100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Mens & Samenleving samenvatting volledige boek $9.72
Add to cart

Summary

Mens & Samenleving samenvatting volledige boek

1 review
 6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van het volledige boek (hoofdstuk 1 tot en met 9). Zowel aantekeningen uit de les + aangevuld met alle info uit het boek + voorbeeldvragen!

Preview 3 out of 34  pages

  • Yes
  • January 23, 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: schroyenslars • 4 months ago

avatar-seller
MENS EN SAMENLEVING

UITDAGINGEN
 The great resignation = veel mensen stoppen met hun job (bv oorzaak: corona)
 Krapte op arbeidsmarkt = meer vraag dan aanbod, tekort aan personeel
 Nieuwe economie = platformeonomie: je baas is een app, bv deliveroo eten bezorgen
 Mentaal welzijn van werknemers
 Artificiële Intelligentie en digitalisering

INLEIDING
 recent meer aandacht voor gedragswetenschappen, omdat invloed heeft op samenleving & economie
 Nobelprijs winnaar Daniel Kahneman beschreef als eerste psychologisch inzicht in de economie, om te
begrijpen hoe mensen zich gedragen en waarom.
 Nudging = techniek om mensen bepaalde keuze te doen nemen (zonder ze te verplichten, ‘duwen’ in de
richting die wij willen, er is dus wel nog keuzevrijheid)
 bv: experiment handhygiëne in ziekenhuis:
Nudging Boosten
Poster met iemand die handen wast ‘in goede handen’ Poster met infectierisico’s
= inspelen op emotie = onderbouwd met info en data
EFFICIËNT + snel maar KT effect EFFICIËNT + LT blijvend effect
 kritiek op nudging: we moeten humble zijn, de individuele vrijheid van burgers wordt afgenomen

HOOFDSTUK 1: MOTIVATIE
= de psychologische processen die 1. de aanzet, 2. de richting, 3. de intensiteit én 4. het in stand houden van
menselijk gedrag, veroorzaken om een bepaald doel te bereiken
 motivatie is NIET de belangrijkste antecedent voor goede prestatie, ook ability & opportunity
= mogelijkheden en kansen in de organisatie
1. CONTEXT
 Frederick Winslow Taylor: grondlegger wetenschappelijke bedrijfsorganisatie
 1 beste manier om efficiënt taken uit te voeren door opsplitsen van het werk (taken verdelen)
+ manager denkt en werkers werken
 resultaat: hogere productiviteit en meer info over werkduur, nodige gereedschappen
 kritiek: hield geen rekening met de werknemers: motivatie, kracht en gedrag
--> de doorgedreven opsplitsing van het werk en routinisering, leidde tot vervreemding

 Douglas McGregor: X-Y theorie
 leidinggevenden kunnen werknemers zien als:
X = lui, haten werken, geen motivatie, geen verantwoordelijkheid en controle nodig … = negatief
Y = gemotiveerd, kunnen presteren, zijn creatief, doen aan zelfcontrole … = positief
THEORIE: werknemers gedragen zich op de manier dat ze behandelt worden

 Hawthorne Studies: werknemers werken efficiënter als de lampen feller brandden
Hawthorne-effect: mensen kregen neiging beter te werken als ze wisten dat ze onderzocht werden

 Humanisering van de arbeid (1940-60)= rekening houden met factor mens
 ontwikkeling van vakbonden en sociaal-economisch overleg
 Human Relation Movement = denken aan behoeften en motivatie van werknemers




1

, WAT motiveert mensen: behoeften
 HOE geraken mensen gemotiveerd: processen
 hoge motivatie (maar ook ability en opportunity) leidt tot hoge performantie individueel
2. BEHOEFTETHEORIEËN = wat motiveert mensen = BEHOEFTEN
 behoeften = drijfveren, individuele eigenschappen die leiden tot motivatie
 komen uit cultuur: socialisatie=proces waarbij je waarden & normen uit een samenleving overneemt
 werkwaarden zoals inkomen verwerven, sociale waarde en impact willen hebben op samenleving, …

 Behoeftetheorie van Maslow
 eerste stap moet vervuld worden om naar tweede stap
te kunnen gaan = hiërarchie

 maar veel wetenschappelijk kritiek op gekomen,
zou ook in andere volgorde kunnen en is voor elk
individu anders

 ERG-theorie van Alderfer (bouwde verder op Maslows idee)
 existence behoeften = basisbehoeften, zekerheid, veiligheid, gezondheid
 relatedness behoeften = sociale, aanvaarding, erkenning, waardering
 growth behoeften = zelfvertrouwen, kunnen ontwikkelen
 frustration-regression = een stapje ‘terug’ moeten doen omdat verdere groei geblokkeerd is
 verschil met Maslow = individuele verschillen tussen mensen, geen vaste volgorde = geen
hiërarchie maar continuüm
 Prestatiemotivatietheorie van McClelland
 need for achievement = iets willen bereiken, volharden (hoge maar bereikbare doelen)
 need for power = invloed willen hebben over een ander, coachen, leiden
 need for affiliation = nood aan interpersoonlijke relaties, vrienden, geliefd worden
 prestatiemotivatie = verlangen om iets moeilijker te kunnen, hindernissen overwinnen,
uitblinken, met anderen te concurreren, …
 2 soorten motivatie: ik wil de beste zijn + ik wil mezelf verbeteren (=mastery)

 Thematic Apperception Test (TAT) = behoeften van individu meten
= individu krijgt foto, opdracht is om verhaal rond dit beeld te brengen, resulteerde in 3 verschillen:
1) Man op foto wil uitblinken, de beste zijn, status, … = hoge need for achievement
2) Man op foto heeft leiding over ander en geeft bevelen, controle = hoge need for power
3) Man op foto heeft goede verhouding met collega, verbanden = hoge need for affiliation
 Nederlandstalige prestatiemotivatietest (Hermans)
1. prestatiemotief: stabiele persoonlijkheidseigenschap die in situaties zal leiden tot presteren
2. positieve faalangst: een gezonde spanning die iemand nodig heeft om goed te presteren
3. negatieve faalangst: de spanning die iemand blokkeert en leidt tot minder goede prestaties
 faalangst: imposter syndrom = (bv promotie in hoge functie) nadenken over of je dit verdient,
oplichter voelen, bang voor ontmaskering, ben ik wel goed genoeg hiervoor

 tweefactorentheorie van Herzberg = ‘what do people want from their jobs?’
 factoren die leiden tot tevredenheid & motivatie: prestatie, verantwoordelijkheid, vooruitgang en
werk zelf = motivatoren
 factoren die leiden tot ontevredenheid bij afwezigheid: relaties, werkomgeving en context
= hygiënefactoren

2

,  jobkenmerkenmodel (Hackman en Oldham 1980)
 niet individuele noden, maar de taak en job zelf hebben invloed op motivatie
 door taylor’s arbeidsverdeling en -specialisatie was er vervreemding van de job
 Hackman en Oldham veranderden dit, niet 1 taak meer, maar meerdere taken en kenmerken
veranderen, nu een verantwoordelijkheid en feedback krijgen --> motivatie en performantie!
 performance AFHANKELIJK van taakkenmerken VIA psychologische toestand
= bv: prestatie afhankelijk van verantwoordelijkheid via de motivatie

3. HOE WERKEN MOTIVATIEMECHANISMEN = hoe geraken mensen gemotiveerd = PROCESSEN
 verwachtingstheorie van Vroom
= verwachtingen beïnvloeden gedrag en motivatie van de mensen, 3 denkprocessen:
1) zullen mijn inspanningen leiden tot mijn doel? = expectancy
2) als ik mijn doel bereik, levert dat resultaten/iets op voor mij? = instrumentality
3) zullen deze resultaten positief zijn? = valence
 deze 3 denkprocessen worden beïnvloed door andere psychologische processen, bv: self-efficacy
= hoe hoger vertrouwen in eigen mogelijkheid om een doel te bereiken, hoe meer bereikkans
--> ook bij tegenslag! hoge self-efficacy = sneller jezelf herpakken
--> self-efficacy heeft invloed op prestatie

 goalsetting (Locke en Latham)
= specifieke doelstellingen vooropstellen helpt motiveren, doelstellingen halen en prestaties leveren
 focus: meer aandacht voor relevante zaken en doel zelf
 energie: individu krijgt meer energie
 tijdsafbakening: doorzetten tot aan eindmeet, kunnen plannen

 met tussentijdse feedback en opvolging!
 er moet uitdaging zijn, niet te makkelijk maar niet te moeilijk:

 kritiek: geen focus op team, individuele doelstelling leidt tot
minder creativiteit

 zelfdeterminatietheorie!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! = behoefte + proces theorie
 3 psychologische basisbehoeften (ABC) (waardoor mensen groeien, volgens Deci en Ryan)
1) autonomie = vrij gevoel hebben, verantwoordelijkheid
2) betrokkenheid = ergens bij horen, relaties basis, ieder heeft deze 3
3) competentie = goed zijn in wat je doet, bekwaamheid in elke cultuur, GEEN verschil
 leidt tot goede prestatie en persoonlijke ontwikkeling
 intrinsieke motivatie
= doen omdat je het graag doet = hoge PERFORMANTIE
 extrinsieke motivatie
(experiment Deci & Ryan: kinderen puzzelen, eens ze belonen, minder performantie, wel meer
performantie met mondelinge beloning ‘goed gedaan’)
moeten = doen voor de beloning of tegen de straf van ander = extern = performantie DAALT
= doen voor de beloning of tegen de straf van onszelf = introjectie = performantie DAALT
willen = doen omdat je iets belangrijk of zinvol vind = identificatie = hoge PERFORMANTIE
= doen omdat binnen je eigen waarden past, deel van jezelf = integratie = hoge PERFORMANTIE




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller millla. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.72  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added