100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Celbiologie samenvatting en aantekeningen $6.51
Add to cart

Summary

Celbiologie samenvatting en aantekeningen

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

een samenvatting van het boek + aantekeningen van de colleges.

Preview 4 out of 61  pages

  • January 23, 2024
  • 61
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
CELBIOLOGIE

LEERSTOF

HOOFDSTUK 1: THE HUMAN BODY: AN ORIENTATION

WAT: anatomie is de studie van structuur, fysieke vorm van het lichaam

HOE: de functie van de fysiologie, van elk lichaamsdeel als geheel is afhankelijk van de anatomie van die
delen; structuur bepaalt functie


ANATOMIE
 Studie van de structuur en vorm van het lichaam en zijn delen en hun relatie tot een ander lichaam
 Grove anatomie: grote, gemakkelijk waarneembare structuren
 Microscopische anatomie: de studie van lichaamsstructuren die te klein zijn om met het blote oog te
zien. Alleen te zien door een microscoop




FYSIOLOGIE
 Studie van hoe het lichaam en zijn onderdelen werken of functioneren


VAN ATOMEN NAAR ORGANISMEN
Chemisch niveau:

 Atomen combineren om moleculen te vormen zoals water, suiker en eiwitten
 Moleculen associëren zich op specifieke manieren om microscopisch kleine cellen te vormen
 Alle cellen hebben een gemeenschappelijke structuur en functies, maar individuele cellen variëren
sterk in grootte, vorm en hun rol in het lichaam



Weefsel niveau:

 Weefsel bestaat uit groepen van vergelijkbare cellen die een gemeenschappelijke functie hebben
 Vier basisweefseltypen

Orgaan niveau:

 Een orgaan is een structuur die bestaat uit twee of meer weefseltypen die specifieke functies in het
lichaam vervullen.
 Uiterst complexe functies worden mogelijk

Niveau van het orgaansysteem:

 Groep organen die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

,Organisme niveau:

 Het hoogste niveau van structurele organisatie
 Som van alle structurele niveaus die samenwerken om ons in leven te houden


NOODZAKELIJKE LEVENSFUNCTIES
 Organen werken niet geïsoleerd; in plaats daarvan werken ze samen om het welzijn van het hele
lichaam te bevorderen



Beweging

 Omvat alle activiteiten die door het spierstelsel worden bevorderd (wandelen, zwemmen)
 Het skelet zorgt voor de botten waar de spieren aan trekken terwijl ze werken.
 Beweging treedt ook op wanneer stoffen zoals bloed en urine worden voortgestuwd door inwendige
organen van het cardiovasculaire, spijsverterings- en urinewegstelsel



Reactievermogen (prikkelbaarheid)

 Het vermogen om veranderingen in de omgeving waar te nemen en er vervolgens op te reageren.
 Als je bijvoorbeeld per ongeluk een hete pan aanraakt, trek je onwillekeurig je hand weg van de
pijnlijke prikkels  hoeft er niet aan te denken om je hand weg te trekken, het gebeurt gewoon



Spijsvertering

 Proces van het afbreken van ingenomen voedsel tot eenvoudige moleculen die vervolgens in het bloed
kunnen worden opgenomen



Metabolisme

 Verwijst naar alle chemische reacties die plaatsvinden in het lichaam en al zijn cellen.
 Omvat het afbreken van complexe stoffen tot eenvoudigere bouwstenen, het maken van grotere
structuren uit kleinere en het gebruik van voedingsstoffen en zuurstof om moleculen te produceren



Excretie

 Proces van het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
 Bijvoorbeeld; Het spijsverteringsstelsel ontdoet het lichaam van onverteerbare voedselresten in de
ontlasting, het urinewegstelsel voert stikstofhoudende metabolische afvalstoffen af in de urine.

,Reproductie

 Productie van nakomelingen
 Kan voorkomen op cellulair of organisme niveau
 Cellen delen zich en produceren twee identieke dochtercellen die vervolgens worden gebruikt voor
lichaamsgroei of -herstel
 De productie van het menselijk organisme is de taak van de organen van het voortplantingssysteem



Groei

 Groei kan een toename zijn van de celgrootte of toename in lichaamsgrootte die wordt bereikt door
een toenamen van het aantal cellen. Om groei te laten plaatsvinden moeten de opbouw van de cellen
sneller plaatsvinden dan de cel afbouwende activiteiten.



Voedingsstoffen, die het lichaam via voedsel binnenkrijgt, bevatten chemicaliën die worden gebruikt voor
energie – en cel opbouw.

 Koolhydraten zijn belangrijk voor energie toevoer in het lichaam.
 Eiwitten en vetten zijn erg belangrijk voor opbouw van de celstructuren.
 Vetten beschermen ook de lichaamsorganen en zorgen voor reservebrandstof.
 Mineralen en vitaminen zijn nodig voor het vervoer van zuurstof in het bloed



Alle voedingsstoffen zijn nutteloos tenzij er ook zuurstof aanwezig is. Er is zuurstof nodig voor het proces
waarbij energie uit voedsel vrijkomt. Water is verantwoordelijk voor 60 tot 80 procent van het
lichaamsgewicht. Het is de meest voorkomende chemische stof in het lichaam en vormt de vloeibare basis voor
het lichaam.

De gemiddelde normale lichaamstemperatuur is 37 graden Celsius. Als de lichaamstemperatuur hieronder
daalt worden metabolische reacties langzamer en stoppen uiteindelijk. Als de gemiddelde temperatuur te hoog
is verlopen de chemische reacties te snel en beginnen lichaamseiwitten af te breken  in beide extreme
gevallen, komt dood voor

Atmosferische druk is de kracht die door het gewicht van lucht op het lichaamsoppervlak wordt uitgeoefend.
De ademhaling en de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide in de longen zijn afhankelijk van de juiste
atmosferische druk.



Homeostase is het vermogen van het lichaam om relatief stabiele interne omstandigheden te handhaven, ook
al veranderd de buitenwereld. Over het algemeen vertoont het lichaam homeostase wanneer op goede wijze
aan zijn behoeften wordt voldaan en het soepel functioneert.

, De homeostatische mechanismen bestaan uit 3 componenten:

 Receptor, een soort sensor die veranderingen in de omgeving bewaakt en erop reageert. Het reageert
op veranderingen, stimuli, door informatie (input) naar de tweede component te sturen.
 Control center, de informatie stroomt van de receptor naar het control center. Het control center
bepaalt het niveau waarop een variabele moet worden gehandhaafd. Dit onderdeel analyseert de
informatie die het ontvangt en bepaalt vervolgens de juiste reactie en de manier waarop de actie
wordt uitgevoerd
 Effector, levert de middelen voor de reactie (output) van het control center naar de stimulus.
Informatie stroomt van het control center naar de effector. De resultaten van de reactie worden
vervolgens teruggekoppeld om de stimulus te beinvloeden.




HOOFDSTUK 2: BASIC CHEMISTRY

WAT: chemie is de basis voor de manier waarop het lichaam energie transformeert en gebruik en voor de
manier waarop onze cellen moleculen zoals koolhydraten, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren gebruiken

HOE: alles wat er in het lichaam gebeurt, van signalering en communicatie, tot het energiemetabolisme,
vereist de beweging of deelname van chemicaliën zoals ionen, koolhydraten, lipiden en eiwitten.


VORMEN VAN ENERGIE:
 Chemische energie: wordt opgeslagen in de bindingen van chemische stoffen. Wanneer deze
bindingen worden verbroken kan er energie vrijkomen.
 Elektrische energie: onstaat door de beweging van geladen deeltjes. In je lichaam wordt elektrische
stroom gegenereerd wanneer er geladen deeltjes (ionen) door de celmembraan bewegen. Het
zenuwstelsel gebruikt elektrische energie om informatie over te brengen van het ene lichaamsdeel
naar de andere.
 Mechanische energie: de energie die rechtstreeks is betrokken bij de bewegende materie. Spieren die
samentrekken bij beweging komt door de mechanische energie.
 Stralingsenergie: het is de energie van het elektomagnetische spectrum  infrarood, UV etc.
Lichtenergie, die het netvlies van de ogen stimuleert, is belangrijk bij het zien. UV-golven veroorzaken
verbranding van de zon, maar stimuleren ons lichaam ook om vitamine D aan de maken.



In het lichaam wordt chemische energie uit voedsel gevangen in de bindingen van een chemische stof genaamd
ATP (adenosinetrisofaat)  dit molecuul levert energie voor alle processen in ons lichaam. Net zoals een auto
benzine nodig heeft om te kunnen rijden, heeft ons lichaam ATP nodig om te kunnen functioneren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittsiebum. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
Add to cart
Added