Samenvatting studieboek Campbell Biology van Jane B. Reece, Lisa A. Urry, Michael Lee Cain, Steven Alexander Wasserman, Peter V. Minorsky, Robert B. Jackson, Neil A. Campbell - ISBN: 9780133447002
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 5: The Structure and Function of Large Biological Molecules Notes
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 4: Carbon and the Molecular Diversity of Life
All for this textbook (15)
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Lerarenopleiding 2e graad Biologie
Aquatische ecologie
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
melinacarrillomoreno
Content preview
Samenvatting Campbell 51.1
De belangrijkste invloed op de verspreiding van organismen op het land is het klimaat, de op lange
termijn heersende weersomstandigheden in een bepaald gebied. Vier fysieke factoren -
temperatuur, neerslag, zonlicht en wind - zijn belangrijke componenten van het klimaat.
Mondiale klimaatpatronen
Worden deels bepaald door inbreng van zonne-energie en de beweging van de aarde in de ruimte.
De zon verwarmt de aarde, dit veroorzaakt temperatuurschommeling, bewegingen van lucht en
water en verdamping van water breedteverschillen in het klimaat veroorzaken.
Het klimaat varieert per seizoen en kan worden gewijzigd door andere factoren:
1. Seizoen gebondenheid
De gekantelde draaias van de aarde en de jaarlijkse draai om de zon veroorzaken seizoensgebonden
cycli in daglengte, zonnestraling en temperatuur. Veranderende hoek van de zon beïnvloedt het
lokale milieu -> gordels van natte en droge lucht verplaatsen naar het noorden en zuiden als de
stand van de zon veranderd; veroorzaakt natte en droge seizoenen. Winpatroon veranderingen
veranderen oceaanstromingen -> koud water welt op; dit voedselrijke water stimuleert de groei van
oppervlakte fytoplankton en de organismen die zich daarmee voeden.
2. Waterlichamen
Oceaanstromingen beïnvloeden klimaat langs de kusten van continenten door de bovenliggende
luchtmassa's die over het land trekken op te warmen of af te koelen. Kustgebieden zijn over het
algemeen natter dan gebieden in het binnenland op dezelfde breedtegraad. Vanwege de hoge
specifieke warmte van water hebben oceanen en grote meren de neiging het klimaat van het
nabijgelegen land te matigen. Op een warme dag; lucht boven land warmt op en stijft op, koel
briesje uit water trekt over het land. ’s Nachts daalt temperatuur sneller boven land, lucht boven
water stijgt op en koele lucht van land stroomt over het water en wordt vervangen door warmere
lucht van buitenaf. Deze plaatselijke matiging van het klimaat kan echter beperkt blijven tot de kust
zelf.
Effecten van vegetatie op het klimaat
Het klimaat beïnvloedt de plaats waar terrestrische organismen kunnen leven, maar organismen
kunnen ook het klimaat beïnvloeden (bossen).
Microklimaat
Op een nog kleinere schaal is er het microklimaat, zeer fijne, lokale patronen in
klimaatomstandigheden. Veel elementen in het milieu beïnvloeden het microklimaat door schaduw
te werpen, de verdamping van de bodem te wijzigen of de windpatronen te veranderen.
Elk milieu op aarde vertoont kleinschalige verschillen in chemische en fysische eigenschappen, zoals
temperatuur, licht, water en voedingsstoffen. Alle biotische, of levende, factoren - de andere
organismen die deel uitmaken van de omgeving van een individu - beïnvloeden de verspreiding en
overvloed van het leven op aarde.
Mondiale klimaatverandering
Omdat klimaatvariabelen het geografische bereik van de meeste planten en dieren beïnvloeden,
heeft elke grootschalige verandering in het klimaat van de aarde grote gevolgen voor de biosfeer.
, Naarmate het klimaat verandert, krijgen sommige soorten bovendien te maken met een tekort aan
geschikte habitats, terwijl andere soorten niet snel genoeg kunnen migreren. Uit een recente studie
blijkt bijvoorbeeld dat het geografische bereik van 67 hommelsoorten (figuur 51.9) op het noordelijk
halfrond gemiddeld krimpt: Ze trokken zich terug van de zuidelijke randen van hun
verspreidingsgebied, maar slaagden er niet in hun verspreidingsgebied naar het noorden uit te
breiden. In het algemeen leidt de klimaatverandering ertoe dat de populaties van veel soorten in
omvang afnemen of zelfs verdwijnen (zie figuur 1.12).
Samenvatting Campbell 51.2
Leven op aarde is op grote schaal verdeeld in biomen (grote levenszones die worden gekenmerkt
door het vegetatie typen in terrestrische biomen).
Klimaat heeft sterke invloed bij het bepalen van de locaties van terrestrische biomen. Het belang van
klimaat kan worden aangetoond met een climograaf (grafiek van de jaarlijkse gemiddelde
temperatuur en neerslag in een bepaald gebied. Ook andere factoren spelen een rol bij het bepalen
van het bestaan van biomen.
Klimaatgrafieken zijn gebaseerd op jaargemiddelde en er kan dus variatie optreden. Echter patroon
van de klimaatvariatie = even belangrijk als het gemiddelde klimaat.
Terretische biomen -> genoemd nar belangrijkste kenmerken en naar hun overheersende vegetatie.
Bioma -> gekenmerkt door micro-organisme, schimmels en dieren die aan dat specifiek zijn
aangepast. Er zijn duidelijke grenzen tussen biomen en terrestrische biomen gaan gelijkelijke over
naburige biomen. Het gebied van intergradatie kan breed en smal zijn.
Verticale gelaagdheid van de vegetatie is een belangrijk kenmerk van terristrische biomen. Het bied
veel verschillende habitats voor dieren. Soortensamenstelling van elk soort bioom verschilt per
plaats.
Biomen zijn dynamische, verstoring -> eerder regel dan stabiliteit. Verstoring -> gebeurtenis die een
gemeenschap veranderd, organisme worden verwijderd en beschikbaar van bronnen wordt hiermee
veranderd. Als gevolg van verstoringen zijn biomen vaak fragmentarisch, met verschillende
gemeenschappen in één gebied. Zelfs dominante planten zijn afhankelijk van periodieke
verstoringen.
Mensen hebben een groot deeel van de aardopppervlakte veranderd + natuurlijke gemeenschappen
zijn vervangen door stedelijke en agrarische gemeenschappen.
Samenvatting Campbell 51.3
Aquatische biomen zijn diverse en dynamische systemen, bedekken het grootste deel van de aarde.
Aquatische biomen worden voornamelijk gekenmerkt door hun fysieke en chemische omgeving. Ze
vertonen ook veel minder latitudinale variatie, en alle soorten komen over de hele wereld voor. Zo
hebben mariene biomen over het algemeen een zoutconcentratie van gemiddeld 3%, terwijl
zoetwaterbiomen meestal gekenmerkt worden door een zoutconcentratie van minder dan 0,1%.
De oceanen vormen het grootste zeebioom en beslaan ongeveer 75% van het aardoppervlak. Door
hun enorme omvang hebben ze een grote invloed op de biosfeer. Uit de oceanen verdampt water
zorgt voor het grootste deel van de regenval op aarde. Zeealgen en fotosynthetische bacteriën
leveren een groot deel van de zuurstof op aarde en verbruiken grote hoeveelheden kooldioxide uit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melinacarrillomoreno. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.