Aantekeningen hoorcolleges Grondslagen van de Geschiedbeoefening
5 views 0 purchase
Course
Grondslagen van de geschiedbeoefening (GE3V22001)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit zijn aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Grondslagen van de geschiedbeoefening. Bij ieder hoorcollege staat aan het begin in een paar zinnen de kern van het hoorcollege samengevat.
Hoorcollege 1: Waarom geschiedfilosofie en deze
cursus?
Bij geschiedfilosofie gaat het om het denken over het denken. Als je kennis hebt van hoe er
gedacht werd, kan je een eigen stem ontwikkelen en zelfbewustzijn ontwikkelen.
(1) Wat is Grondslagen en hoe doen we het?
Grondslagen gaat over hoe we kunnen nadenken over geschiedenis. Het einddoel is zelfbewustzijn
(reflecteren op jezelf als historicus). Het gaat allemaal om het ontwikkelen van je eigen stem,
oordeelvorming.
(2) Wat is geschiedfilosofie en hoe doen we dat in Grondslagen?
Bij geschiedfilosofie gaat het om het denken over het denken. Het is filosofisch door het Goede
(wanneer handelen historici juist?), het Ware (wat kunnen we van het verleden weten?) en het
Schone (hoe presenteren we het verleden?).
Betekenis van ‘geschiedenis’:
- Historia res gestum: datgene wat in het verleden is gebeurd substantiële geschiedfilosofie
(wat is het verleden?)
- Historia rerum gestarum: wijsgerige reflectie op het historisch denken analytische
geschiedfilosofie (hoe moet het verleden worden bestudeerd?)
Deze twee vormen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Immers, hoe kan je nadenken over hoe
de geschiedenis moet worden bestudeerd als je niet weet hoe het verleden eruitziet…?
Vb. biologie en het leven
In deze cursus gaat het voornamelijk over analytische geschiedfilosofie.
(3) Wat is het verleden?
‘chronological past’: alles wat er vóór nu is gebeurd, gerelateerd aan ons idee van tijd. Maar tijd is wel
een complex fenomeen (tijd is relatief voor iedereen). Dus differentiatie nodig!
voltooide, aanwezige, vreemde verleden
‘substantial past’: samenhangende perioden, eenheden of lagen in het historisch proces (Paul, p. 45),
tijd als gereedschap tijd is niet neutraal (vb. politiek). Tijd is onlosmakelijk verbonden met macht.
(4) Relaties met het verleden
Paul onderscheidt 5 relaties (middelen om het verleden te duiden) met het verleden: (p. 50)
1. Materieel
2. Esthetisch
3. Politiek
4. Epistemisch
5. Moreel
LET OP: er is meer dan alleen het verleden kennen (epistemische relatie)
, Paul maakt wel een onderscheidt tussen de verschillende relaties, maar ook deze zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden.
Hoorcollege 2: Hermeneutiek
De hermeneutiek heeft door de jaren heen een ontwikkeling doorgemaakt.
Hermeneutiek = leer van de betekenisuitleg (van teksten) interpretatiekunde.
De hermeneutiek gebruikt het interpreteren van teksten als middel voor het begrijpen van
andere mensen en het duiden van de wereld (Paul, p. 72).
De hermeneutiek heeft door de jaren heen een ontwikkeling doorgemaakt:
I. Humanistische/reformatorische hermeneutiek
Bij deze vorm gaat het niet om de tekst, maar om wat er achter zit (vb. bij de tekst van Luther uit
1517 gaat het om de Klassieke Oudheid of God). Door op zoek te gaan naar de meest oorspronkelijke
tekst kan je dichter bij God komen.
- Ad fontes! terug naar de bronnen
- Erasmus, Luther
II. Historistische hermeneutiek
- Schleiermacher, Von Ranke, Droysen
Door een tekst (want dat is de deur naar het verleden) kijken naar het verleden.
Friedrich Schleiermacher (1768-1834)
Met hem begint de moderne hermeneutiek. Hij was erg revolutionair. Hij zegt: ‘de Bijbel is Gods
woord, maar het is ook een historisch werk. Het is niet het woord van God, maar van de culturele
context van die tijd’. Hij legt dus de nadruk op CONTEXT.
Van hem komt het idee van de ‘hermeneutische cirkel’ (= de voortdurende wisselwerking tussen het
interpreteren van het geheel obv de interpretatie van de delen en omgekeerd).
Historisme
‘Jede Epoche ist unmittelbar zu Gott.’ God houdt van iedere periode evenveel. De taak van een
historicus is dan ook niet te oordelen, maar te beschrijven, op basis van uniciteit. Leopold von Ranke
(1795-1886) is de ‘founding father’ van het historisme.
Pruisische school, na Von Ranke
Johann Gustav Droysen (1808-1884) was bewust met de Duitse eenwording dat het belangrijk was
om politieke documenten te bewaren voor later. Hij heeft het belangrijkste boek over hermeneutiek
voor historici geschreven, Hermeneutik: heuristik – kritiek – interpretation. Droysen onderscheidt
verschillende interpretaties: pragmatische interpretatie (wat betekent de tekst), interpretatie van
voorwaarden, psychologische interpretatie (wat wil de auteur met de tekst betekenen), interpretatie
van ideeën (context, Zeitgeist) dit is eigenlijk gewoon historisch onderzoek.
III. Neokantiaanse hermeneutiek
- Dilthey, Rickert, Cassirer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nb04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.