Samenvatting studieboek Campbell Biology van Jane B. Reece, Lisa A. Urry, Michael Lee Cain, Steven Alexander Wasserman, Peter V. Minorsky, Robert B. Jackson, Neil A. Campbell - ISBN: 9780133447002
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 5: The Structure and Function of Large Biological Molecules Notes
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 4: Carbon and the Molecular Diversity of Life
All for this textbook (15)
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Lerarenopleiding 2e graad Biologie
Fysiologie Voeding
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
melinacarrillomoreno
Content preview
Fysiologie voeding
Inhoud
Presentatie 1..........................................................................................................................................2
42.1 Dieet levert energie, bouwstenen en essentiële nutriënten......................................................2
42.2 Verwerving van nutriënten........................................................................................................3
42.3 Organen betrokken bij vertering................................................................................................4
42.4 Gebitten en dieet; resultaat evolutie.........................................................................................9
Presentatie 2........................................................................................................................................10
40.1 Vorm en functie op verschillende organisatie niveaus.............................................................10
Presentatie 3........................................................................................................................................13
40.2 Feedback voor behoud van intern milieu................................................................................13
41.1 Hormonen en andere signaal moleculen activeren response routes.......................................14
42.5 Feedbackcircuits reguleren de spijsvertering, energieopslag en eetlust..................................15
Presentatie 4........................................................................................................................................17
43.1 Zonder bloedsomloop..............................................................................................................18
43.2 Hartcyclussen...........................................................................................................................20
43.3 Bloedvaten...............................................................................................................................22
43.4 Bloed........................................................................................................................................25
Presentatie 5........................................................................................................................................28
43.5 Gas uitwisseling door gespecialiseerde oppervlakte................................................................28
43.6 Ademen ventileert de longen..................................................................................................30
43.7 Aanpassingen voor gaswisseling omvat pigmenten die gassen binden en transporteren.......31
,Fysiologie voeding
Presentatie 1
42.1 Dieet levert energie, bouwstenen en
essentiële nutriënten
Over het algemeen moet een adequaat dieet aan
drie behoeften voldoen: chemische energie voor
cellulaire processen, organische bouwstenen voor macromoleculen en essentiële
voedingsstoffen. Het proces waarbij een dier voedsel tot zich neemt en gebruikt
om aan deze behoeften te voldoen, vormt voeding .
Voedingsbehoefte: nutriënten
Voor elk organisme is het noodzakelijk om een aantal voedingstoffen op te
nemen om daaruit energie en bouwstoffen kan halen. De belangrijkste functies
van essentiële nutriënten zijn onder meer het dienen als substraten van
enzymen, als co-enzymen en als cofactoren in bio synthetische reacties
- Koolhydraten
- Eiwitten opgebouwd uit aminozuren
o Alle organismen hebben een standaard set van 20 aminozuren
nodig om een complete set eiwitten te maken
o Waarvan 8 essentieel bij mensen (die kunnen we niet zelf maken)
o De eiwitten in dierlijke producten zoals vlees, eieren en kaas zijn
"compleet" en leveren alle essentiële aminozuren. De meeste
plantaardige eiwitten daarentegen zijn "onvolledig", omdat ze een
of meer essentiële aminozuren missen.
- Vetten opgebouwd uit vetzuren en glycerol. Dieren hebben vetzuren nodig
om een verscheidenheid aan cellulaire componenten te synthetiseren,
waaronder membraanfosfolipiden, signaalmoleculen en opslagvetten.
o Sommige vetzuren zijn essentieel
o Spelen rol bij vorming fosfolipidenmembraan en vetachtige
hormonen/signaalstoffen
- Mineralen; zouten opgebouwd uit metaalionen en zuurrest. Te veel van
sommige mineralen binnenkrijgen kan gezondheidsproblemen
veroorzaken.
- Vitaminen; organische stoffen die essentieel zijn voor diverse
metabolische processen
- (Vezels; geen voedingsstof, wel essentieel voor functioneren darmen)
Variatie in dieet
Ondanks veel gedeelde voedingsbehoeften, hebben dieren verschillende diëten.
De termen herbivoor, carnivoor en alleseter vertegenwoordigen de soorten
voedsel die een dier gewoonlijk eet. De meeste dieren zijn echter
opportunistische eters en breiden hun dieet uit wanneer hun gebruikelijke
voedsel niet beschikbaar is.
Een dieet dat essentiële voedingsstoffen mist of consequent minder chemische
energie levert dan het lichaam nodig heeft, resulteert in ondervoeding , het niet
verkrijgen van voldoende voeding. In deze situatie verbruikt het lichaam eerst
,Fysiologie voeding
opgeslagen koolhydraten en vet. Het begint dan zijn eigen eiwitten af te breken
als brandstof: spieren krimpen en de hersenen kunnen een eiwittekort krijgen.
- Te kort aan nutriënten zorgt voor verschillende ziektes:
o Engelse ziekte: Vitamine D gebrek, Hongeroedeem: Osmotische
waterophoping in de buik door gebrek aan eiwitten in het bloed en
Bloedarmoede: IJzer tekort
42.2 Verwerving van nutriënten
Stappen in voedselbewerking:
1. Opname (inslikken) – het eten of voeden
2. Vertering (spijsvertering) – voedsel wordt afgebroken tot moleculen klein
genoeg om door het lichaam ogenomen te worden. Zowel mechanische
als chemische processen zijn typisch vereist. Mechanische vertering, zoals
kauwen of malen, breekt voedsel in kleinere stukjes, waardoor het
oppervlak groter wordt. De voedseldeeltjes ondergaan vervolgens een
chemische vertering, die grote moleculen splitst in kleinere componenten.
Enzym-gekatalyseerde synthese van een vet- of macromolecuul verbindt
kleinere componenten met elkaar, waardoor een molecuul water vrijkomt voor
elke nieuwe covalente binding die wordt gevormd. Chemische afbraak door
spijsverteringsenzymen keert dit proces om en verbreekt bindingen door
toevoeging van water. Dit splitsingsproces wordt enzymatische hydrolyse
genoemd .
3. Absorptie – de cellen nemen kleine moleculen op (absorberen)
4. Verwijdering – onverteerd materiaal verlaat het spijsverteringskanaal
Er bestaan veel verschillende strategieën om voedsel binnen te krijgen:
- Suspensie eters: walvissen doen hun mond open, nemen een slok water
binnen en perzen het water naar buiten. Er blijven dan allerlei micro-
organisme achter die in het water zitten
- Substraat eters:
- Vloeistof eters: muggen zuigen vloeistof op
- Bulk eters: slang eet een grote brok in één keer op. Vreet alles op wat hij
in zijn omgeving tegen komt
Als er het één en ander opgenomen is dan volgt vertering. Er
zijn dan twee strategieën, afhankelijk de grote van het
organisme
- Intracellulaire spijsvertering (Klein): Cel staat in direct
contact met de omgeving. Elke cel uit de omgeving
kan voedsel opnemen. Wat opgenomen wordt, wordt
opgenomen in een vacuole. Met behulp van lysoziemen
die aangevoerd worden door een lysosoom worden
deze onderdelen die in de vloeistof zitten verteerd tot
, Fysiologie voeding
delen die andere functies in de cel kunnen doen. Dit door middel van
endocytose. Er zijn twee varianten:
o Fagocytose: het eten van vaste voedsel deeltjes
o Pinocytose: het drinken van een vloeistof
- Extracellulaire spijsvertering (Groot): Als niet elke cel in direct contact
staat met de omgeving waaruit voedseldeeltjes opgenomen kunnen
worden. Dan moet er eerst extra cellulaire vertering plaatsvinden: afbraak
van deeltjes uiten deze cellen in het darmkanaal. Dan kan er de verteerde
deeltjes worden opgenomen worden via de wand het darmkanaal en in de
bloed baan worden vervoerd. Het hebben van een of meer extracellulaire
compartimenten voor de spijsvertering stelt een dier in staat om veel
grotere stukken voedsel te verslinden.
42.3 Organen betrokken bij vertering
Er zijn verschillende organen betrokken bij de vertering. Je kan onderscheidt
maken tussen een gastrovasculaire holte en een spijsverteringskanaal.
- Gastrovasculaire holte: functioneert zowel bij de
spijsvertering als bij de verdeling van voedingsstoffen
door het lichaam. In een poliep zoals de foto hierboven
is er een centrale holte waarbij elke cel in contact staat
met de vloeistof die daarin zit en de voedsel deeltjes die
daar in voorkomen. Het is een holte met een in- en
uitstroom opening. Dit moet regelmatig ververst, er
stroomt wat vocht in, er stroomt wat water uit etc.
Nadat de poliep zijn maaltijd heeft verteerd, worden
onverteerde materialen die in zijn gastrovasculaire holte
achterblijven, via zijn mond geëlimineerd.
- Spijsverteringskanaal. Er zit een begin bij de bek en een
uiteinde bij de kont. Waarbij er voedsel opgenomen
wordt en in de loop van het spijsvertering kanaal het
voedsel wordt afgebroken, verwerkt, verwijderd en
bewerkt wordt.
Er zijn veel varianten op een darmkanaal. De inhoud van het
darmkanaal wordt gerekend tot de buitenkant van het lichaam. Afhankelijk van
het typen organisme. Er zijn onderdelen die overeenkomen met andere
organisme. Sommige onderdelen zijn niet helemaal hetzelfde
- Wormen: het hele darmkanaal is net zo lang als het hele lichaam.
- Sprinkhaan: hebben een kropmaag die zoogdieren niet hebben
- Vogels: hebben een kliermaag en een spiermaag
Sommige van de gespecialiseerde onderdelen hebben nog externe deeltjes die
helpen bij de vertering. Vogels nemen namelijk steentjes op: deze dienen ter
vervanging van de ontbrekende tanden.
In elk spijsverteringskanaal komen
verschillende compartimenten. Deze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melinacarrillomoreno. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.