Dit zijn uitgebreide aantekeningen van de colleges van interpersonal relationships (SOW-PSB3BE30E). Dit is een derdejaars vak van de studie psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Week 1
College 1 (06/11) -
Relationships and well-being
Waarom moeten we relaties onderzoeken?
Studies tonen dat sociale integratie invloed heeft op de gezondheid. De professor geeft hier een
aantal voorbeelden van:
Een studie toonde dat hoe minder sociale integratie iemand heeft, hoe groter de kans is dat
degene overleed.
Een ander onderzoek toont dat hoe positiever koppels samen waren, hoe meer oxytocine er
was, hoe sneller hun wonden heelden.
Een tekort aan sociale relaties zorgt voor ongeveer een even groot risico om te overlijden als
roken doet.
Sociale integratie
Sociale integratie is geassocieerd met het fysieke en psychologische welzijn. De vraag is: waarom is
sociale integratie geassocieerd met het fysieke en psychologische welzijn? Zie de afbeelding voor het
antwoord. Het hebben van een groot netwerk en sociaal geïntegreerd zijn, zorgt voor een sterker
gevoel van sociale support. Ze krijgen meer sociale support en dit heeft positieve effecten op de
gezondheid en het welzijn van een individu.
Sommige onderzoekers maken een onderscheid tussen emotionele support en instrumentele
support. Het is lastig om ze te onderscheiden. Koken voor iemand die ziek is kan je namelijk zien als
emotionele support, maar ook als instrumentele support.
De vraag is nu: hoe heeft sociale support invloed op de gezondheid en het welzijn? Cohen en Wils
geven 2 manieren/brede categorieën van mechanismen.
1. Direct effect-hypothesis (main effect hypothesis):
Stelt dat sociale support resulteert in het leven van een gezonder leven. Deze mensen
zorgen beter voor zichzelf door de sociale invloeden/normen vanuit hun omgeving.
Ze sporten meer, roken minder en hebben een gezonder dieet.
Mensen die veel sociale support hebben, ervaren meer positieve affect. Ze hebben
meer positieve stemmingen. Dit is geassocieerd met een goede gezondheid.
2. Stress-buffering hypothesis:
Sociale support zorgt ervoor dat de mogelijkheid dat stress de gezondheid
ondermijnt, wordt gebufferd.
Sociale support vermindert stress onder potentieel stressvolle omgevingen.
Stress (bijv. cortisol) is direct gerelateerd aan de gezondheid via het cardiovasculaire
systeem en het immuunsysteem.
,Onderzoek naar het stress-buffering effect:
Er werd een onderzoek uitgevoerd met elektrische schokken. In alle condities kwam de vrouw met
haar mannelijke partner (heteroseksuele koppels). De vrouwen werden in fMRI scanners gelegd. Ze
zagen rode kruizen of blauwe cirkels. Deze werden vaak getoond op het scherm. Wanneer er een
rood kruis werd getoond, was er een kans dat de vrouwen een elektrische schok kregen. In 80% van
de gevallen kregen ze daadwerkelijk een elektrische schok.
Er waren 3 condities:
1. De vrouw hield de hand van haar romantische partner vast terwijl ze in de fMRI-scanner lag.
2. De vrouw hield de hand van een onbekende persoon vast terwijl ze in de fMRI-scanner lag.
3. Geen hand vasthouden.
De resultaten tonen dat er minder stres gerelateerde hersenactiviteit was, wanneer de hand werd
vastgehouden. Dit gelde vooral in de conditie waarbij de vrouw de hand van haar romantische
partner vasthield. Wanneer de vrouw tevreden was met haar relatie, was dit effect nog groter.
Strength and strain model of marriage and health:
Dit model toont de main effects en de
stress-buffering effects. Het gaat over het
huwelijk of lange termijn relaties. Als je
een blije lange termijn relatie hebt waarbij
veel support, intimiteit, verbintenis
(commitment) en responsiviteit is, dan
heeft het directe main effects op hoe we
denken. We hebben dan de neiging om
positiever te denken, meer positieve affect
te ervaren en gezonder gedrag te tonen.
Dit is weer geassocieerd met een
verscheidenheid aan biologische
mechanismen. Voorbeelden hiervan zijn
hormonale mechanismen en cardiovasculaire mechanismen. Deze hebben weer invloed op
gezondheid uitkomsten. Deze gezondheid uitkomsten zijn bepaalde ziektes. Een slechte relatie kan
main effects hebben, maar dan op een negatieve manier. Ze hebben meer negatieve psychologische
mechanismen. Outside stressoren hebben meestal een negatieve invloed op hoe we denken en ons
voelen. Als de relatie goed is, kan dit de effecten van de outside stressoren op de psychologische
mechanismen bufferen. Als je een slechte relatie hebt (marital strain), kan het de effecten van de
outside stressoren op de psychologische mechanismen nog intenser maken.
Non- close relationships:
De effecten van sociale integratie geldt niet voor alleen dicht bijstaande relaties:
Studenten die interacteren met hun klasgenoten hebben invloed op het welzijn.
Minimale sociale interacties, zelfs met onbekenden, zijn geassocieerd met het welzijn. Dit
wordt in het artikel Vitamine S genoemd.
Mensen onderschatten de rol van sociale interacties op het welzijn en de gezondheid.
Mensen zijn zich weinig bewust van de effecten.
,De professor laat met een onderzoek zien dat mensen de rol van sociale interacties op het welzijn en
de gezondheid onderschatten. De deelnemers van het onderzoeken moesten met de trein reizen. Er
waren 3 condities, waarbij de deelnemers de volgende instructie over hun treinreis kregen:
1. Praat met niemand.
2. Doe zoals je normaal doet.
3. Start een gesprek met een andere reiziger.
Er werd aan de deelnemers gevraagd om te voorspellen hoe
ze zich na de treinreis zouden voelen. Deelnemers
voorspelden dat ze zich slechter zouden voelen als ze een
gesprek met iemand zouden starten. Na de treinreis werd er
aan de deelnemers gevraagd om aan te geven hoe positief ze
zich voelden. De resultaten tonen dat de deelnemers zich in
werkelijkheid positiever voelden nadat ze een gesprek
hadden gestart. Niet alleen de mensen die het gesprek
starten voelden zich positiever, maar ook de mensen waarmee een gesprek werd gestart voelde zich
positiever.
De vraag is nu dus waarom mensen voor eenzaamheid (solitude) kiezen, terwijl ze in werkelijkheid
zich beter zouden voelen wanneer ze zich met andere mensen verbinden?
Mensen begrijpen de gevolgen van sociale connectie verkeerd. Ze voorspellen dat ze zich
slechter zouden voelen en voeren daarom geen gesprek.
Mensen hebben een gemeenschappelijk geloof dat anderen niet geïnteresseerd zijn in het
leggen van connecties. Dit noemen we pluralistic ignorance.
Conclusies tot zover
Het hebben van een groot sociaal netwerk is sterk geassocieerd met mensen hun
psychologische en fysieke welzijn.
Sociale support is key. Het heeft directe en indirecte (stress-buffering effect) effecten.
De rol van relaties op het gezondheid en het welzijn wordt door leken en psychologen
onderschat.
The need to belong
Mensen hebben een behoefte om ergens bij te horen (a need to belong). Dit is vergelijkbaar met een
behoefte aan eten en drinken. Door de evolutie hebben mensen een behoefte ontwikkeld om relaties
te starten en te behouden. Vroeger hadden we anderen nodig namelijk om in leven te blijven. Als we
te weinig sociale support hebben, worden we eenzaam en dit motiveert mensen om met anderen te
verbinden.
Supporting the need to belong-hypothesis:
Veranderingen in ‘beloningness’ zorgen voor sterke effecten.
Wanneer er sprake is van inclusie/sociale integratie,
worden mensen gezond en blij.
Wanneer er sprake is van exclusie/eenzaamheid,
worden mensen ongezond en ongelukkig. Zie de afbeelding voor voorbeelden van onderzoek
hiernaar.
, Directe reacties op ostracism (exclusie door anderen):
Ostracisme bedreigt fundamentele behoeftes van mensen. Voorbeelden van directe effecten zijn:
Een lager gevoel van verbondendheid (belonging).
Een verlies van controle. Mensen hebben een sterke behoefte om controle te hebben over de
situatie en hun leven.
Een lager gevoel van betekenis (meaningfulness). Het leven wordt betekenisloos.
Een lager zelfvertrouwen. De sociometer theory stelt dat het zelfvertrouwen eigenlijk een
thermometer is die meet hoe sterk we verbonden zijn met andere mensen.
De overlap tussen fysieke en sociale pijn:
De professor benoemt een onderzoek van Eisenberger et al. (2003), waarbij
deelnemers een online spel speelden waarin ze een bal moesten overgooien naar
andere spelers in het spel. Op de afbeelding wordt het spel getoond. Jij bent de
hand en de 2 poppetjes zijn andere spelers. De hersenactiviteit van de deelnemers
werd tijdens het spel met een fMRI gemeten. Op een gegeven moment krijg je de
bal niet meer van de andere spelers. De hersenen tonen dan hetzelfde patroon als bij het hebben van
fysieke pijn.
Er is een overlap tussen fysieke en sociale pijn. De pain overlap theory stelt het volgende:
Er zijn vergelijkbare neurale systemen betrokken in sociale en fysieke pijn.
Sensitiviteit voor sociale en fysieke pijn is gelinkt aan een gemeenschappelijk gen. Mensen
met dit gen, zijn sensitiever voor sociale en fysieke pijn. Ze ervaren het sterker.
Er zijn vergelijkbare psychologische reacties voor sociale en fysieke pijn. Sociale en fysieke
pijn leiden beiden tot een verlies van controle, een lager zelfvertrouwen, agressie etc.
De vraag is nu: als er een overlap is tussen fysieke en sociale pijn, zou je sociale pijn dan ook met
pijnstillers (paracetamol) kunnen behandelen? Als de pain overlap theory correct is, dan zou dit
moeten kunnen. Bij een onderzoek kregen deelnemers (3 weken lang; 4 keer per dag) paracetamol of
een placebopil. Er werden 2 studies gedaan hiermee:
1. Deelnemers moesten hun ‘hurt feelings’ dagelijks reporten. Ze moesten aangeven hoe vaak
hun gevoelens pijn werden gedaan.
2. De deelnemers werden aan het einde van de 3 weken uitgenodigd naar het lab, waarbij ze de
ball tossing game moesten spelen. Hun hersenactiviteit werd tijdens dit spel gemeten. De
hersenactiviteit werd dus ook gemeten tijdens de sociale exclusie.
De resultaten tonen bij studie 1 dat de paracetamol groep minder ‘hurt feelings’ hadden. De
hersenactiviteit (die overeen kwam met de hersenactiviteit bij fysieke pijn) was bij hen ook
verminderd. Je kan met dit onderzoek dus concluderen dat fysieke en sociale pijn overlappen.
Verschil tussen sociale en fysieke pijn:
Voor sociale pijn is de relived pijn veel groter dan voor fysieke pijn. Dit geldt zelfs wanneer de initial
fysieke en de initial sociale pijn hetzelfde zijn. Fysieke pijn gaat op een gegeven moment (zo goed als)
over en bij sociale pijn kan dit heel lang duren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jsmorenburg4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.
