Wellicht ook handig voor examens. Inhoud gaat over de werking van het zenuwstelsel, met de synapsen, neurtransmitters etc. De werking van zintuigen, oren, ogen etc. En het gedrag van organisme.
Binnen- en buitenzijde neuron
Cellen zijn omgeven door een celmembraan
● concentraties Na+- en K+-ionen zijn aan beide kanten verschillend
Membraanpotentiaal → klein verschil in elektrische lading tussen de binnen en de
buitenzijde van het celmembraan
● rust → concentratie K+-ionen binnen hoger, Na+-ionen buiten hoger
○ hierdoor willen K+-ionen via K+-kanalen naar buiten en Na+-ionen via
Na+-kanalen naar binnen → BINAS 88E
○ kanalen zijn gesloten, maar Na+ lekt → rustpotentiaal van ongeveer -70 mV,
rustpotentiaal is essentieel voor neuronen om te kunnen reageren
Ontstaan van een actiepotentiaal
Actiepotentiaal → een verandering in de membraanpotentiaal van een actief neuron, kan
ontstaan door activiteit in de ionpoorten in een neuron
● ionpoort → membraaneiwit dat ionen doorlaat ten gevolge van een chemische
prikkel (meestal neurotransmitter → een stof, opgeslagen in kleine blaasjes vlakbij de
synaps, waarmee neuronen andere cellen stimuleren of remmen), mechanische
prikkel in tastzintuigen of een elektrische prikkel (andere membraanpotentiaal in de
directe omgeving)
○ elektrische prikkel → een actiepotentiaal blijft niet op 1 plek → impuls → het
verplaatsen van een actiepotentiaal over het membraan
● verschillen in prikkelsterkte leiden tot andere frequenties van actiepotentialen → hoe
sterker de prikkel is, hoe meer actiepotentialen ontstaan
● in neuron kan activiteit in ionpoorten leiden tot het ontstaan van een actiepotentiaal
○ door een prikkel openen Na+ poorten en een fractie later ook de K+ poorten
○ Na+ en K+ passeren het membraan
■ kleine prikkel → compenseert de K+ uitstroom de Na+ instroom en de
membraanpotentiaal herstelt
■ grote prikkel → overtreedt Na+ instroom via de snellere Na+ poorten de
K+ uitstroom
● gaat deze Na+ stroom door dan ontstaat er een cascade-effect
, & BINAS 88F
1. Rustfase → -70 mV
● rustpotentiaal → de membraanpotentiaal van een niet-actief neuron
ongeveer -70 mV, veroorzaakt door kleine lekkage in Na+ kanalen samen met
de aanwezige geladen eiwitten, essentieel voor neuronen om te kunnen
reageren
PRIKKEL → bij een grote prikkel, en de constante instroom van Na+, verandert het
membraanpotentiaal van -70 mV richting 0 mV
2. Drempelwaarde → -50 mV
● prikkeldrempel → de hoogte van de membraanpotentiaal waarbij volledige
depolarisatie optreedt (de minimale hoeveelheid Na+ die moet instromen om
de rest ook open te zetten en daarmee de depolarisatie in gang te zetten
○ alles-of-nietsprincipe →in een neuron ontstaat pas een
actiepotentiaal wanneer de prikkeldrempel is overschreden
3. Depolarisatie → -50 mV → +30 mV
● depolarisatie → verandering van de membraanpotentiaal door instroom van
Na+ionen
● binnenzijde positief tov buitenzijde neuron → blokkeert Na+ poorten → de
membraanpotentiaal stijgt niet verder
● absoluut refractaire periode →vanaf het moment van depolarisatie,
periode na een actiepotentiaal waarin neuron ter plekke korte tijd ongevoelig
is voor nieuwe prikkels; na de absolute refractaire periode is het membraan
weer op de begintoestand
○ einde refractaire periode → Na+poorten zijn weer actief maar nog wel
gesloten
○ relatief refractaire periode → periode na een actiepotentiaal waarin
steeds meer Na+poorten beschikbaar zijn en een extra sterke prikkel
tot een nieuwe actiepotentiaal kan leiden. er kan een nieuwe
actiepotentiaal plaatsvinden, maar hij is nog niet op de beginstand
terug
Na het sluiten zijn de Na+poorten tijdelijk volledig geblokkeerd, K+poorten nog niet
4. repolarisatie → +30 mV → ± - 70 mV
● repolarisatie → K+ poorten dus nog open, met als elektrisch gevolg dat de
membraanpotentiaal weer daalt richting rustpotentiaal → het
membraanpotentiaal herstelt zich weer door uitstroom van K+ ionen
5. hyperpolarisatie → -70 mV →-80 mV
● hyperpolarisatie → doordat de K+ poorten traag sluiten is er een extra
instroom van K+ ionen → de repolarisatie gaat iets te lang door. de
membraanpotentiaal daalt tot onder de rustpotentiaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkreike. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.