken van anderen.
• Dit leidt tot gefragmenteerde televisie, het vervagen van grenzen (bijvoorbeeld de “citizen journalist”, de overgang
van “audiences” naar “users” en van “consumers naar “producers”.
• Het oude “massapubliek” is vervangen door vele kleine, gemarginaliseerde nichemarkten.
1.1.2 The intensity of change (Pagina 10)
• Vanaf de late jaren ’80 kwam de term ‘nieuwe media’ op. Hoewel media zich altijd in een constante staat van flux
bevonden, van print naar fotografie via televisie naar telecommunicatie, was er vanaf de jaren ’60 was er een
constante stroom van sociale en culturele verandering te onderscheiden die anders was dan eerst. Nieuwe media
worden geassocieerd in een groter netwerk van economische en culturele verandering:
o De verschuiving van moderniteit naar postmoderniteit: dit zorgde voor structurele veranderingen in
samenlevingen en economieën vanaf de jaren ’60. De media worden gezien als een belangrijk teken van zulke
veranderingen.
o Intensievere processen van globalisatie: het vervagen van nationale staten en grenzen (handel, bedrijven,
gebruiken en culturen, identiteit en normen en waarden), waaraan de media hebben bijgedragen.
o De vervanging (in het Westen) van de industriële samenleving voor een ‘post-industriële’ informatie-
tijdperk: van productie van materiële goederen naar het aanbieden van diensten (verschuiving van diensten,
bekwaamheid, investering en winst), die worden belichaamd door de nieuwe media.
o Decentralisatie van gevestigde en gecentraliseerde geopolitieke orde: de Westerse gekoloniseerde centra
verzwakten door de verspreide, grensoverschrijdende netwerken van nieuwe communicatieve media.
• Media werden gezien als zowel oorzaak als gevolg van deze veranderingen en de “nieuwe era’s” die hierop
volgden. De opkomst van “nieuwe media” wordt gezien als een deel van een nieuwe techno cultuur (in een groter
landschap van sociale, technologische en culturele verandering)
1.1.3 The ideological connotations of the new (Pagina 11)
• Nieuw in “nieuwe media” wordt vaak gezien als “beter”, “avant-garde”, progressieve mensen (of het nou de
producenten, consumenten of media academici zijn). Nieuwe media zullen leiden tot verhoogde productiviteit en
educatieve mogelijkheden.
• Deze connotaties komen voort uit een modernistisch geloof in sociale vooruitgang, geleverd door technologie. Deze,
in het Westen machtige ideologie, heeft zijn wortels heeft in de 19e eeuw, en wordt gedeeld door niet alleen
ondernemers en bedrijven die de media hard- en software produceren, maar ook door journalisten, kunstenaars,
intellectuelen, technologen en beheerders. Dit heeft de afgelopen 20 jaar geleid tot neo-liberalistische vormen van
productie rondom nieuwe media.
1.1.4 Non-technical and inclusive
• Nieuwe media heeft waarde verworven als een term door de nuttige inclusiviteit.
• Er is niet één harde, technologische definitie, waardoor verschillende mensen het misschien met verschillende
soorten nieuwe media associëren (die wel allemaal onder hetzelfde scala fenomenen behoren), maar nog steeds de
positieve connotatie van “nieuw” behouden en een breed gedragen, culturele weerklank (ipv nauw en technisch)
• Sommige mensen geven de voorkeur aan de term “digitale media”, omdat het specifieker en meer wetenschappelijk
is, en het bij de term “nieuwe media” lastig is een fundamentele verandering te identificeren waar alle vormen van
nieuwe media aan voldoen, maar dit suggereert een breuk tussen analoge en digitale media, terwijl die er niet is
(want vele nieuwe media zijn een uitgebreidere en herdane versie van “oude” analoge media.
1.1.5 Distinguishing between kinds of media (Pagina 12)
• Er zijn verschillende soorten verandering te benoemen waarmee de nieuwe media zich van de oude onderscheiden:
o Nieuwe genre en tekstuele vorm, entertainment en patronen van mediaconsumptie (games, special effects etc.)
o Nieuwe mogelijkheden/beleving om de wereld te representeren (immersieve virtuele omgevingen)
1
, o Vernieuwde relatie tussen subject (gebruikers/consumenten) en mediatechnologieën: het gebruik en
receptie van visuele en communicatieve media in het dagelijks leven is veranderd.
o Nieuwe ervaringen in lichamelijkheid, identiteit en gemeenschap: verschuiving in de persoonlijke en sociale
beleving van tijd, ruimte en plaats (lokaal en globaal), dit heeft gevolgen voor de manier waarop we onszelf en
onze plaats in de wereld beleven.
o Vernieuwde relatie tussen het biologische lichaam en technologische media: het wordt moeilijker om mens/
kunstmatig, natuur/technologie, lichaam/ (media als) technologische protheses, “echt”/ virtueel te onderscheiden.
o Nieuwe patronen van organisatie en productie: bredere herschikking en integratie in mediacultuur, industrie,
economie, toegang, eigendom, controle en regulatie.
• Hiermee ontstond een groot aantal, zich snel ontwikkelende gebieden van technologisch gemedieerde productie
(user-generated content)
o Computer-gemedieerde communicatie: email, chatrooms, avatar-based forums, voice image transmissions,
World Wide Web, blogs etc. social network sites, mobiele telefonie
o Nieuwe manier van distributie en consumptie: mediateksten gekarakteriseerd door interactiviteit en
hypertekstualiteit: World Wide Web, CD, DVD, Podcast en computer games.
o Virtuele ‘realiteiten’: gesimuleerde omgevingen en immersieve representatieve ruimtes
o Transformatie van gevestigde media: fotografie, animatie, televisie, journalistiek, film en cinema.
1.2 The characteristics of new media: some definining concepts (Pagina 13)
• Eigenschappen van nieuwe media: digitaal, interactief, hypertekstueel, virtueel, genetwerkt, gesimuleerd
• Dit zijn echter niet de “essentiële eigenschappen” van een medium/technologie.
• Het is belangrijk aandacht te schenken aan de fysieke en materiële constructie van een technologie (niet alleen de
culturele betekenis en sociaal gebruik), omdat dit het gebruik en de betekenis van het medium beïnvloedt.
• Een mediatechnologie kan op verschillende manieren worden gebruikt (soms wordt dit de dominant manier, soms
gemarginaliseerde manier) om culturele, sociale, economisch, politieke of technologische redenen.
• Bepaalde media hebben bepaalde “affordances”, zij nodigen uit tot een bepaald gebruik van dat medium.
1.2.1 Digitaal (Pagina 16)
• De input data van analoge media wordt omgezet in numerieke data.
• Analoog: het proces van het omzetten van fysieke media naar een andere fysieke vorm.
• In de 19e en begin 20e eeuw was er een massaproductie van media (print, fotografie, films en kranten), maar door
de ontwikkeling van broadcast-media (waarbij media omgezet worden in analoge golven en signalen). Deze
elektronische omzetting en uitzending van media (zoals film) suggereert dat er geen complete breuk was tussen
nieuwe, digitale en traditionele, analoge media, maar een voortzetting van een techniek die al bestond.
• Maar de grootte van deze uitbreiding is zo significant dat het als een complete breuk kan worden ervaren.
Digitale media
• Bij digitale media wordt de input data, licht en geluidsgolven niet omgezet in een ander object maar in nummers (in
de wereld van wiskunde gebracht in plaats van natuurkunde en scheikunde). Numerieke codes van digitale media
kunnen vervolgens worden bewerkt, gedupliceerd en verspreid door middel van algoritmes in software.
• In het proces van digitisation zijn een aantal consequenties van de verschuiving van de fysieke productie van
media naar het alleen bestaan in een symbolisch, concept in een computer:
o Media teksten worden “gedematerialiseerd” → gescheiden van hun fysieke vorm (als foto, film, boek etc.)
o Data kan worden gecomprimeerd in erg kleine ruimtes
o Het is snel toegankelijk op non-lineaire wijze
o Het kan makkelijker worden gemanipuleerd dan analoge vormen van media
• De schaal van deze kwantitatieve verschuiving in dataopslag, toegang en manipulatie is zo groot dat het wordt
ervaren als een kwalitatieve verandering in de productie, vorm, receptie en gebruik van media.
Fixity and flux (Pagina 19)
• In tegenstelling tot analoge media, die over het algemeen vast staan, bevinden digitale media zich in een
permanente staat van flux.
• Bij analoge media moet het hele fysieke object opnieuw worden gemaakt als er iets wordt aangepast. Bij digitale
media heeft ieder pixel in ieder frame een eigen data adres, waardoor delen van een film geïsoleerd en afzonderlijk
aangepast kunnen worden, in constante flux totdat het uiteindelijke product terugkeert naar de analoge wereld.
• Sommige media teksten bestaan nooit in hard copy, alleen in het geheugen van een computer, toegankelijk via het
internet of het web, in permanente staat van flux zonder fysieke beperkingen.
• Bij deze fundamentele staat van digitaliteit vervagen de verschillen tussen auteur en lezer, waarbij iedereen in het
proces van design tot het uiteindelijke product iets bijdraagt en de handtekening van de auteur verdwijnt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wwijnja. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.