Samenvatting van het vak SOCIALE PSYCHOLOGIE waarin ALLE LEERDOELEN zijn uitgewerkt. Alle stof van het boek/hoor/werkcollege zijn behandeld. Hierbij is het boek van Sociale psychologie van Roos Vonk (4e druk) gebruikt. De hoofdstukken 1,2,3,7,8,9 zijn behandeld.
Fontys Toegepaste Psychologie 1e ja...
Week 1 (HS 1+2: het zelf)
1.1 De student kan beschrijven wat sociale psychologie inhoudt en wat de rol van sociaal
afstemmen is voor mensen.
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelens
en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van
andere mensen.
Sociaalpsychologen maken gebruik van systematsch onderzoek (niet zomaar observeren)
Ook onbewuste of automatsche gevoelens en gedachten van belang.
Invloed die mensen op elkaar hebben is overal
Mensen worden niet alleen beïnvloed door wat anderen feitelijk vinden, maar ook door wat
ze denken dat anderen vinden. (Eigen interpretates van het gedrag van anderen)
Social tuning: het onbewust op elkaar afstemmen van gedrag.
Mensen kunnen elkaar ongemerkt ‘besmetenn met bijvoorbeeld;
Stemmingen en gevoelens;
Meningen en overtuigingen;
Snelheid (eten, lopen of praten)
Gedrag en gewoontes;
Bewegingen, lichaamshouding en mimiek
Kameleon-efect: het overnemen van elkaars bewegingen en mimiek.
Spiegelneuronen: hersencellen die de actviteiten en ervaringen van anderen weerspiegelen in het
eigen brein.
Belichaming: ons lichaam stmuleert de ervaring van de ander.
Empathie: door weerspiegeling in ons eigen brein weten we wat anderen ervaren, ook als we het zelf
niet rechtstreeks meemaken.
Sociale besmetng
Imitate werkt als een soort speciale ‘lijmn. (Bijv. gedachteloos achter anderen lopen, paniek
andere kant oprennen)
Conformisme: de neiging om ons aan te passen aan anderen.
Emotonele besmettngg automatsch elkaars emotes overnemen.
1.2 De student kan uitleggen wat zelfennis en zelfewustzijn is en hoe dit met elkaar samenhangt.
Zelfennisg gevoelens en ideeën die mensen over zichzelf hebben
Het vermogen om expliciete zelfennis op te bouwen veronderstelt da je een bepaalde mate van
bewustzijn hebt van jezelf. Zelfewustziinn ligt daarom aan de basis van zelfennis.
Zelfewustzijn: het vermogen om jezelf te kunnen herkennen als een zelfstandig object.
Publiek zelfewustzijn: jezelf bekijken door de ogen van een denkbeeldig publiek.
Privé zelfewustzijn: je aandacht is gericht op de eigen ‘binnenkantn.
Mate van zelfewustzijn varieert naar omstandigheden waarin ze zich bevinden.
Gaat omhoog wanneerg
Mensen zichzelf zien in een spiegel of video.
Camera op hen gericht
Wanneer ze aan een God denken
Vlekkentest: test voor zelfewustzijn voor niet-menselijke dieren d.m.v. spiegels en een zichtbare
vlek op het gezicht.
Mensenkinderen 9 a 12 maanden, chimpansees, orang-oetans, dolfjnen, olifanten, varkens,
eksters
,1.3 De student kan uitleggen wat de functe is van het hebben van een zelfewustzijn en wat het
efect is van een verhoogd zelfewustzijn.
Functes zelfewustzijn:
Door je eigen reactes te observeren en aan te nemen dat soortgenoten net zo zijn als jij, kun
je ook van alles leren over je omgeving en je eigen gedrag daarop aanpassen.
Stelt in staat mensen hun gedrag af te stemmen op sociale normen.
Gedrag en gevoelens vergelijken met hoe ze vinden dat ze iouden moetzen iinn (ought
self), of iouden willen iinn (ideal self)
Verhoogd zelfewustzijn zorgt ervoor dat mensen meer volgens hun persoonlijke normen gedragen.
Nadelen verhoogd zelfewustzijn
Onderbreekt gedragsroutnes > slechtere prestates die normaal gesproken automatsch wordt
afgehandeld. Staan onder druk.
Kan leiden tot angstge of depressieve gevoelens; geneigd na te gaan in hoeverre je voldoet aan
de eisen en idealen die je voor jezelf stelt of die anderen aan je hebben opgelegd.
Vloeibare extraversieg bij verlegen mensen helpt alcohol het zelfewustzijn te ontremmen
Zelfreflecte: op een beschouwende manier naar jezelf kijken, accepterend en zonder zichzelf te
veroordelen, dus vanuit een meer onbevangen houding, geïnteresseerd en nieuwsgierig.
Mindfulness: een bewustzijnstoestand waaraan veel positeve efecten worden toegeschreven.
1.4. De student kan verschillende manieren benoemen en uitleggen hoe we aan kennis over
onszelf komen.
Bronnen van zelfennis
Subjectve zelfennis
Introspecte: mensen hebben informate over zichzelf die ze niet over anderen hebben; ze
kunnen naar binnen kijken.
Door jezelf alleen wat-vragen te stellen en geen waarom-vragen bevorder je de kans om via
introspecte tot ware zelfennis te komen over je voorkeuren, je meningen en je twijfels.
Adaptef onbewuste: heel veel dingen die we doen (keuzes, beslissingen, reactes) zijn
gedelegeerd naar het onbewuste. > neemt veel denkwerk uit handen.
We schaten drijfveren vaak verkeerd in; eigen toekomstge gedrag niet goed kunnen
voorspellen.
Processen die onze beslissingen, keuzes en voorkeuren bepalen zijn onbewust.
Het resultzaatz van die processen zijn wel bewust.
Objecteve zelfennis
Zelfwaarneming: als buitenstaander naar je eigen gedrag kijken en dit gedrag
interpreteren.
Zelfperceptetheorie van Bem: mensen leren zichzelf kennen door op een
objectverende manier naar hun eigen gedrag te kijken en daaruit hun
persoonlijke eigenschappen af te leiden.
kan onder meer verklaren dat de manier waarop mensen zich op sociale
media voordoen, uiteindelijk beïnvloedt hoe ze zich in het ‘echten leven gedragen
Mensen steunen juist vaak op introspecte; ZP gebruiken als signalen van
‘binnenuitn zwak zijn; dus wanner ze geen sterke gevoelens of voorkeuren
ervaren.
, 1.5 De student kan beschrijven hoe zelfennis georganiseerd is.
Organisate van zelfennis
Zelfschema: abstracte stukjes kennis over jezelf dat geassocieerd is met allerlei meer concrete
atributen en voorbeelden.
Functeg om onze kennis over onszelf te organiseren
Hiërarchische structuurg abstracte kennis opgeslagen op het hoogste niveau en de
ondergelegen niveaus meer specifeke kennis.
Informate over jezelf die gerelateerd kan worden aan een zelf-schema, wordt sneller
verwerkt en beter onthouden.
Ontstaat waarschijnlijk op basis van de ideeën die je sinds je vroege jeugd over jezelf leert.
Zelfconcept: het geheel aan zelfschemans van een persoon
Zelf-complexiteit: de manier waarop verschillende zelf-schemans binnen het zelfconcept zijn
georganiseerd
Iemand met een hoge ZC heef veel verschillende zelf-schemans die onafankelijk van elkaar
zijn. Biedt bescherming tegen stress door negateve ervaringen, omdat je die ervaringen
binnen één zelf-domein makkelijker kunt afschermen van andere domeinen.
Een simpel zelfconcept zal zich sneller een totale mislukkeling voelen, omdat de negateve
ervaring zich uitbreidt over andere domeinen. In gunstge omstandigheden is een simpel
zelfconcept dan weer beter voor het welzijn en de zelfwaardering, want positeve ervaringen
strekken zich dan makkelijker uit naar het hele zelf.
1.6 De student kan uitleggen welke vormen van zelfwaardering er zijn en deze herkennen in een
korte casus.
Zelfwaarderingg mensen hebben een bepaald niveau, evaluate van zichzelf.
Expliciete zelfwaardering: is wat mensen antwoorden als je vraagt hoe ze over zichzelf
denken.
Impliciete zelfwaardering: gaat over de aspecten die niet tot uitng komen als je mensen
rechtstreeks vragen stelt over hoe ze zichzelf zien, maar die aan het licht komen in
zogenaamde indirecte metngen of in lichaamstaal.
(Lage zelfwaardering; wegkijken, gespannen houding, weinig praten)
Stabiliteit van zelfwaardering: weinig fuctuate (schommeling) > stabiel; veel > instabiel
Contngente van zelfwaardering: de mate waarin iemands zelfwaardering afankelijk is van
het bereiken van een bepaalde standaard
Bij mensen met een hoge contngente gaat de ZW meteen omhoog als ze een goed cijfer
halen, maar ook meteen weer omlaag als ze niet worden uitgenodigd voor een feestje.
Aard is ook belangrijk. Voor de ene persoon is de ZW bijv. sterk gekoppeld aan succes en
status, en voor de ander aan uiterlijk of het hebben van een leuke partner.
Voorbeeldeng prestates en succes; sociale goedkeuring en erbij horen; uiterlijk; innerlijke
standaard
1.7 De student kan de vier zelfevaluatemoteven uitleggen en herkennen in een casus.
Bij het vergaren en verwerken van informate over onszelf kunnen vier moteven een rol spelen.
Zelfverheffingsmotef: we willen onszelf in een positef daglicht zien.
o above-average efeetz: de illusie dat je beter bent dan anderen.
o Andere versehinnselen: mensen onthouden vooral positeve dingen over zichzelf,
liever neerwaartse vergelijking, bij negateve feedback betrouwbaarheid in twijfel
nemen, successen aan zichzelf toeschrijven en mislukkelingen aan anderen.
o Zelfedrog op lange termijn verschillende nadelen;
Mensen leren onvoldoende of komen tot onvoldoende zelfontwikkeling,
erkennen niet dat ze iets tekortschieten
Ondermijnt je intrinsieke motvate
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jacquelinethao. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.