Inhoudstafel
1. Inleiding............................................................................... 2
2. Leren is een actief en constructief proces...............................2
3. Leren bouwt verder op voorkennis.........................................3
4. Leren vereist de integratie van verschillende soorten kennis.. .4
4.1. Domeinspecifieke kennis...........................................................4
4.2. Cognitieve strategieën..............................................................6
4.3. Metacognitie............................................................................8
5. Leren is het resultaat van de complexe interactie tussen
(meta)cognitieve, affectieve en motivationele aspecten..............9
5.1. Attituden..................................................................................9
5.2. Motivatie................................................................................10
6. Optimaal leren bouwt kennis op die beklijft en transferabel is
.............................................................................................. 10
6.1. Retentie.................................................................................10
6.2. Transfer..................................................................................11
7. Leren vindt plaats binnen de beperkingen van het menselijk
informatieverwerkend en neurofysiologische systeem...............12
7.1. Inleiding.................................................................................12
7.2. De prefrontale cortex..............................................................12
7.3. Executieve functies: werkgeheugen, inhibitie en flexibiliteit......13
7.4. De rol van strategieën en expertise.........................................14
7.5. Interventies gericht op het stimuleren van executieve functies. 14
7.6. Tot slot: niet alleen cognitie.....................................................14
8. Het lerende subject ondergaat belangrijke ontwikkelingen
tijdens de adolescentie...........................................................15
8.2. Emoties en risicogedrag bij adolescenten.................................15
8.1. Begeleiden van leren en ontwikkeling bij adolescenten.............15
8.2. Visie op gezag van leraren bij adolescenten.............................17
8.3. Conclusie: Begripsvol omgaan met leerlingen...........................18
9. Besluit......................................................................................18
, 1. Inleiding
Een overzicht van algemene onderzoeksgebaseerde principes van leren
Die belang hebben bij onderwijsleeromgevingen.
Deze principes komen aan bod:
1. Leren is een actief en contructief proces
2. Leren bouwt verder op voorkennis
3. Leren vereist de integratie van verschillende soorten kennis
4. Leren is het resultaat van de complexe interactie tussen (meta) cognitieve, affectieve en
motivationele aspecten
5. Optimaal leren bouwt kennis op die beklijft en transferabel is
6. Leren vindt plaats binnen de beperkingen van het menselijk informatieverwerkend en neurofysoilogisch
systeem
7. De lerende ondergaat belangrijke ontwikkelingen tijdens de adolescentie
Bij uitwerking en de keuze ervan hebben ons doen leiden tot: de resultaten en inzichten uit de cognitieve
psychologie.
In module 2 wordt toegelicht: dat de cognitieve perspectief de opname, verwerking en opslag van informatie de kern
van leren
Interne informatieverwerkingsprocessen:
Door hierop te focussen zette de cognitieve psychologie zich af tegen het bahavioristische/
associationistische psychologische.
Cognitieve psychologie
- De cognitieve structuren en processen die aan deze informatieverwerking ten grondslag liggen te
concipiëren naar het model van de computer en zijn sturingsprogramma’s
o Na het besef dat fysieke en sociale elementen het proces van kennisverwerking en -verwerking
beïnvloeden.
De beperkingen hier door meer gezien in het computermodel.
In module 5: wordt er een poging tot synthese van resultaten en inzichten uit de cognitieve psychologie aan bod.
2. Leren is een actief en constructief proces
Leren is geen passief of receptief gebeuren, maar een actief en contructief proces
- Die bij de lerenden, in interactie met de fysische en sociale omgeving, voltrekt en aldus tot een
leerresultaat leidt.
o Leren die je altijd zelf! (ZIE MODULE 6 bouwstenen)
o Iemand is bijleren “krijgt” dus geen kennis of inzicht van iemand anders ingelepeld
Contrueert die kennis of dat inzicht in wezen zelf.
Hoe de lerenden denken over een aangeleerd begrip, komt vaak niet overeen met de aangereikte definitie van dat
begrip.
- Ze nemen de oplossingsprocedure die aangereikt is niet helemaal over
o Bouwt die altijd uit zichzelf op, kneedt die tot zijn eigen manier
o Attitude krijgt men ook niet cadeau -> kneedt deze zelf ook en heeft een persoonlijke invulling.
De lerende zijn geen leeg vat die we moeten vullen met kennis.
- Ze doen in mate wel een beroep op informatie, die ze aangereikt krijgen door hun leeromgevingen. (Zie
module 6)
o Maar het gevolg van het actief en constructief karakter van leren, is er nooit een rechtstreekse
band.
Er is geen een op een relatie met de instantie die kennis aanreikt en wat er met de lerende gebeurt anderzijds.
- De externe input wordt door lerenden steeds geinterpreteerd,… op basis van de aanwezige kennis en
vaardigheden , motivatie, interesse,….
o Wat de lerenden dus opsteekt van instructie heeft te maken met wat de lerende zelf denken, doet
en voelt.
Anders gezegd welke denk- en leeractiviteiten de lerenden zeft effectief stelt
Dit is de grondgedachte van het constructivisme (zie module 2)
o Die gaat terug op de theorie over leren en ontwikkeling (Door Piaget
1971)
- Dit actieve en constructieve karakter van leren is naar voren gekomen uit de talrijke wetenschappelijke
studies.
o Zowel de correcte als foutieve “constructies” van begrippen en procedures
Ook al werd de correcte leerinhoud onderwezen. (zie paragraaf 5.1 of 6.1)
De lerenden nemen kennis niet passief over.
- Ze construeren de informatie van buitenaf met hun eigen voorkennis over de kennis. (zie voorbeeld p. 161
(aarde))
Zie voorbeeld p. 161-162 (wiskunde)
- De lerenden doen vaker en sneller de som of aftrekking door middel van een zelf geconstrueerde strategie
dan dat in de les is aangeleerd.
- Ze kunnen dus met deze indirecte optelstrategie accurater en sneller sommen uitvoeren, dan de op school
expliciet onderwezen directe aftrekstrategie toepassen.
Lerenden kunnen ook een negatieve opvatting, houdingen,emoties hebben over een bepaald vakgebied ontwikkelen.
- De Amerikaanse wiskundedidacticus Schoenfeld (1988)
o When good teaching leads to bad results. The disaters of well-taught mathematics courses. (zie
voorbeeld 162-163) -> ze hebben zelf hun opvatting gaan construeren.
De visie van leren als actief en constructief is voor het onderwijs verregaand. (gevolgen)
, 1. Dit heeft aan dat de lerenden centraal staat in het leerproces.
o Het heeft niet te maken met de leerkracht of het boek, als er geen inzet en activiteit van de
lerenden is lukt het niet.
2. Dat lerenden hun kennis zelf actief construeren heeft gevolgen voor de vormgeving van het onderwijs.
o Actief en constructief processen liggen aan de bassis van kritieken op het tradioneel sterk
leerkrachtgestuurde onderwijs, zoals doceren en demonstreren.
Hier is de centrale rol de leerkracht
De lerenden zijn beperkt in het ontvangen en opslaan van informatie
Het inoefen van aangereikte vaardigheden
De pleidooien van alternatieve vormen van leerlinggestuurd… onderwijs (module 6) die gaan er van uit en spelen op
het fundamenteel basiskenmerk van leren.
- Ook in de leerkrachtgestuurde onderwijsvormen is er actief en constructief leren. (zie voorbeeld p. 163,
zie ook paragraaf 4.2)
3. De leerkrachten moeten niet alleen beschikken over goede kennis van het vak (content knowlodge)
En over algemene didactische kennis over klasmanagement en onderwijsvormen (pedagogical knowledge)
o Ze hebben ook uitgebreide en diepgaande specifieke vakdidactische kennis (pedagogical content
knowledge) nodig.
Deze kennis omvat allerhande inzichten over hoe bepaalde kernbegrippen en vaardigheden
uit het vakgebied zich bij lerenden ontwikkelen.
Welke moeilijkheden daarbij optreden en hoe deze moeilijkheiden via gepaste
instructiematerialen en – methoden overwonnen kunnen worden.
3. Leren bouwt verder op voorkennis
Leren is niet alleen actief en constructief, maar ook een cumulatief proces
- Bij leren is er altijd sprake is van het voortbouwen op een gebruik maken van kennis waarover de lerende
op de moment beschikt. -> we onthouden informatie door dingen te koppelen aan hun voorkennis.
Bij zinvol materiaal is dit zeker van toepassing (zie paragraaf 5.1)
Ook zinloos materiaal wordt er een cumulatief proces toegepast. (zie paragraaf 4.2)
Voorkennis:
- Denken we spontaan aan kennis van termen,…. Uit het inhoudsgebied waarop de leertaak rechtstreeks
betrekking heeft of aan kennis uit een relevant verwant inhoudsgebied.
o Maar bij vakinhoudelijke voorkennis hoort ook meer algemene inhoudelijke kennis, de cognitieve en
metacognitieve kennis en de zelfregulatievaardigheden die ze bij het leerproces al beschikken
daartoe. (zie paragraaf 4)
Ausubel (1968)
- Een Amerikaanse instructiepsycholoog
- Een belangrijke voorloper van de informatieverwerkingsbenadering
o Volgens hem is er sprake van zinvol leren wanneer de cognitieve structuur van de lerende
voldoende en geschikte steunpunten (kapstok-of ankerbegrippen) bevat waar de nieuwe informatie
kan worden opgehangen.
“Vertel me wat iemand weet en ik zal je vertellen hoeveel en hoe gemakkelijk hij of zij
kan bijleren.”
Voorkennis is op een bepaald gebied een heel goed voorspeller is van zijn of haar leerprestaties in datzelfde
gebied.
- Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 30 tot 60 procent van de variantie in leerprestaties in een bepaald
vak verklaard wordt door voorkennis over dat gebied.
Dockx, de Fraine en Vandecandelaere 2019: zie vb. p.165
Voorkennis in een domein blijkt meestal zelfs een betere voorspeller te zijn dan intelligentie.
- Daarmee zijn aanvangsprestaties vrijwel steeds de beste voorspeller van toekomstige leerprestaties.
o Voorkennis over het vakgebied lerenden helpt om de nieuwe kennis sneller en gemakkelijker op te
nemen, te verwerken en in het geheugen op te slaan.
Cognates
- Zijn woorden in verschillende talen die etymologisch een gemeenschappelijke oorsprong hebben, en daardoor
qua vorm goed op elkaar lijken en ook een vrijwel identieke betekenis hebben. (zie voorbeeld p. 165-166)
Voorkennis faciliteert het leren echter niet altijd
- Als er misvattingen zijn of een verkeerde procedures deel uitmaken van de voorkennis van de lerende.
o Kan dit er voorzorgen dat het verdere leren belemmerd wordt. (zie vb. p. 166 (aarde))
Er ontstaat een conflect met de informatie die ze krijgen.
1. De ervaring van mensen dat bolvorimige oppervlakken er ook bolvormig uit zien, wat niet het geval is als we
naar de aarde kijken
2. Hun ervaring dat dingen die zich onderaan een bol bevinden daar normaliter niet op blijven staan.
Zo proberen de lerende de nieuwe aangeboden kennis op den een of andere manier te verzoenen met de reeds aanwezige
voorkennis.
- Ze vormen synthetic models -> elementen van de oude voorkennis en de nieuwe kennis trachten te verzoenen.
Dit kan ook bij Cognates gebeuren.
- Valse cognates
o Bij woorden die in beiden talen que vorm sterk overeenkomt, maar geen etymologische wortel hebben
dus ook verschillende betekenissen hebben. (zie voorbeeld p. 166)
Als ze naar deze valse cognaten teruggrijpen gaan ze hun leren gaan hinderen.
Waar komt de voorkennis van de lerende die met een leertaak geconfronteerd wordt vandaan?
1. Door wat ze al eerder op school hebben geleerd.
2. Door de dagdagelijkse voorschoolse en buitenschoolse leerervaringen en grote
3. Volgens sommigen, ten gevolgen van de toenemende technologisering en globalisering van onze maatschappij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reniekemeyfroot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.