100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsmatrijs KT3 $10.14
Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsmatrijs KT3

17 reviews
 627 views  60 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document is een volledige samenvatting te vinden van de algehele toetsmatrijs van dit jaar. De samenvatting bevat veel plaatjes (vooral bij afpf) zodat alles duidelijk te begrijpen is. Dit document bevat ook een verpleegkundig rekenen hulpschema. Dit document is ook heel makkelijk te gebruik...

[Show more]

Preview 4 out of 196  pages

  • June 6, 2018
  • 196
  • 2017/2018
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: n_elkrami • 3 year ago

review-writer-avatar

By: anne-sophie2002 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: zeynebmuller • 1 year ago

review-writer-avatar

By: tarahaze • 4 year ago

review-writer-avatar

By: roosmckenna54 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: nielsve123 • 4 year ago

Translated by Google

Looks complete. Some writing errors, sometimes missing explanations

review-writer-avatar

By: schaikm77 • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 399 Flashcards
$5.87 8 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke visies op gezondheid zijn er, en wat houden zij in?

Answer: Medisch monocausale visie: Afwezigheid van ziekte. Biologische visie: Aanpassen van het lichaam aan externe omstandigheden (homeostase). Psychologische visie: Als persoon zelf gestelde doelen kan halen en geestelijke behoeften kan voorzien. Sociale visie: Als iemand rollen in de maatschappij kan vervullen binnen geldende normen en waarden. Humane, multicausale visie: Staat waarin bovenstaande visies samenkomen. Dynamische visie: In balans met zichzelf en milieu.

2.

Wat houdt de Medisch monocausale visie in?

Answer: Afwezigheid van ziekte

3.

Wat houdt de Biologische visie in?

Answer: Aanpassen van het lichaam aan externe omstandigheden (homeostase).

4.

Wat houdt de psychologische visie in?

Answer: Als persoon zelf gestelde doelen kan halen en geestelijke behoeften kan voorzien.

5.

Wat is de definitie van gezondheid volgens Huber

Answer: Het vermogen om lichamelijk, geestelijk en sociaal, naar eigen vermogen, te functioneren in de samenleving.

6.

Milieu interieur

Answer: Je interne milieu (kerntemp, waterhuishouding, pH, bloeddruk)

7.

Homeostase

Answer: De ideale situatie binnen in je lichaam, intern milieu is stabiel Elke verandering van het regulatiesysteem die zich verwijdert van de normale waarde wordt tenietgedaan.

8.

Negatieve feedback

Answer: Indien een variabel stijgt, laat negatieve feedback het dalen en als het daalt, laat negatieve feedback het terug stijgen tot het normale niveau.

9.

Positieve feedback

Answer: Een versterkend mechanisme waardoor een stimulus aanhoudt en progressief wordt versterkt.

10.

Noem de Complexiteitniveau’s van het menselijk lichaam van groot naar klein

Answer: stelselniveau→orgaanniveau→weefselniveau →celniveau→scheikundig niveau.

Toetsmatrijs blok A,B & C
Gemaakt door Tara Klein Gunnewiek- 2017/2018
Hbo-verpleegkunde voltijd
Inhoudsopgave
Casus 1 ............................................................................................................................................................. 2

Casus 2 ............................................................................................................................................................. 9

Casus 3 ........................................................................................................................................................... 14

Casus 4 ........................................................................................................................................................... 17

Casus 5 ........................................................................................................................................................... 20

Casus 6 ........................................................................................................................................................... 26

Casus 7 ........................................................................................................................................................... 29

Themaweek ................................................................................................................................................... 32

Casus 1 ........................................................................................................................................................... 33

Casus 2 ........................................................................................................................................................... 42

Casus 3 ........................................................................................................................................................... 49

Casus 4 ........................................................................................................................................................... 61

Casus 5 ........................................................................................................................................................... 76

Casus 6 ........................................................................................................................................................... 84

Casus 7 ........................................................................................................................................................... 97

Casus 1 ......................................................................................................................................................... 112

Casus 2 ......................................................................................................................................................... 121

Casus 3 ......................................................................................................................................................... 128

Casus 4 ......................................................................................................................................................... 140

Casus 5 ......................................................................................................................................................... 152

Casus 6 ......................................................................................................................................................... 167

Casus 7A ....................................................................................................................................................... 177

Casus 7B ....................................................................................................................................................... 185

Rekenvaardigheid ........................................................................................................................................ 195

, Blok 1A
Casus 1
Visies op gezondheid

Medisch monocausale visie: Afwezigheid van ziekte.
Biologische visie Aanpassen van het lichaam aan externe omstandigheden
(homeostase).
Psychologische visie Als persoon zelf gestelde doelen kan halen en geestelijke
behoeften kan voorzien.
Sociale visie Als iemand rollen in de maatschappij kan vervullen binnen
geldende normen en waarden.
Humane, multicausale visie Staat waarin bovenstaande visies samenkomen.
Dynamische visie In balans met zichzelf en milieu.

Definitie van gezondheid
Het vermogen om lichamelijk, geestelijk en sociaal, naar eigen vermogen, te functioneren in
de samenleving.

Inleiding tot het menselijk lichaam (afpf)
Complexiteitniveau’s (van groot naar klein): stelselniveau → orgaanniveau → weefselniveau
→ celniveau → scheikundig niveau.

Milieu interieur Je interne milieu (kerntemp, waterhuishouding, pH,
bloeddruk)
Homeostase De ideale situatie binnen in je lichaam, intern milieu is
stabiel
Negatieve feedback Elke verandering van het regulatiesysteem die zich
verwijdert van de normale waarde wordt tenietgedaan.
Indien een variabel stijgt, laat negatieve feedback het
dalen en als het daalt, laat negatieve feedback het terug
stijgen tot het normale niveau.
Positieve feedback Een versterkend mechanisme waardoor een stimulus
aanhoudt en progressief wordt versterkt.

Transportsystemen
Bloed
Via een uitgebreid netwerk van bloedvaten transporteert het bloed stoffen door het hele
lichaam. Het bloed bestaat uit twee componenten; een vloeistof: het plasma en een vast
deel: de bloedcellen.
Plasma bestaat vooral uit water met daarin opgeloste stoffen zoals:
• Voedingsstoffen opgenomen uit het maag- darmkanaal
• Zuurstof uit de longen
• Chemische verbindingen die in lichaamscellen worden aangemaakt, bijv. hormonen

, • Afvalproducten val alle lichaamscellen ter verwijdering uit het lichaam via excretie
We onderscheiden onze bloedcellen in drie soorten:
Erytrocyten (rode bloedcellen) vervoeren zuurstof en, in mindere mate, koolstofdioxide
tussen longen en lichaamsdelen.
Leukocyten (witte bloedcellen) hebben als voornaamste taak het lichaam te beschermen
tegen infectie en andere xenobiotica. Er zijn verschillende soorten leukocyten die op
verschillende manieren hun beschermende functies uitoefenen.
Trombocyten (bloedplaatjes) zijn kleine cellen, die van essentieel belang zijn bij de
bloedstolling.

Het cardiovasculair systeem
Het cardiovasculair systeem bestaat uit een netwerk van bloedvaten en het hart.
Arteriën (slagaders) Arteriën vervoeren het bloed vanuit het hart naar de organen
Venen (aders) Venen vervoeren het bloed vanuit de organen naar het hart
Capillairen (haarvaten) De vaten die arteriën en venen verbinden
De longen (longcirculatie) In de longen wordt zuurstof opgenomen uit de lucht en waar
tegelijkertijd koolstofdioxide wordt afgescheiden vanuit het
bloed naar de uitademingslucht
Het hart Het hart is een spier met vier kamers die het bloed door het
lichaam pompt en de bloeddruk op peil houdt

Het lymfoïde systeem
Het lymfoïde systeem bestaat uit een aantal lymfevaten.
Lymfe is weefselvloeistof dat ook materiaal bevat dat is afgevoerd van weefselruimten.
Het lymfoïde systeem zorgt ook voor de productie van lymfocyten, de witte bloedcellen die
zijn betrokken bij het immuunsysteem.

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is een snelwerkend communicatiesysteem
Centrale zenuwstelsel: de hersenen en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel: sensorische (afferente) zenuwen die signalen van het lichaam naar de
hersenen stuurt. De motorische (efferente) zenuwen die signalen van de hersenen naar de
organen sturen.

De somatische zintuigen detecteren vier prikkels: pijn, tast, warmte en kou
Reflexen zijn snelle, buiten de wil om verlopende men meestal beschermende motorische
antwoorden op specifieke stimuli.

Endocriene stelsel
Een stelsel van afzonderlijke klieren die chemische stoffen en hormonen afscheiden in het
bloed.


Het lichaam absorbeert zuurstof via je longen in het bloed.
In de spijsvertering wordt voedsel afgebroken en verteerd om de voedingsstoffen gereed te
maken voor absorptie in het bloed.

, Belangrijkste processen die tot ziekte leiden: MAG TOT D
Metabolische afwijkingen (diabetes)
Abnormale immunologische mechanismen
Genetische afwijkingen

Trombose, embolie en infarcering
Ontsteking (-itis), trauma en infecties
Tumoren (-oom)

Degeneratie (slijtage, veroudering)

Ethiologie Oorzaken, waar de ziekte vandaan komt
Pathogenese De belangrijkste processen die samen tot een ziekte leiden
Prognose De verwachtte afloop

Passieve verplaatsing van stoffen: diffusie en osmose
Diffusie: het verplaatsen van moleculen van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie.
Osmose: de verplaatsing van water met de concentratiegradiënt mee.

Extracellulaire vloeistof: bloed, plasma, lymfe
Intracellulaire vloeistof: samenstelling van water en mineralen
Soorten weefsels: epitheelweefsel, bindweefsel, spierweefsel.

Mediaal Dichter bij het midden →
Lateraal Verder van het midden →
Proximaal Dichter bij een aanhechtingspunt →•
Distaal Verder van een aanhechtingspunt •→
Anterior Voor een lichaamsdeel
Posterior Achter een lichaamsdeel
Ventraal Borstzijde
Dorsaal Rugzijde
Superior Hoger gelegen
Inferior Lager gelegen
Occipitaal Achterkant van het hoofd
Craniaal Dichter bij het schedel (cranium)
Caudaal Dichter bij de staart

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tarakleing. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.14  60x  sold
  • (17)
Add to cart
Added