Vraag 1
A BV die houdt alle aandelen in B BV en heef ooo een lening gegeven aan B BV. Heef
oennelijo die lening afgewaardeerd ten laste van de winst andere oosten gehad en heef
verder een fscaal compensabel verlies van €1,5 miljoen opgebouwd. Bij B BV hebben we
ooo een verliezen geleden: 500o in 2015 en 1 miljoen in 2016.
Herhaling van vorige weeo (inleiding):
In opgave staat dat lening in 2016 geheel is afgewaardeerd ten laste van de winst, maar dat
is iig geen vanzelfspreoendheid. Want je mag lening in dit soort situates niet afwaarderen.
(Dit is geen onderdeel van de opgave, maar wel zoiets wat je je altjd van tevoren af moet
vragen). Wanneer mag je een vordering niet afwaarderen ten laste van de winst? (stof weeo
3) Is het hier wel echt vreemd vermogen dat verstreot is? Als het hier nou geen vreemd
vermogen is, maar het is een bodemlozeput, schijnlening of deelnemerschapslening … het
leerstuo van deelnemingsvrijstelling maaot dan dat je geen verlies mag nemen op die
vordering. Deze vordering is iig geen lening maar is een investering in je oapitaal en op
oapitaal in een dochtervnp is heel vaao de deelnemingsvrijstelling van toepassing en dat
maaot dan dat verlies niet afreobaar is.
Als het geen oapitaal is maar een onzaoelijoe lening…. Criterium onzaoelijoe lening: als je een
geen derde oan vinden, die wellicht tegen een hogere rente, dezelfde lening zou willen
verstreooen. Belangrijoste consequente als je een onzaoelijoe lening hebt is dat verlies
hierop niet afreobaar is en tweede gevolg is dat rente via de borgstellingsanalogie wordt
behandeld. Borgstellingsanalogie rente is afreobaar bij B BV want die is namelijo de
schuldenaar. De borgstellingrente is ooo belast bij A BV, maar dat verlies op de vordering dus
stel je vordering waardeer je af van 1 miljoen naar 0,5 miljoen (minder waard geworden is),
is niet afreobaar. Als het zaoelijo te maoen is, is het volstreot een zaoelijoe lening dan pao je
de zaoelijoe rente en is afreobaar en belast.
, 1A) Hoe oan je ervoor zorgen dat verlies van €2.500 wordt verminderd? Art 20b lid 1 vpb:
verlies wordt vastgesteld bij beschiooing. Art 20b lid 3 oan de beschiooing herzien worden.
Dus hier is een verliesbeschiooing afgegeven van 1,5 miljoen achteraf oomt inspecteur
erachter dat 2,5o ten onrechte was dan is de enige weg via art 20b lid 3: verliesbeschiooing
moet worden herzien. Dit artoel verwijst hierbij naar art 16 AWR, waar een aantal
voorwaarden zijn opgenomen: nieuw feit, termijn, etc. Dit is de juiste weg. Veel mensen die
in uitweroing direct naar 16 AWR gingen maar dit is onjuist en je moet via 20b lid 3 vpb. Je
oan niet rechtstreeos via art 16 AWR. Bij aanslag wordt vastgesteld de verschuldigde
belastng en deze is in 2015: 0 en de belastng is ooo 0 als je 2,5o corrigeert in 2015 en
hetzelfde voor 2016. Dus de aanslag is 0 deze oan je nooit gebruioen in verliessituates om
iets te corrigeren. De inspecteur oan dus niet zeggen dat je ten onrechte 0 hebt opgelegd,
pas als de winst weer positef zou worden dan moet je iets met de aanslag doen maar als je
van iets negatefs naar iets minder negatefs gaat dan zijn beiden 0. Dus via art 16 AWR oan
de inspecteur dit niet corrigeren dat moet hij echt doen via art 20b lid 3 hij moet die
verliesbeschiooing corrigeren. Dus je moet echt via art 20b lid 3 jo. art 16 AWR.
Stel dat bp in 2016 een miljoen een verliesbeschiooing heef georegen en oomt er later
achter dat dat helemaal niet olopt omdat er een fout is gemaaot in de aanslag want miljoen
moet 1,2 zijn. Bp oan dit corrigeren door bezwaar te maoen tegen de verliesbeschiooing want
bij een verlies van 1 miljoen hoort een belastngschuld van 0 en bij 1,2 miljoen ooo 0 dus die
aanslag die olopt, maar verliesbeschiooing olopte dus niet echt moest van 1 naar 1,2 miljoen
en dat oan omdat verliesbeschiooing een voor bezwaar vatbare beschiooing is (maar dus wel
juiste weg oiezen). Die 2,5o valt nauwelijos op dus inspecteur wss niet bewust gezien dus
meestal geen nieuw feit nodig.
B)
Tweede actviteit waar je verwacht winst de maoen van 500o en je had eerder een verlies
van 1,5 miljoen en vraag is wat er zou gebeuren als je die onder zou brengen bij A BV? Kan je
hier doen aan verliesverreoening?
Je loopt tegen de standaard bloooade van verliesverreoening ex art 20 lid 4: je hebt een
houdsterverlies en dat wil je verreoenen met latere winsten iig uit andere dingen
(actviteiten) die je wilde gaan doen. Er is hier spraoe van een houdsterverlies want er is een
verlies geleden in een periode dat hij alleen maar deelnemingen had en alleen maar
vorderingen op verbonden lichamen dus die 1,5 miljoen orijg etoet houdsterverlies met zich
mee (20 lid 4 verlies). Dat verlies oan je alleen verreoenen met winsten uit jaren dat je ooo
houdster was dus dan moet je iig oijoen, in dat jaar dat die spulletjes worden geproduceerd
of verooopt ben je dan ooo houdster in de zin van die bepaling. Dan moet je weer oijoen of je
voor (>90%) actviteiten hebt die owalifceren als houdster/fnancieringswerozaamheden.
Toets art 20 lid 4:
1. Verliesjaar owalifceert verlies als houdsterverlies? ja (etoet raao je niet meer owijt)
2. (per) Winstjaar ben je dan ooo weer houdster? nee (want io deno dat het de nieuwe
actviteit: het veroopen van die spulletjes wel meer dan 10% van de actviteit die entteit is
geworden die niet houdster of fnanciering is). Over die jaren ben je geen houdster of
fnancieringsentteit.
3. Conclusie je mag de verliezen (1,5 miljoen) niet afzeten tegen de winsten (500 K). Je
moet hier dus volledig belastng betalen over 500o want verliezen uit het verleden mag je
niet gebruioen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vu1920. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.