Wft Consumptief Krediet PE Samenvatting: WFTsamenvattingen biedt een zeer professionele en uitgebreide samenvatting van het gehele boek WFT Consumptief Krediet PE aan. De samenvatting is geschreven naar aanleiding van het meest recente studiemateriaal van NIBE-SVV.
Wil je een uitgebreidere voorb...
These are current events, no summary of the book as promised. 30 euros thrown away
By: WFTsamenvattingen • 6 year ago
Translated by Google
Dear Pram, you bought the PE version. These are current events. So you apparently bought the wrong one. Maybe you can arrange something with stuvia. We also offer the regular version. But leaving a bad review, because of your own mistake, is not fair!
Seller
Follow
WFTsamenvattingen
Reviews received
Content preview
WFT CONSUMPTIEF KREDIET PE
,WFTsamenvattingen
Alphen aan den Rijn
Alle rechten voorbehouden
Deze uitgave is met veel zorg samengesteld. De juistheid van de gegevens is mede afhankelijk van
informatie die ons door derden is verstrekt. WFTsamenvattingen aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor onjuistheden of onvolledigheden.
Deel 2: Consumptief Krediet
1. Bureau Krediet Registratie (BKR) .............................................................................................................24
2. Herziening beslag en executierecht .........................................................................................................26
3. Lagere maximale kredietrente.................................................................................................................28
4. Regeling aanpak flitskrediet ....................................................................................................................29
5. VFN Gedragscode en normen..................................................................................................................30
1
,Wft Consumptief Krediet PE
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Deel 1: Basis
1. Algemene Leidraad Wwft
Leidraad van de Wwft aangepast
Op 27 juli 2020 is een gewijzigde versie van de Leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme (Wwft-leidraad) gepubliceerd. De Wwft-leidraad is aangepast vanwege de inwerkingtreding van de vierde
anti-witwasrichtlijn op 25 juli 2018. Op 15 oktober 2020 is de Wwft opnieuw op enkele punten aangepast. En op
verzoek van financieel dienstverleners heeft de AFM op 19 oktober 2020 een toelichting gepubliceerd. Met deze
publicatie wil de AFM enkele handvatten bieden en inzicht geven in de verschillende verplichtingen uit de Wwft.
Inhoud
De nieuwe Wwft-leidraad was nodig in verband met de invoering van het UBO-register. De gehele Wwft-leidraad
bestaat uit 60 pagina’s. Hiermee wordt de vierde anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd. Inmiddels is de anti-
witwasrichtlijn alweer herzien, wat mogelijk ook tot herpublicatie van de Wwft-leidraad zal leiden. De wijzigingen in
de leidraad die betrekking hebben op het UBO-register behandelen we in hoofdstuk 9.
In dit hoofdstuk beperken we ons tot de meest relevante wijzigingen die sinds 21 juli 2020 zijn ingevoerd. We
behandelen hier alleen die wijzigingen die van toepassing zijn voor de praktijk van een medewerker in de financiële
dienstverlening. Het gaat hierbij om aanpassingen in:
• Cliëntenonderzoek: er moet altijd een cliëntenonderzoek plaatsvinden, ook bij een laag risico.
• Melden van een ongebruikelijke transactie: er wordt van bepaalde partijen veel eigen verantwoordelijkheid
verwacht bij de vaststelling of een transactie ongebruikelijk is of niet.
Aanpassingen cliëntenonderzoek
Algemeen: de Wwft schrijft voor dat een instelling een cliëntenonderzoek moet uitvoeren voordat zij een zakelijke
relatie aangaat of een bepaalde transactie uitvoert. De achtergrond hiervan is dat instellingen alleen relaties aan
moeten gaan met of transacties uitvoeren voor personen die hun integriteit niet kunnen schaden.
Doelstellingen van het cliëntenonderzoek:
• Identificeren van de cliënt
• Verifiëren van de identiteit van de cliënt
• Identificeren van de uiteindelijke belanghebbende (UB) en het verifiëren van diens identiteit
• Vaststellen van het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie
• Monitoren van de zakelijke relatie en zijn transacties, en indien nodig de bron van de middelen die bij de
relatie of de transactie worden gebruikt onderzoeken.
• Vaststellen of de natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en deze persoon te
identificeren en dienst identiteit te verifiëren.
Definitie cliënt:
• De natuurlijke persoon of rechtspersoon met die de Wwft-instelling een zakelijke relatie aangaat.
• De natuurlijk persoon of rechtspersoon die een transactie door de Wwft-instelling laat uitvoeren.
Aanpassing risico gebaseerde benadering: met ingang van de vierde anti-witwasrichtlijn moet er altijd een
cliëntenonderzoek worden uitgevoerd, ook bij een laag risico. Het cliëntenonderzoek moet daarnaast nu meer
gebaseerd zijn op een risicoweging, mede op grond van de in de vierde anti-witwasrichtlijn geïdentificeerde
risicofactoren.
Het verrichten van een vereenvoudig cliëntenonderzoek blijft mogelijk. In de Wwft wordt echter niet langer vermeld
voor welke typen cliënten een vereenvoudigd cliëntenonderzoek voldoende is. De instelling moet in plaats daarvan
een risicobeoordeling uitvoeren voor het aangaan van een zakelijke relatie of het verrichten van een transactie. Als
hieruit volgt dat er sprake is van een aangetoond laag risico, dan kan worden volstaan met vereenvoudigde
cliëntenonderzoeksmaatregelen.
Let op: er moet dus altijd een cliëntenonderzoek worden uitgevoerd. Echter kan er op basis van de risicogevoeligheid
van de cliënt, transactie, product of dienst gekozen worden voor vereenvoudigde cliëntonderzoeksmaatregelen.
Hierbij houdt de instelling ook rekening met:
• Doel van een rekening of een relatie
• Omvang van de activa die door de cliënt worden gedeponeerd
• Omvang van de gesloten transacties
• Regelmaat of duur van de zakelijke relatie
2
,Wft Consumptief Krediet PE
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Als een cliënt al vóór de nieuwe richtlijn (dus voor 25 juli 2018) was geaccepteerd zonder cliëntenonderzoek, dan
moet de relatie opnieuw worden onderzocht. Dit moet gebeuren bij de eerste gelegenheid. De AFM licht toe dat hier
al sprake van is bij het eerstvolgende klantcontact. De eerste gelegenheid is ook het moment waarop de instelling op
grond van de risicogevoeligheid van de cliënt aanleiding ziet om een cliëntenonderzoek te starten. Bestaande
cliëntendossiers moeten op risico gebaseerde wijze worden herzien. Dit betekent dat cliëntendossiers met een hoog
risico als eerste moeten worden herzien.
Wanneer is er sprake van een dossier met een hoog risico? Dat is bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
• Cliënt komt uit een hoogrisicoland
• Cliënt is een PEP (Politically Exposed Person)
• Bij het aangaan van een correspondentierelatie met een bank of andere financiële onderneming buiten de
Europese Unie (EU).
In de Algemene Wwft-leidraad vind je in paragraaf 5.3 de factoren die aanleiding geven voor een vereenvoudigd
cliëntenonderzoek. In paragraaf 5.4 staan vervolgens juist die situaties uitgelegd waarin een verscherpt
cliëntenonderzoek moet worden verricht.
In welke gevallen cliëntenonderzoek?
Zakelijke relatie: er moet altijd een cliëntenonderzoek worden uitgevoerd als er een zakelijke relatie wordt
aangegaan. In de nieuwe leidraad staat vermeld dat een (individuele) geldtransfer ook onder deze definitie valt.
Geldtransfer = een betaaldienst waarbij een begunstigde geldmiddelen ontvangt van de betaler zonder dat er een
betaalrekening van de betaler of de begunstigde wordt gebruikt.
Transacties: een cliëntenonderzoek is verplicht bij bepaalde transacties. Het gaat hierbij om de volgende transacties:
• Incidentele transactie van ten minste € 15.000 of meerdere transacties waartussen een verband bestaat met
een gezamenlijke waarde van ten minste € 15.000.
• Bij indicaties dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme.
• Als de Wwft-instelling twijfelt aan de juistheid of volledigheid van eerder verkregen gegevens van de cliënt.
• Als het risico van betrokkenheid bij witwassen of financieren van terrorisme van een bestaande cliënt
daartoe aanleiding geeft.
• Als er een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat in de staat waarin de cliënt
woonachtig of gevestigd is, of zijn zetel heeft.
• Als de Wwft-instelling een geldovermaking (elektronische betaling) verricht van ten minste € 1.000.
• Voor kopers en verkopers van goederen (handelaren) bij transacties van ten minste € 10.000 of meer in
contanten. Deze verplichting geldt ook indien er meerdere transacties worden verricht waartussen een
verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste € 10.000 in contant geld.
• Voor kansspelaanbieders bij incidentele transacties van ten minste € 2.000 bij het ophalen van een prijs of
het aangaan van een weddenschap, of bij meerdere transacties waartussen een verband bestaat met een
gezamenlijke waarde van ten minste € 2.000.
Moment van cliëntenonderzoek: de hoofdregel is dat het cliëntenonderzoek voorafgaand aan het aangaan van een
zakelijke relatie moet worden uitgevoerd. Dit betekent: de cliënt moet geïdentificeerd zijn, en de identiteit moet
geverifieerd zijn. Bij natuurlijke personen kan dit met:
• Geldig paspoort, identiteitskaart, rijbewijs
• Geldige identiteitskaart of rijbewijs uit een lidstaat
• Reisdocumenten voor vluchtelingen en vreemdelingen
• Vreemdelingendocumenten
Politically exposed person (PEP)
Onder PEP’s worden personen verstaan, die een prominente politieke functie bekleden of hebben bekleed en de
directe familieleden of naaste geassocieerden van deze personen. Het begrip PEP beperkt zich niet langer tot
buitenlandse politiek prominente personen. Binnenlands politiek prominente personen vallen nu ook onder dit begrip.
De Wwft stelt dat je voordat je zaken doet met een PEP een verplicht onderzoek moet verrichten. De omvang van dit
onderzoek hangt af van de persoon en de soort transactie.
Als een klant een UBO of PEP is, dienen er verscherpte cliëntenonderzoek maatregelen te worden getroffen. Hierbij
valt te denken aan het treffen van passende maatregelen om de bron van het vermogen en de financiële middelen
vast te stellen. Daarnaast moet er toestemming worden verkregen van hogere leidinggevenden voor het aangaan of
voortzetten van de zakelijke relatie of het verrichten van de transactie.
3
,Wft Consumptief Krediet PE
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
De volgende personen worden in elk geval gezien als PEP:
• Staatshoofd, regeringsleider, minister, onderminister of staatssecretaris
• Parlementslid of lid van een soortgelijk wetgevend orgaan
• Lid van het bestuur van een politieke partij
• Lid van een hooggerechtshof, constitutioneel hof of van een andere hoge rechterlijke instantie die arresten
wijst waartegen, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, geen beroep openstaat
• Lid van een rekenkamer of van een raad van bestuur van een centrale bank
• Ambassadeur, zaakgelastigde of hoge officier van de strijdkrachten
• Lid van het leidinggevend lichaam, toezichthoudend lichaam of bestuurslichaam van een staatsbedrijf
• Bestuurder, plaatsvervangend bestuurder, lid van de raad van bestuur of bekleder van een gelijkwaardige
functie bij een internationale organisatie.
Werkt iets anders voor UBO’s
Een UBO moet geïdentificeerd worden. Voor het verifiëren van de identiteit gelden afwijkende regels. Er mag worden
volstaan met het nemen van ‘redelijke maatregelen’ om die identiteit te verifiëren. Verifiëren moet uiteindelijk altijd,
maar zou bij een UBO te lang kunnen duren voor de noodzakelijke dienstverlening. Indien er sprake is van een laag
risico, dan mag de verificatie even worden uitgesteld. Uiteindelijk is het wel de bedoeling dat de verificatie zo snel
mogelijk plaatsvindt.
AFM verstaat het volgende onder het begrip ‘redelijke maatregelen’:
“In het kader van het cliëntenonderzoek moet de instelling een redelijke inspanning verrichten om de identiteit van de
UBO te verifiëren. Bij vennootschapsstructuren is het uitgangspunt dat de instelling de eigendoms- en
zeggenschapsstructuur van de cliënt kent, en ook begrijpt. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij een ingewikkelde
structuur bestaande uit vele ondernemingen, de instelling meer inspanning verricht om deze (internationale)
structuur van de cliënt te begrijpen dan voor een Nederlandse besloten vennootschap met een directeur-
grootaandeelhouder.
De verificatie van de identiteit vindt echter te allen tijde plaats. De intensiteit kan worden afgestemd op het risico van
de cliënt of transactie. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij hoger risico de instelling de verificatie van de identiteit van de
UBO baseert op documenten en informatie uit betrouwbare en onafhankelijke bron. Een kopie van een
identiteitsbewijs is bijvoorbeeld geen informatie uit betrouwbare en onafhankelijke bron. De instelling kan ten
aanzien van de verificatie van de identiteit van de UBO niet uitsluitend volstaan met het navragen naar de identiteit
van de UBO bij de cliënt (de zogenaamde UBO-verklaring).”
Als het niet lukt om de identiteit van de UBO vast te stellen, dan mag er geen zakelijke relatie worden aangegaan
en/of mag de gevraagde transactie niet worden uitgevoerd.
Sinds 27 september 2020 moet de instelling de UBO aanmelden in het UBO-register. Als dit register eenmaal gevuld is,
dan kan een instelling het register raadplegen om na te gaan wie de UBO is. Echter mogen instellingen niet uitsluitend
uitgaan van deze informatie. De instelling moet zelf onderzoek blijven doen naar wie de UBO is.
Andere relevante uitzonderingen
Er zijn nog drie uitzonderingen waarbij een zakelijke relatie aangegaan mag worden voordat de identiteit is
geverifieerd. Hiervan is één van belang voor medewerkers in de financiële dienstverlening. Banken en andere
financiële ondernemingen mogen namelijk een rekening openen voordat verificatie van de identiteit van de cliënt (en
eventueel van de UBO van de cliënt) heeft plaatsgevonden. Regels hieromtrent:
• Rekening blijft geblokkeerd totdat verificatie heeft plaatsgevonden.
• Rekening mag in de tussentijd niet worden gebruikt. Dit geldt ook voor rekeningen voor effectentransacties.
Deze uitzondering is dus ook van toepassing op beleggingsondernemingen.
De rekening mag dus pas daadwerkelijk gebruikt gaan worden zodra de identiteit van de cliënt is geverifieerd.
Levensverzekeringen – onderzoek begunstigde
Bij levensverzekeringen worden er voor banken en andere financiële instellingen aanvullende eisen gesteld aan het
cliëntenonderzoek. Als een begunstigde van een levensverzekering is geïdentificeerd of aangewezen, dan moet de
naam van deze begunstigde worden vastgesteld.
Als de begunstigde op de polis staat als bijvoorbeeld ‘erfgenamen’ of een andere categorie, dan moet de instelling
voldoende informatie inwinnen over die begunstigde om ervan overtuigd te zijn dat de identiteit van de begunstigde
ten minste ten tijde van de uitkering van de levensverzekering kan worden vastgesteld. De verificatie van de identiteit
4
, Wft Consumptief Krediet PE
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
van de begunstigde moet namelijk uiterlijk op het moment van uitkeren van de levensverzekering hebben
plaatsgevonden.
Als een bank of andere financiële onderneming op de hoogte is van de overdracht van een levensverzekering aan een
derde, dan wordt van de bank of financiële onderneming verwacht dat hij de UBO identificeert op het tijdstip van de
overdracht aan de derde. De derde kan bijvoorbeeld zijn:
• Natuurlijk persoon
• Rechtspersoon
• Personenvennootschap
• Juridische constructie die de waarde van de overgedragen levensverzekeringspolis te eigen voordele
ontvangt
Melding ongebruikelijke transacties
Indicatoren: onder het kopje “In welke gevallen cliëntenonderzoek?” hebben we reeds aangegeven voor welke
soorten transacties er een cliëntenonderzoek moet worden gedaan.
Er is daarnaast een andere opsomming van zaken die geldt als indicator:
“Als het een genoemde transactie is, die uitkomt boven de in deze indicatorenlijst genoemde bedragen, is dat
automatisch een ongebruikelijke transactie die gemeld moet worden bij de Financial Intelligence Unit (FIU
Nederland).”
Klik hier voor de indicatorenlijst van het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018. Je vindt deze in bijlage 1. Dit besluit uit 2018 is
recent aangepast op 27 september 2020.
Het kan dus zo zijn dat een bepaalde transactie aanleiding geeft voor een cliëntenonderzoek, maar geen
ongebruikelijke transactie is volgens de indicatorenlijst. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de geldstorting van een
hoog bedrag door een consument aan een notaris als garantie voor de aankoop van een woning.
Indicatorenlijsten verschillen per instelling:
• Voor medewerkers in de financiële dienstverlening is de indicatorenlijst Tabel 1 in Bijlage 1 relevant. Deze
tabel geldt voor banken en andere financiële ondernemingen.
• Voor (beheerders van) beleggingsinstellingen, instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE’s),
beleggingsondernemingen en financiële dienstverleners voor zover zij bemiddelen in
levensverzekeringsovereenkomsten is enkel de zogenoemde subjectieve indicator van toepassing. De
instelling dient volgens de subjectieve indicator melding te maken van een transactie waarbij zijn aanleiding
heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of terrorismefinanciering.
Bewaartermijnen
• Cliëntenonderzoeken: de bewaarplicht is 5 jaar. Dit betekent dat de informatie tot 5 jaar na het beëindigen
van de relatie moet worden bewaard door de instelling.
• Ongebruikelijke transacties: de bewaarplicht is eveneens 5 jaar. De termijn begint te lopen vanaf het
moment dat de transactie is gemeld.
Het bewaren van cliëntenonderzoeken en ongebruikelijke transacties valt onder de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG). In de Wwft-leidraad is daarom aangegeven waarom het bewaren van deze gegevens
zwaarder weegt dan het privacybelang van de cliënt.
2. Belastingheffing in box 3
Belastingheffing in box 3
De belastingplichtige moet jaarlijks op 1 januari van dat jaar belasting betalen (31%) over een vast percentage van zijn
vermogen. Voor het berekenen van het inkomen uit sparen en beleggen dien je verschillende formules toe te passen.
Deze zullen we je hieronder toelichten.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WFTsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $26.76. You're not tied to anything after your purchase.