Privaatrecht is relatie tussen persoon en persoon ook rechtspersonen
Publiek recht is tussen persoon en overheid
Leerdoel 1 je begrijpt wat de gelaagde structuur van het BW
Burgerlijk wetboek bestaat uit 10 boeken:
Boek 1: personen- en familie recht
Boek 2: rechtspersonenrecht
Boek 3: vermogensrecht
Boek 4: erfrecht
Boek 5: zakelijke rechten
Boek 6: verbintenissenrecht
Boek 7: bijzondere over overeenkomsten
Boek 7A: vervolg bijzondere
overeenkomsten
Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: internationaal privaatrecht
Leerdoel 2 je herkent de beginselen van het privaatrecht in een casus
De 5 beginselen van privaatrecht
1. Contractsvrijheid: de partijen in het verbintenissenrecht zijn vrij om overeen te komen wat
zij willen, zolang het niet verboden is
2. Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. Het woord betekent
overeenkomst is overeenkomst
3. Vormvrijheid: zolang de wet niet ander bepaald, geld er geen speciale vorm waarin
handelingen verricht moeten worden
4. De redelijkheid en billijkheid: partijen zijn verplicht redelijk en billijk naar elkaar te gedragen.
De redelijkheid verwijst naar het verstand en de billijkheid naar ons rechtsgevoel
5. Bijzonder gaat voor algemeen: de bijzondere regel gaat voor de algemene regel
Leerdoel 3 je herkent begrippen: rechtshandeling, feitelijk handeling, bloot rechtsfeit en
verbintenis in een casus
Rechtshandeling = art. 3:33 BW. Een rechtshandeling vereiste een op een rechtsgevolg gerichte wil
die zich door een verklaring heeft geopenbaard
Feitelijk handeling = een menselijke handeling met rechtgevolg maar wil is niet vereist; wil doet niet
ter zake.
Bloot rechtsfeit = vereist geen bewuste menselijke handeling voor rechtsgevolg. Bijv. geboorte kind
Verbintenis = een vermogensrechtelijk relatie (geld/financieel) tussen 2 of meer partijen, waarbij de
ene partij verplicht is tot een prestatie waarop de andere partij recht heeft
, Leerdoel 4 je kan met de rechtsregels over, van, voor verbintenissen uit de wet toe in een casus.
Staat op blz 59 van je boek helemaal uit je hoofd kennen. Kijk kennisclip week 1 vanaf 9 minuten.
Week 2 leerdoelen
Je kan voorwaarden van een rechtshandeling toe passen in een casus
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gericht wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard
Voorwaarden van rechtshandeling
1. Wil en verklaring (art. 3:33 BW)
2. Niet handelingsonbekwaam (art. 3:32 bw) 2 vormen: minderjarig en onder curatele
3. Voldoet aan vormvereiste (art. 3:37 lid 1 en 3 BW) de vormvrij
4. Niet in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden
Je kan voorwaarden van de totstandkoming van een overeenkomst toepassen in een casus
De overeenkomst vloeit voort uit een meerzijdige rechtshandeling (beide partijen hebben een wil en
verklaring nodig)
Overeenkomst komt tot stand door aanbond (rechtshandeling) en aanvaarding (Rechtshandeling) art
6:217 lid 1 BW
Overeenkomst tot stand
1. Er is een aanbod en aanvaarding (art. 6:217 lid 1 BW) (sluiten op elkaar aan)
2. Wil en verklaring komen overeen
3. Handelingsbekwaam
4. Voldoet aan vormvereiste
5. Niet in strijd met de wet, openbare orde en goede zeden
6. Overeenkomst is voldoende bepaalbaar
Soms is een aanbod niet meer dan een uitnodiging tot het doen van een aanbod:
1. Gaat het om een advertentie?
2. Gaat het om een individueel bepaalde zaak die voor een bepaalde prijs wordt aangeboden
3. Zijn andere zaken mogelijk belangrijk ( zoals de koper en andere voorwaarden van verkoop)?
Je kan rechtsregels m.b.t. de herroepelijkheid van een aanbod toepassen in een cassus
Herroepen kan altijd(art. 6:219 BW), tenzij
a) het aanbod een termijn voor de aanvaarding inhoudt
b) onherroepelijkheid blijkt uit andere dingen
c) aanbod is al aanvaard (tenzij aanbod vrijblijvend is gedaan)
d) aanvaarding is al verzonden
Je herkent welke regels de inhoud van een overeenkomst bepalen
Art. 6:248 BW
Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die
welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en
billijkheid voortvloeien.
Hoofdregel partijafspraken
Welke betekenis hebben de partijen redelijkerwijs aan de bepaling gegeven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemalestein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.