100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economie A volledige samenvatting $10.28   Add to cart

Summary

Economie A volledige samenvatting

1 review
 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van Economie A, uit het boek: Wegwijs in economie, wordt hoofdstuk 1 tot en met 16 behandelt en uitgelegd adhv voorbeelden + voorbeeldvragen. Dit zijn aantekeningen van zowel uit de les, als uit het boek. Dit is de volledige leerstof te kennen voor het examen in het eerste se...

[Show more]

Preview 3 out of 34  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t.e.m. 16
  • January 23, 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: schroyenslars • 1 month ago

avatar-seller
HOOFDSTUK 1: WAT IS ECONOMIE?

Wat is economie?
Economie betreft de organisatie van de systemen van consumptie en productie
 studie van gedrag van producent en consument = micro-economie
 economische agenten: consument, producent, overheid, banksector en buitenland
 Prosumenten = consumenten die ook G&D aanbieden die traditioneel door de producenten werden
aangeboden. (producent + consument zijn) Bv: huis verhuren op air BNB, zonnepanelen, …
 Economie = sociale wetenschap (mens centraal)
 Keuzes maken door budgetbeperking: met schaarse goederen een maximale behoeften invulling
bekomen

Schaarste en economische behoeften
= Een middel is schaars wanneer de mogelijke aanwendingen (de vraag!) ervan de beschikbaarheid
(aanbod) van dat middel overstijgen
 enkel schaarste wanneer er vraag naar is en consument tekort ervaart zonder
 immateriële behoefte wordt voldaan door materiële goed/dienst (bv behoefte mobiliteit --> wagen)

Economische behoeften zijn de verlangens van de mens aan een tekort, waaraan men slechts kan voldoen
door het inzetten van schaarse middelen
 primaire behoeften: overleven -> eten // slapen -> bed = aangeboren
 secundaire behoeften: cultuur -> cinematicket = aangeleerd
 tertiaire behoeften: wereld zien -> reizen, sportwagen = luxe
 behoeften evolueren in de tijd
economische agenten moeten keuzes maken
 behoeften onbeperkt: eene ingevuld, nieuwe behoefte
economie is de wetenschap van de keuzes die
 maar middelen om behoeften in te vullen zijn schaars gemaakt worden als gevolg van schaarste


opportuniteitskost

De opportuniteitskost is de NIET gerealiseerde opbrengst van het BEST mogelijke alternatief voor de
gemaakte keuze. (voordeel verloren door kiezen voor het tweede beste bv: geen loon door te studeren)

Economisch resultaat betreft de opbrengsten min de (economische) kosten,
met inbegrepen in de (economische) kosten de opportuniteitskosten



Marginaliteit https://www.google.com/search?q=marginale+kosten+en+opbrengsten+grafiek&source=lmns&bih=593&biw=1280&rlz=1C1GCEA_nlBE1076BE1076&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwiExL2-lNOBAxXR2qQKHZZTBzQQ0pQJKAB6BAgBEAI#fpstate=ive&vld=cid:f01513db,vid:Czk4oceff_c,st:0




 marginale kosten = bijkomende kost voor één extra output/productie
 marginale baten = bijkomende opbrengsten voor één extra output/productie

 blijven verder studeren tot opbrengst niet groter is dan kost
--> MK = MB (= evenwicht) = maximale winst
 in dit vb 5 jaar verder studeren
 zolang MB>MK zal de winst toenemen, maar als voor één extra
eenheid de kost groter wordt dan opbrengst, zal de winst dalen
(berekenen maximale winst)

1

,WETENSCHAPPELIJKE BENADERING
Economie is de wetenschap van de keuzes die economische agenten maken als gevolg van schaarste
 op welke manier heeft de prijs van een product, invloed op de vraag ernaar?
 7 aannames:
1) Behoeften zijn onbeperkt
2) Economische agenten kiezen rationeel
3) Keuzes worden gemaakt uit eigen belang (zelf grootste voordeel)
4) Optimale keuze is waar MO = MK
5) Rekening houdend met verlies van beste alternatief = opportuniteitskosten
6) Ceteris paribus
--> de rest blijft gelijk, geen impact van ecologie, angst, risico’s, consumentenvertrouwen, …
--> P stijgt = V daalt (zonder impact van andere factoren)
7) Perfecte informatie
= koper/verkoper hebben alle kennis over prijs, nut, kwaliteit, productiekosten, … van het product
--> in realiteit weet koper dit meestal niet, dus maakt gebruik van mental shortcuts (gewoontes, advies, …)

PRODUCTIEMOGELIJKHEDENGRENS (PMG)
Productie = de activiteit waarin productiefactoren en intermediaire goederen worden ingezet om via een
transformatieproces andere economische goederen (en diensten) voort te brengen
 productiefactoren = schaarse middelen die producent inzet om tot productie te komen
= Kapitaal + Arbeid + Natuur
 intermediaire goederen = half afgewerkte producten die verdere verwerking vergen

Productiemogelijkhedengrens (PMG) geeft voor elk productieniveau van een bepaald goed weer hoeveel er
maximaal van een ander goed kan geproduceerd worden, gegeven de PF en de productiviteit
--> bv: met de gegeven productiefactoren en productiviteit kan je 13 ton ananas en 0 ton kokos produceren
OF 12 ton ananas en 2 ton kokos OF 10 ton ananas en 3 ton kokos OF …

1) meer product 1 = minder product 2 (en omgekeerd) = dalend verloop
= schaarse PF
2) opportuniteitskost van punt B naar C = verlies ananas / winst kokos
= 2/1 = 2
opportuniteitskost van punt C naar D = verlies ananas / winst kokos
= 3/1 = 3
3) heterogeniteit productiefactoren
Bv: maakt enkel ananas, maar beslist nu ook beetje van grond af te staan om kokos te produceren
--> eerst lichte daling ananas, want slechtste werknemers (lichtste PF) opgeven, daarna ook beste
--> CONCAVE VORM
4) Pareto efficiëntie : elk punt boven de curve is (op LT) niet haalbaar!
elk punt onder de curve is (op LT) wel haalbaar, maar niet efficiënt
elk punt op de curve is Pareto efficiënt
5) wijziging productiviteit bij product1
Bv: wijziging in sneller telen van kokosnoot --> ook meer tijd voor ananas
= Rotatie PMG rond intercept = meer van beide producten = economische groei
6) wijziging productiviteit bij beide productiefactoren
= verschuiving PMG = bijkomende productiemogelijkheid



2

, EENVOUDIGE ECONOMISCHE KRINGLOOP
= schematisch model van de werking van de economie als systeem, toont relaties tussen de verschillende
economische agenten


Blauwe pijlen = geldstromen
Oranje pijlen = goederen en diensten stromen




1 systeem: 1 economisch feit heeft impact op het hele
systeem, zit in een kringloop, alles hangt aan elkaar vast




Uitgebreide economische kringloop, met belangrijke economische agent: overheid
(enkel geldstromen)
 wordt heel ingewikkeld systeem, met opnieuw 1 verandering heeft impact op
hele systeem
 rol van ecologie en maatschappij ontbreekt (bv migratie, …)

 holistische visie
 kern blijft economie, speelt zich af binnen:
 maatschappij en aarde
 = aangevuld met gebruik van gemeenschapsbezit
Bv: bos, sporthal, opvanghuizen, wikipedia, …
 = aangevuld met maatschappelijke
Bv: vrijwilligerswerk, studentengroep, …
= beperkt!
 = allemaal binnen de ecologie
bv: energie en grondstoffen gebruiken + afval toevoegen
= beperkt!
 ook cons en prod hebben tijds- en budgetbeperking  KEUZES MAKEN

DUURZAME ONTWIKKELING
= tegemoet komen aan de behoeften van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige
generaties in het gedrang te brengen
 profit = economie
 people = maatschappelijke Een ontwikkeling is duurzaam als deze voldoet aan de 3 peilers
 planet = ecologie

 bv donuteconomie van Kate Raworth = actueel (holistisch) economisch model
 genoeg produceren voor basisvoorzieningen
 maar niet meer dan economisch plafond = grenzen vd planeet
 welvaart bereiken door op donut te blijven

 opl: behoeften van mensheid en planeet centraal stellen ipv winstzucht
HOOFDSTUK 3: VOORDELEN VAN SAMENWERKEN
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller millla. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.28
  • (1)
  Add to cart