100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding internationaal recht - Open Universiteit $7.51
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding internationaal recht - Open Universiteit

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van de cursus inleiding Internationaal recht van de Open Universiteit, gemaakt gedurende cursusjaar 2022/2023. Niet alles uit het boek van Nollkaemper wordt besproken, maar wel de onderwerpen die het meest van belang zijn. Ik heb door enkel deze samenvatting te studeren en d...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • Yes
  • January 23, 2024
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Inleiding internationaal recht
Module 1: Internationaal publiekrecht
Het internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen (vooral staten
en internationale organisaties) en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze bevoegdheden
uitoefenen.

Aard van dit systeem
Het is moeilijk aan te wijzen wanneer het internationale recht precies is begonnen omdat al sinds het
begin der tijden verschillende volkeren van over de hele wereld relaties aangingen. Een gekozen
beginpunt voor het internationaal recht is de Vrede van Westfalen (1648). Een aantal verdragen
maakte toen een einde aan de 30- en 80-jarige oorlog. Verschillende politieke eenheden in Europa
hadden afgesproken dat de paus zich in veel mindere mate met interne aangelegenheden mocht
bemoeien.

De rede waarom dit is gekozen als beginpunt is omdat de Vrede van Westfalen een belangrijke rol in
het ontstaan van staten zoals we die nu kennen speelde. Er ontstond een systeem van soevereine en
gelijke staten die niet langer aan een hoger gezag onderworpen waren. Uit dit idee van soevereiniteit
en gelijkheid van staten onderling vloeien de basale kenmerken van het huidige internationale recht
voort.

Kenmerken
- Soevereine gelijkheid van staten: Staten hoeven in principe geen inmenging van anderen te
dulden.
- Co-existentie: het doel is het vreedzaam naast elkaar laten bestaan van onafhankelijke staten.
- Staten dienen zelf toestemming te geven om gebonden te worden aan het internationale
recht: Staten zijn zelf de makers van het internationale recht. Er is daarom ook weinig
internationaal recht dat écht universeel van toepassing is.
- Geen centraal gezag en fragmentarische toepassing : er is geen overheid die namens de
gemeenschap publiek gezag uitoefent. De staat bezit publiek gezag en dat betekent dat zij
bevoegd is om de wetten op te stellen en te handhaven.
3 elementen van het internationaal recht
1. Internationaal element: Er is een formele scheiding tussen nationale en internationale
rechtsorde. Een nationale regel heeft in principe geen juridische betekenis in de
internationale rechtsorde. Andersom kunnen internationale regels niet zelf bepalen wat voor
gevolgen zij hebben in de nationale rechtsorde.
2. Publiek element: Het internationale recht reguleert en legitimeert de uitoefening van publiek
gezag in de internationale gemeenschap. Het heeft dus slechts indirecte betrekking op
individuen.
o Het gaat in eerste instantie om de bescherming van de belangen van individuele
staten via internationale afspraken, maar ook om het beschermen van gezamenlijke
en mondiale belangen.
3. Juridisch / rechtelijk element: de regels van het internationaal publiekrecht zijn te
onderscheiden van andere normen (morele en politieke normen). Twee criteria
onderscheiden de juridische regels van de niet-juridische regels:
i. Positivisme: een regel is slechts juridisch van aard als zij voortvloeit uit een
juridische rechtsbron.

, ii. De juridische regels zijn onderdeel van een systeem dat schending van de
norm verbindt aan een sanctie.

Formele scheiding tussen nationaal en internationaal recht

De rechtsgevolgen van het internationaal recht worden bepaald door het nationale recht van de
staat. Nollkaemper plaatst een aantal kanttekeningen bij een formele scheiding tussen
het nationaal en internationaal recht. De redenen hiervoor zijn:

- het moderne internationaal recht heeft in belangrijke mate betrekking op de rechtspositie
van natuurlijke personen, in de vorm van mensenrechten;
- internationaal recht heeft steeds meer betrekking op onderwerpen die ook door nationaal
recht worden gereguleerd;
- staten stellen hun nationale rechtsorde open voor de toepassing van internationaal recht.

Volkenrecht (internationaal recht): De term volkenrecht werd vroeger gebruikt om het recht aan te
duiden dat tussen staten gold. In het volkenrecht staan de verhoudingen tussen staten centraal en
niet de rechten van volkeren. De term is daarom verwarrend.

Recht van samenwerking: Dit recht bestaat vanwege het ontstaan van gemeenschappelijke belangen.
Deze belangen kunnen slechts in beperkte mate door afzonderlijke staten zelf worden
gerealiseerd. Daarom is er een recht van samenwerking gecreëerd (terrorismebestrijding,
milieuvervuiling). Wanneer de samenwerking intens en geïnstitutionaliseerd is, ontstaat recht van
integratie: de bescherming en uitvoering van publieke taken worden georganiseerd op
bovennationaal niveau (VN, EU)

Internationaal recht in Nederland
Er bestaat een formele scheiding tussen de internationale en nationale rechtsorde. De nationale
rechtsorde bepaalt zelf wat voor rechtsgevolgen internationale rechtsregels in de nationale orde
hebben. Er worden hierin twee systemen onderscheiden: het monisme en het dualisme.

- Monisme (Kelsen): De internationale en nationale rechtsorde worden gezien als één geheel.
De internationale rechtsregels hebben dan directe gevolgen in de nationale rechtsorde (BE).
- Dualisme (Triepel): De internationale en nationale rechtsorde worden gezien als twee strikt
gescheiden systemen. Internationale rechtsregels dienen eerst omgezet te worden naar
nationale rechtsregels om effect te hebben in de nationale rechtsorde (IT, DE).

Nederland zit hier ergens tussenin en wordt daarom weleens aangeduid als een gematigd monistisch
systeem. De belangrijkste regels die de verhoudingen tussen internationaal en nationaal recht in
Nederland bepalen zijn te vinden in de artikelen 90 t/m 95 van de Grondwet. Drie belangrijke
aspecten van de doorwerking van internationaal recht worden hierin geregeld:

- Geldigheid: er is voor de geldigheid van internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde
geen transformatie of omzetting nodig (monistisch). Wel dient het internationale recht
bekend te worden gemaakt om geldig te kunnen zijn (art. 93 & 95 Gw).
- Rechtstreekse werking: De rechter mag eenieder verbindende bepaling direct toepassen
wanneer zij rechtspreekt (art. 93 Gw). Individuen in Nederland kunnen dus in bepaalde
gevallen rechtstreeks beroep doen op internationale rechtsregels.
- Voorrang: Internationale rechtsregels hebben voorrang op nationale rechtsregels wanneer
die twee met elkaar strijden (art. 94 Gw). Deze voorrang is wel beperkt tot eenieder
verbindende bepalingen.

, Wanneer is een internationale rechtsregel eenieder verbindend? Om te bepalen of een rechtsregel
eenieder verbindend is zal de rechter in het algemeen kijken naar de bedoelingen van de partijen bij
een verdrag. Een rechter zal hierin het advies van de regering meenemen. De rechter zal kijken naar
of de regel naar haar inhoud voldoende duidelijk is om zonder verdere uitwerking in de nationale
rechtsorde te kunnen functioneren.

Is internationaal recht louter politiek?

Nolkaemper geeft de volgende argumenten om aan te tonen dat internationaal recht wel degelijk
recht is en niet louter politiek:

- De internationale rechtsorde kent handhavingsmechanismen.
- Er is een brede aanvaarding en naleving van internationale regels. Hierdoor kan het
internationale recht als recht worden beschouwd.

Verschillen en gelijkenissen tussen internationaal en nationaal recht

Gelijkenissen:

- Zowel in de internationale als in de nationale rechtsorde speelt politiek een belangrijke rol.
- Beide systemen hebben erkende juridische bronnen.
- Beide systemen hebben hun eigen handhavingsmechanismen.

Verschillen:

- In de internationale rechtsorde is het centraal gezag niet sterk ontwikkeld.
- In de internationale rechtsorde is geen enkele centrale instantie die boven de staten staat
(alhoewel de VN een belangrijke functie in het geheel heeft).
- Het gezag in het internationale recht wordt uitgeoefend door de staten zelf.

Module 2: Subjecten van het internationale recht
Hoewel actoren zoals non-gouvernementele organisaties een steeds belangrijkere rol van betekenis
spelen in het internationale rechtsstelsel, worden staten en internationale organisaties nog steeds als
de belangrijkste spelers in deze rechtsorde beschouwd. Internationaal recht is aan het veranderen,
maar het klassieke internationaal recht is nog steeds staats centrisch.

Rechtssubjectiviteit

Rechtssubjectiviteit: de status die het mogelijk maakt dat personen of andere deelnemers deelnemen
aan het rechtsverkeer. Personen bezitten rechtssubjectiviteit indien zij internationale bevoegdheden,
rechten of plichten bezitten (rechtspersoonlijkheid).

Waar de Nederlandse rechtsorde wetsbepalingen kent die organen rechtspersoonlijkheid toekennen,
bezit het internationale recht geen geschreven bepalingen die aanduiden wie internationale
rechtssubjectiviteit toekomt. De belangrijkste rechtssubjecten op dit moment zijn: staten,
internationale organisaties, facto-regimes, bevrijdingsbewegingen, internationale non-
gouvernementele organisaties, multinationale ondernemingen en natuurlijke personen.

Staten
Soevereiniteit: ‘het exclusieve gezag dat een staat toekomt ten aanzien van zijn grondgebied en de
daar levende bevolking’. Hierdoor bezit een staat de onafhankelijkheid van andere staten om een
eigen politieke, economische en sociale structuur te organiseren. Bovendien bevat de soevereiniteit
voor de staat de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan de internationale rechtsorde.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller minkeplate13. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51
  • (0)
Add to cart
Added