De theorie van deze samenvatting is gehaald uit het boek 'Thema's Maatschappijleer'. Het is duidelijk omschreven, waardoor je na het leren ervan een goed cijfer kunt halen.
2.1 idee en oorsprong van de rechtsstaat
Rechtsstaat = een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd
tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. (je kan niet zomaar worden
opgepakt). Deze bescherming bestaat niet of nauwelijks in een autoritaire staat:
hierin heeft 1 machthebber of een kleine groep mensen de macht en bepaalt wat de
regels zijn. NL is een democratische rechtsstaat: hierin kunnen burgers meedoen
aan vrije verkiezingen en zo bepalen wie de machthebbers zijn. Nederland is ook
een sociale rechtsstaat: er zijn allerlei wetten en voorzieningen om de welvaart en
het welzijn van de burgers te bevorderen.
In een rechtsstaat heerst relatief veel sociale vrede en sociale cohesie. Mensen
durven met elkaar bindingen aan te gaan en handel met elkaar te bedrijven.
Vertrouwen en wederkerigheid in een rechtsstaat staan hand en hand. De meeste
burgers houden zich aan de wet, in verwachting dat anderen dit ook doen: vb
gezonde mensen betalen mee aan de zorgkosten voor zieken en weten dat anderen
dit ook voor hen doen als zij zelf ziek worden. Rechtszekerheid: burger en overheid
moeten zich aan wetten houden.
Door in de 15e eeuw de uitgevonden drukpers kon nieuwe kennis snel en breed
worden verspreid. Het gevolg was dat het bestaande wereldbeeld en mensbeeld
begon te wankelen.
De 18e eeuw was het optimistische geloof in de kracht van de rede. Kennis over de
werkelijkheid moest verkregen worden door methodisch gebruik van het verstand en
niet op het (bij)geloof. Door de verlichting kwamen mensen er achter dat ze pas
gelukkig waren als ze vrij waren (vrijheid). Maar hoe kon zo’n gelukkige samenleving
worden bereikt? Hierover werd gedebatteerd in pamfletten en kranten. Vooral de
filosofie van het sociaal contract had hier invloed op. Aan deze filosofie zijn de
namen Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau verbonden.
Volgens contractfilosofen moeten mensen een sociaal contract sluiten: hierin staan
afspraken dat ze in natuurlijke vrijheid en gelijkheid kunnen leven. De staat zou dit
handhaven. De eerste taak van de staat moest zijn om de veiligheid van de burgers
te garanderen en hun eigendommen te beschermen. De staat krijgt
geweldsmonopolie: zij mogen als enige geweld gebruiken. In een rechtsstaat
bepalen de burgers zelf de macht die de staat over hen mag uitoefenen. Om te
voorkomen dat de staat probeert de overhand te nemen stelt Montesquieu een trias
politica in.
De beginselen van de rechtsstaat:
De contrafilosofen kwamen langs de rationele weg tot de volgende grondbeginselen
van de rechtstaat:
- Het beginsel van de grondrechten
, - Het soevereiniteitsen en democratiebeginsel: mensen sluiten gezamenlijke
eeen vredesakkoord.
- Het legaliteitsbeginsel: de staat die het sociaal contract tussen mensen kan
afdwingen.
- Het begin van de trias politica
De eerste rechtsstaten
Verenigde staten:
De onafhankelijkheidsverklaring, de grondwet en de bill of rights vormen samen de
Amerikaanse constitutie. Het woord consitutie verwijst hier naar de beginselen en de
regels om een staat te stichten. Bill of rights = de staatsmacht die werd gebonden
aan het recht en vooral aan de grondrechten van de burgers die hierin zijn verzameld
Europa:
Verklaring van de rechten van de Mens en Burgers: moest zorgen voor een
rechtvaardigere en gelukkigere samenleving. Hierin werden de grondrechten van
ieder mens vastgelegd. Er heerste chaos totdat Napoleon in 1799 een staatsgreep
pleegde en een verlichte dictatuur vestigde. Verlichte dictatuur = waarin de
machthebber in zekere mate rekening houdt met de bevolking. In naam van de
vooruitgang veroverde hij grote delen van europa en verspreidde ideeën en idealen
van de rechtsstaat. Zo vormde zijn ‘code civil’ ook in NL het begin van het burgerlijk
recht.
2.2 grondwet en grondrechten
Staatsregeling van de Bataafse rebupliek is de voorloper van de grondwet, hierin
werd bepaald dat iedere burger gelijk is voor de wet en onschendbare grondrechten
heeft zoals vrijheid van meningsuiting.
De grondwet van NL:
- Legt fundamentele rechten van burgers vast
- Begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van de
burgers
- Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn
georganiseerd
- Drukt de eenheid van de natie uit.
In NL kwam een constitutionele monarchie: een koninkrijk met een grondwet. De
koning kon hier niet als een absolute vorst zijn gang gaan, maar hij had wel
soevereine macht. Pas in 1848 werd onder leiding van het liberale kamerlid Torbecke
de basis van onze latere rechtstaat gelegd. De macht van de koning werd ingeperkt
in de grondwet. De koning was nu onschendbaar, hij word buitenspel van de macht
gezet.
Hierdoor kregen ministers verantwoordelijkheid voor wetgeving en beleid. De
grondrechten werden uitgebreid. Ook de directe verkiezingen van de 2 e kamer
vergrootten de democratie, maar er was wel censuskiesrecht. Censuskiesrecht = je
hebt pas kiesrecht als je een bepaald bedrag aan belasting betaald. (dit waren de
rijke mannelijke burgers)
, Deze 19e -eeuwse staat wordt ook wel de nachtwakersstaat genoemd: een staat die
zich voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van burgers. Bij deze staat
stond veiligheid en zekerheid centraal.
In de praktijk zorgde de nachtwakersstaat voor sociale onrust. De arbeidersbeweging
eiste kiesrecht op voor alle burgers (niet alleen voor de mensen van
censuskiesrecht)
In de 2e helft van de 19e eeuw ontstond een klassenstrijd vanwege uitbuiting van
arbeiders, armoede en kindersterfte. Ook ontstond de vrouwenbeweging. Deze
onrust wijste uiteindelijk tot wijziging van de grondwet. Er kwam mannenkiesrecht,
vrouwenkiesrecht en naast openbare scholen ook godsdienstige scholen.
Waar bestaat de grondwet uit:
- Het eerste deel bevat de grondrechten van de burgers
- Het tweede deel bevat de organisatie van de staatsinstellingen en het bestuur
van ons land.
Klassieke grondrechten: vrijheid en gelijkheid. Bv: vrijheid va meningsuiting, niet
discrimineren. Hierin word geregeld dat de staat de persoonlijke vrijheidsrechten van
mensen zo min mogelijk beperkt.
Verschillende klassieke grondrechten:
- Het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen. Niemand mag
gediscrimineerd worden.
- De persoonlijke vrijheid wordt op verschillende manieren gewaarborgd. Ieder
mens heeft recht op privacy en recht om te gaan en staan waar hij wil. Hierbij
hoort ook het onaantastbaarheid van het lichaam, denk aan niet zo maar
fouilleren en martelen mogen niet.
- De politieke vrijheid van de burgers is vastgelegd in het algemeen kiesrecht,
maar ook in de grondrechten die de publieke debat stimuleren, zoals vrijheid
van meningsuiting, vergaderingen te organiseren. Je stem laten horen.
Wat heb je nou aan persoonlijke vrijheidsrechten wanneer je arm bent en werkloos
bent. Hierdoor ontstaan de sociale grondrechten.
Sociale grondrechten: werkgelegenheid,bescherming van de positie van de
werknermers, sociale zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw en onderwijs
werden de verantwoordelijkheden van de staat. De mensen kregen recht op deze
voorzieningen. Deze grondwet zorgt hiervoor dat de klassieke rechtstaat een sociale
rechtsstaat werd ofwel een verzoringsstaat.
Verschil klassieke-en sociale grondrechten: als burger kun je beroep doen op
klassieke grondrechten, je kunt naar de rechter stappen als deze worden
geschonden. Bij de sociale grondrechten kan dit niet, maar de overheid moet wel
actief optreden om ze te realiseren. Als je vind dat de overheid niet goed hun best
doen kan je dus niet naar de rechter stappen, maar je kan het wel laten merken in je
stemgedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijntersteege. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.57. You're not tied to anything after your purchase.