Drie types van ADHD
Gecombineerde beeld: Hierbij zijn er zowel kenmerken van hyperactief,
impulsief gedrag als kenmerken van onoplettendheid (concentratieproblemen).
Overwegend hyperactief-impulsief beeld: Hierbij staat het hyperactieve,
impulsieve gedrag op de voorgrond en zijn de concentratieproblemen minder
opvallend.
Overwegend onoplettend beeld: Hierbij staan de concentratieproblemen op de
voorgrond en is het drukke, impulsieve gedrag minder opvallend. Dit beeld wordt
ook weleens ADD (Attention Deficit Disorder) genoemd.
Kenmerken met betrekking tot aandachtsproblemen:
Moeite hebben met luisteren.
Het lastig vinden om taken af te maken.
Moeite hebben met het volgen van instructies.
Moeite hebben met administratieve taken.
Plannen en organiseren lastig vinden.
Moeite hebben met overzicht hoofd- en bijzaken.
Uitstellen van taken.
Chaotisch zijn.
De aandacht niet kunnen vasthouden, tenzij een onderwerp interessant genoeg is.
De aandacht niet kunnen stoppen en overdreven precies.
Kenmerken met betrekking tot hyperactiviteit:
Altijd bezig moeten zijn.
Moeite hebben met stilzitten/friemelen.
Innerlijke rusteloosheid ervaren.
Moeilijk kunnen ontspannen.
Kenmerken met betrekking tot impulsiviteit:
Eerst doen, dan denken.
Moeilijk kunnen wachten.
Anderen in de rede vallen/iets eruit flappen.
Vaak moeten terugkomen op zaken die te snel beslist zijn.
Onderwijsbehoeften voor deze kinderen:
Instructie: Hoewel een heldere en korte instructie voor elk kind belangrijk is, is
het vooral voor kinderen met ADHD van belang omwille van de kortere
aandachtsspanne.
Opdrachten: Ze kunnen nood hebben aan extra tijd voor het verwerken van de
instructie en het maken van een opdracht. Eventueel van bepaalde stof de
opdrachten verminderen of opdelen in kleinere stukken.
Leeractiviteiten/ materialen: Kinderen hebben nood aan leeractiviteiten die
aansluiten bij hun belangstelling. Er is afwisseling nodig tussen minder intensieve
met intensieve taken met voor de leerling interessante of actieve taken.
Feedback: Kinderen met ADHD hebben meer nood aan bevestiging. Ze hebben
nood aan feedback waarbij succeservaringen worden benadrukt.
Ouders: Het is noodzakelijk dat de ouders achter de gedragsregels staan. Het is
essentieel dat ouders en leerkrachten op één lijn zitten. Ouders dienen ook
grenzen te stellen aan het gedrag van hun kind en dienen zelf het goede
voorbeeld te geven.
Camille De Roeck
, ASS
= Autismespectrumstoornis
Een dyade van stoornissen (categorie A en B)
A. Persisterende deficiënties in de sociale communicatie en sociale interactie in
uiteenlopende situaties
Deficiënties in de sociaal-emotionele wederkerigheid: Interesse tonen in de ander
bv. soms meer interesse in een bepaald voorwerp dan in de mensen om zich heen.
o Voorbeeld: Je kleuter is tijdens het kringmoment niet bezig met het
ochtendritueel of met het weekendgesprek maar met bijvoorbeeld de
kerstboom.
Deficiënties in het (non-)verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt voor
sociale interactie Non-verbaal gedrag is moeilijk te lezen voor sommige personen
met autisme, gezichten zijn leeg. Personen met autisme zullen bijvoorbeeld wel in
de ogen kijken tijdens een gesprek, maar dit omdat ze weten dat dit de norm is,
zelf hebben ze daar niets aan.
o Voorbeeld: Vaak is het in de ogen kijken een tekenen voor de leerkracht dat
de leerling aan het luisteren is. Maar bij kinderen met ASS blijkt achteraf
dat die toch niets van de instructie heeft opgevangen.
Deficiënties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties: Aangaan,
bestendigen van relaties is moeilijk, zal niet snel in gesprek gaan.
o Voorbeeld: Zal geen wildvreemde vrouw/man aanspreken in de winkel.
B. Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten.
Stereotiepe of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of
spraak Repetitieve handelingen om te controleren bijvoorbeeld fladderen, op de
tenen lopen, echolalie (= herhalen van woorden)
o Voorbeeld: Kind Y. stampt eerst één keer met zijn/haar linkervoet op de
grond, daarna met zijn rechtervoet op de grond. Vervolgens is hij ‘klaar’ om
te stappen, omdat zijn voeten ‘wakker’ zijn.
Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routine of
geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag Vasthouden aan
routines, weinig flexibiliteit, voorspelbaarheid
o Voorbeeld: De kleuter houdt zich sterk vast aan de daglijn. Wanneer ze
gewoon zijn om het fruitje te eten voor de speeltijd en je dit verplaatst naar
na de speeltijd, zorgt dit voor een blokkade bij de kleuter.
Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
Ongelooflijk sterke interesses, beperkt en heel gefixeerd (dit kan een voordeel zijn)
o Voorbeeld: Kleuter D. heeft extreme interesse in dinosaurussen. Hierdoor
kent hij op jonge leeftijd heel wat moeilijke namen en weetjes over dit
onderwerp.
Hyper- of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor
zintuiglijke aspecten van de omgeving Hyper- of hypogevoelig voor bepaalde
zintuiglijke prikkels, kan zijn dat het ene hyper (over) is en het andere hypo
(onder). → Gevaarlijk want bijvoorbeeld geen pijngrens. Je moet inspelen op de
zintuigen (sensen), sommige zijn minder ontwikkeld en sommige dan weer teveel.
o Voorbeeld: Kleuter A. is zeer gevoelig voor auditieve prikkels, hij/zij geeft
een duidelijke reactie wanneer een andere kleuter roept. Wanneer een
andere kleuter slaat, reageert de kleuter A. minder.
C. De symptomen moeten aanwezig zijn in de vroege ontwikkelingsperiode
(maar kunnen soms pas volledig manifest worden wanneer de sociale eisen de
begrensde vermogens overstijgen, of kunnen worden gemaskeerd door op
latere leeftijd aangeleerde strategieën)
Moet als kind aanwezig zijn, maar het kan zijn dat het pas op latere leeftijd
gediagnosticeerd is op basis van terugblikken naar de kindertijd.
Camille De Roeck
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller camillederoeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.