sociaal economische geschiedenis van oudheid tot heden
Written for
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Geschiedenis
Sociaal economische geschiedenis van oudheid tot heden
All documents for this subject (13)
1
review
By: mariekeclvanassche • 5 year ago
Seller
Follow
EgonVE
Reviews received
Content preview
Thema 5: Proletarisering en income pooling
Jane Humphries, ‘Enclosures, Common Right, and Women: The Proletarianization of Families in
the Late Eighteenth and Early Nineteenth Centuries’, Journal of Economic History 50, 1 (1990), pp.
17-42.
ENCLOSURES &
PROLETARISERING In de vorige lessen zijn we al uitgebreid ingegaan op de kwetsbaarheid van het boerenbestaan. We
hebben gezien dat landbouw als belangrijkste bron van bestaansbasis een specifieke vorm van
Sociaal-economische geschiedenis van de kwetsbaarheid impliceert. We zagen ook dat boeren verschillende strategieën ontwikkelden om deze
Oudheid tot heden kwetsbaarheid het hoofd te bieden. In het kader van de bespreking van die peasants hebben we ook
Les 6 (8/11/2017) uitgebreid stilgestaan bij de discussie of die boeren nu marktavers waren of niet. Hier ging met
name de tekst van Sheilagh Ogilvie heel specifiek op in.
Er zijn historisch gezien twee grote transities die een lange termijn impact gehad hebben op de
kwetsbaarheid van die kleinschalige boeren. Enerzijds proletarisering en anderzijds de privatisering
van gemene gronden. Dit zijn de twee thema’s die samen aan bod komen in de tekst van Jane
Humphries. Wat we deze leg gaan doen is enerzijds de achtergrond meegeven van deze historische
processen. Ten tweede gaan we specifiek in op de tekst van Humphries.
, Het historisch proces van proletarisering verwijst in de meest eenvoudige zin naar een
proces waarbij mensen in toenemende mate afhankelijk worden van loonarbeid.
Loonarbeid als belangrijkste basis van inkomsten en dus als belangrijkste
bestaansbasis. Waarom heeft die proletarisering zo’n belangrijke invloed op
kwetsbaarheid? Kwetsbaarheid in de zin van de mate waaraan men blootstaat aan
risico’s die de bestaansbasis in het gedrang kunnen brengen. Wat is de kwetsbaarheid
eigen aan het bestaan van een loonarbeider? Hij heeft enkel die loonarbeid, hij heeft
heel weinig uitwijkmogelijkheden. Die loonarbeid op zich is dan ook nog eens een
potentieel zeer kwetsbare bron van inkomsten in de zin dat ze ook nog eens een
dubbele marktafhankelijkheid impliceert. Men is afhankelijk van een arbeidsmarkt die
bepaalt hoe hoog het loon is. Deze wordt bepaald door factoren waar de loonarbeider
geen controle over heeft. Men is hierin dus afhankelijk van de marktfluctuaties. In
tweede instantie moet een loonarbeider zich met dit loon opnieuw op een markt
begeven om zijn consumptienoden te vervullen. Hier heeft men evenmin vat op de
prijzen. Wanneer u dan met dalende lonen te maken hebt in combinatie met stijgende
consumptieprijzen, dan zit u daar in een lastig parket. Er is dus een sterke blootstelling
aan de afhankelijkheid van de markt. Er is dan ook een blootstelling aan allerlei
risico’s. Als er problemen zouden zijn om een inkomen te verwerven, doordat er
bijvoorbeeld geen werk is of doordat u ziek bent, dan heeft men in principe heel weinig
om op terug te vallen. Loonarbeid is dan ook geen zelfstandige bron van inkomsten.
Dit is dan ook een van de redenen die door Scott wordt gegeven waarom in zijn studie
over peasants in Zuidoost-Azië waarom peasants het statuut van loonarbeider trachten
te vermijden. Zelfs als de lonen relatief hoog konden zijn, probeert men te vermijden
dat men in een staat van loonafhankelijk terecht komt net omdat het grotere risico’s impliceert.
In dat opzicht hebben verschillende auteurs beargumenteerd dat boeren in het algemeen redelijk avers waren tegen processen die zouden maken dat zij meer een beroep moesten doen
op loonarbeid. We zagen ook bij Gallant dat hellenistische boeren soms ook een beroep konden doen op loonarbeid. In de context die hij schetste was dit duidelijk als een soort
response strategie, een tijdelijke strategie om een crisissituatie te trachten het hoofd te bieden. Het was dus zeker niet een soort permanente basis van inkomsten. In dat opzicht zijn er
veel auteurs die beweren dat boeren relatief weigerachtig stonden tegenover toenemende loonafhankelijkheid. Toch zien we in Europa een historisch proces van die toenemende
loonafhankelijkheid. Dit is een proces dat werd ingezet in de Late Middeleeuwen, doorbrak in de loop van de Nieuwe tijd en waar dus een toenemend belang van loonafhankelijkheid
aantoonbaar is. Wanneer we verwijzen naar dit proletariseringsproces, verwijzen we naar die toenemende afhankelijkheid van loonarbeid als belangrijke bron van inkomsten.
Pogingen om dit te kwantificeren kennen natuurlijk de nodige beperkingen, maar de meest geciteerde cijfers zijn die van Charles Tilly. Hij heeft getracht om voor de totale Europese
bevolking een schatting te maken van het aandeel van de Europese bevolking dat afhankelijk is van loonarbeid als bron van inkomsten. Hij schat dat in het midden van de 16 de eeuw
24% van de Europese bevolking afhankelijk was van loonarbeid. Tegen het midden van de 18 de eeuw is dit gestegen tot 58%. Ook dit laatste cijfer is maar een schatting, maar het is
duidelijk dat een ruime meerderheid van de Europese bevolking afhankelijk was van loonarbeid. Tegen 1850 neemt dit cijfer volgens zijn schatting zelfs toe tot 71%. Voor vandaag
spreken we voor Europa van ongeveer 90% van de bevolking die afhankelijk is van loonarbeid als primaire bron van inkomsten. Het is dus een historisch proces dat een enorme
impact gehad heeft op de manier waarop de samenleving en de economie georganiseerd zijn, maar ook op de kwetsbaarheid van de mensen in die samenleving.
, Wat zijn de oorzaken van dat proletariseringsproces? Een belangrijke observatie hier is 1800, dus tegen het einde van de Nieuwe Tijd, bedraagt de totale stedelijke bevolking
dat het in de eerste plaats gaat om een zogenaamd passief proces van toenemende in Europa slechts 10 à 15% van de totale Europese bevolking. Die stedelingen kunnen
loonafhankelijkheid. Doordat mensen hun andere bronnen van inkomsten verliezen, zeker niet deze cijfers van loonarbeid verklaren. Dit wil zeggen dat de proletarisering
rest hen met name geen andere keuze meer dan afhankelijk te zijn van die loonarbeid. een massaal ruraal proces is. Het gros van de toenemende loonafhankelijkheid situeert
Vandaar de term ‘passief’, omdat het iets is dat men ondergaat. Dit ten gevolge van zich dus op het platteland. Een derde misvatting is dat de proletarisering iets is dat pas
enerzijds onteigeningsprocessen en anderzijds door de toename van de bevolking in de op het toneel verschijnt met de Industriële Revolutie van de 19 de eeuw. Het is echter
loop van de Nieuwe Tijd. Die toename van de bevolking doet met name de een proces dat zich over de voorgaande eeuwen uitstrekt. Het is zelfs zo dat reeds aan
pachtprijzen heel sterk stijgen. Er komen meer mensen bij en de hoeveelheid grond de vooravond van de Industriële Revolutie, reeds in 1750, de meerderheid van de
blijft natuurlijk beperkt en zo gaan de huurprijzen van de grond steeds verder omhoog. Europese bevolking reeds afhankelijk is van loonarbeid als belangrijkste bron van
Hierdoor zullen mensen in toenemende mate niet meer in staat zijn om die pachtprijzen inkomsten. Het proletariseringsproces zal inderdaad toenemen met de Industriële
te betalen, of om een voldoende groot stuk grond te pachten om van te kunnen Revolutie van de 19de eeuw, maar het kan er niet aan toegeschreven worden.
overleven leven. Zo zal men steeds kleinere stukjes grond gaan pachten en heeft men
op die manier steeds meer nood aan aanvullende bronnen van inkomsten. Historisch gezien situeren we het proletariseringsproces tussen de Late Middeleeuwen
en de 19de eeuw. Dit was een gradueel en een partieel proces. In de praktijk leefden er
Vooraleer we verder gaan is het belangrijk om stil te staan bij drie grote misvattingen heel veel semi-proletarische families. Hun bestaansbasis was een soort mengvorm,
over dit proletariseringsproces. Een eerste misvatting is dat het zou gaan om een soort vandaar ook het belang van de term income pooling. Dit is iets typisch voor partiële
rechtlijnig proces, waarbij men van een boer ineens verandert in een loonarbeider. loonarbeiders die allerlei bronnen van inkomsten poolen. Men combineerde dus
Terwijl in de praktijk het een langgerekt historisch proces is waarbij zeker in de verschillende bronnen van inkomsten, naast loonarbeid cultiveerde men bijvoorbeeld
Nieuwe Tijd heel veel loonarbeiders ook nog andere bronnen van inkomsten hadden. ook nog een stukje grond, daarnaast deed men soms ook nog aan huisnijverheid. Op
Vandaar ook het belang van de term ‘partiële proletarisering’, of gedeeltelijke die manier probeerde men een zo gevarieerd mogelijke bestaansbasis uit te bouwen.
loonafhankelijkheid. Het gaat hierbij om situaties waarin mensen nog wel een stukje Die loonarbeid was dus maar een deel van een breder areaal aan inkomensstrategieën.
grond hebben of pachten, maar de opbrengsten van die grond zijn te klein om van te
leven en dus vult men die aan met loonarbeid. Bijvoorbeeld door seizoensarbeid, In de mate waarin mensen afhankelijk werden van loonarbeid in de loop van de
waarbij men in bepaalde perioden van het jaar elders gaat werken. Men kon ook enkele Nieuwe Tijd zijn er natuurlijk ook brede ruimtelijke verschillen. De geciteerde cijfers
jaren ergens anders gaan werken om dan terug te keren met die opbrengsten, waarmee zijn voor de hele Europese bevolking samengenomen en zijn dus een gemiddelde.
men dan een extra stukje grond kon kopen. Heel veel van die loonarbeid in de Nieuwe Binnen Europa zijn er echter ook nog heel grote verschillen. Met name Noordwest-
Tijd wordt verricht door mensen die ook nog andere bronnen van inkomsten Europa, dus de Lage Landen en Engeland, waren regio’s met zeer hoge niveaus van
combineren. In dat opzicht is het proletariseringsproces in de loop van de tijd loonarbeid. Een van de contrasten is bijvoorbeeld tussen Engeland en Frankrijk.
natuurlijk niet alleen een toename van het aandeel van de bevolking dat beroep doet op Engeland is de grote ‘voorloper’ in dit proletariseringsproces. Het heeft het grootste
loonarbeid, maar in de loop van de tijd gaan de mensen ook in steeds grotere mate een aandeel loonafhankelijken van een relatief vroege datum. Het heeft bovendien ook het
beroep doen op loonarbeid. Tegen de 19 de eeuw zien we een transitie waar mensen in grootse aandeel van die groep loonafhankelijken die uitsluitend van loonarbeid
steeds grotere mate volledig afhankelijk van loonarbeid worden en daarnaast dus geen afhankelijk worden. Versus Frankrijk, waar we een veel langer een realiteit hebben van
andere bronnen van inkomsten hebben. Het proletariseringsproces zelf is dus een extreme grondversnippering in vele gebieden. De kleinschalige Franse boertjes, die
proces waar die partiële staat van loonafhankelijkheid heel belangrijk is geweest. Een wel blijven doorleven, gaan aanvullend loonarbeid verrichten. Typisch in Frankrijk is
tweede misvatting is dat die proletarisering een stedelijk fenomeen zou geweest zijn. de grootschalige seizoensarbeid in verschillende gebieden. De dominantie van het
Dit was niet het geval. Uiteraard vinden we in de steden een belangrijk aandeel kleine boerenbestaan blijft er heel lang voortbestaan. Dit verklaard ook waarom er tot
loonarbeiders en dit neemt ook toe in de loop van de Nieuwe Tijd. Maar als we enkel in het midden van de 20 ste eeuw meer mensen werkzaam waren in de landbouw in
naar de cijfers kijken van het aandeel loonafhankelijken aan het einde van de Nieuwe Frankrijk, terwijl in Engeland deze grens al in de 18de eeuw overschreden werd.
Tijd, dan is het duidelijk dat dit niet kan beperkt zijn tot een stedelijk proces. Rond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EgonVE. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.