Dit is een volledige samenvatting van de cursus contractenrecht door professor Ralph De Wit. Het gaat hier om een samenvatting van de cursus met aanvullingen die werden gegeven tijdens de les. Ik noteer elke les met pc dus ik heb zo goed als alle extra voorbeelden en verduidelijkingen door de pro...
Contractenrecht
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. 2 schriftelijke vragen een uur voorbereiden, zo
volledig mogelijk uitleggen. Hij leest na, dan bijvragen. Dan derde vraag volledig mondeling.
1ste vraag altijd over koop, 2de vraag altijd over huur, 3de mondelinge vraag gaat over kleinere
overeenkomsten: aanneming van werk, dading of lastgeving. Je mag wetboek gebruiken:
kruisverwijzingen, fluo mag.
Inleiding
1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht
Beginselen, basisregels van verbintenissen uit overeenkomst voor ogen houden bij elk contract:
- Beginsel van wilsautonomie: wettig aangegane overeenkomsten strekken de partijen tot wet
- Beginsel van consensualisme: meeste overeenkomsten komen tot stand door loutere
wilsovereenstemming
- Basisvereisten voor bestaan geldige overeenkomst: geldige toestemming zonder wilsgebreken
+ bekwaamheid contractspartijen + bepaald voorwerp + geoorloofde oorzaak
- Algemene regels van contractuele aansprakelijkheid
- Alg. regels mbt wederkerige contracten (opschorting van uitvoering, ontbinding, risicotheorie)
2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten
2.1 Omschrijving
Benoemde/bijz. overeenkomsten zijn aan specifieke wettelijke regeling onderworpen (1107 BW), wel
vaak op aanvullende wijze => onderscheidt hen van het doorsnee contract, enkel geregeld in alg.
contractenrecht (1108-1314 BW).
- Maatstaf is dat ze zo courant zijn, dat wetgever het moeite waard achtte er een eigen statuut
voor uit te werken, in de wet een modelcontract. Dit bespaart contractanten tijd en moeite,
terwijl ze toch hun eigen opvattingen over hun contract voorrang kunnen geven en het
sjabloon kunnen aanpassen. Ook creëert deze wijze rechtszekerheid, omdat
onvolkomenheden en vergetelheden in door partijen opgestelde contract door basisregels in
het sjabloon worden opgevangen.
2.2 Benoemde overeenkomsten in het BW
Traditionele materie van gebruikelijke contracten in boek III BW (1582-2091 BW): koop, ruil, huur,
lening, bewaargeving en sekwester, kanscontracten, lastgeving, borgtocht, dading en inpandgeving.
- Titel VVI: lijfsdwang in burgerlijke zaken bood mogelijkheid om iemand, die schulden niet
betaalde, gevangen te zetten => overblijfsel uit oude recht, waar afh van stelsel, een
onvermogende SA naar de gevangenis ging, slaaf werd gemaakt of zelfs gedood. SE dan zeker
, dat zijn schuld nooit betaald zal worden, ging dus meer om wraakactie dan een efficiënte
juridische remedie. Lijfsdwang is sinds 19de E geleidelijk afgeschaft.
- Titel IX vennootschappen werd opgeheven => materie nu in Codex Venn. recht
2.3 Andere benoemde overeenkomsten
Naast benoemde contracten in BW bestaan nog vele anderen, uitgebreid geregeld in bijz. wetten,
soms eerder in handelsrechtelijke sfeer. Aantal van die wetten sinds 2014 gebundeld in WER, oa:
arbeidsduurovereenkomst, handelsagentuur, concessie van alleenverkoop, commissiecontract,
reiscontract, kredietovereenkomst met consument (oa koop op afbetaling en huurkoop), leasing
roerende goederen, verzekeringscontract (oa ook in (zee)verzekeringswet), vervoerscontract
- Sommige van deze contracten hebben materie die zo complex is geworden dat ze een
rechtstak op zich vormen vb: arbeidsrecht, verzekeringsrecht en vervoersrecht.
2.4 Onbenoemde overeenkomsten
2.4.1 Definitie
Benoemde contracten, in engste betekenis = in BW opgesomde overeenkomsten ó in ruimere,
modernere opvatting omschrijft men zo alle bijzonder gereglementeerde contracten.
Vaak wordt overeenkomst, die niet past in een specifiek wettelijk omschreven kader, bestempeld als
een onbenoemde overeenkomst. Vb: leasing, factoring en engineering => vallen eronder omdat ze
weinig/geen eigen reglementering hebben. Nochtans weet iedereen wat quasi automatisch de inhoud
van zo’n contract is, is vanuit praktijk gegroeid => in feite zijn dit dus ook benoemde of bijzondere
overeenkomsten.
- Enige nuttig onderscheid: bepaalde contracten bijzonder wettelijk geregeld, andere, ondanks
dat inhoud in grote lijnen vaststaat, geregeerd door de regels van het alg. contractenrecht.
In ‘onbenoemde overeenkomsten’, degene met geen/nauwelijks eigen wettelijke regeling, doorgaans
2 types onderscheiden: de eigensoortige overeenkomst (sui generis) en gemengde overeenkomst.
2.4.2 Eigensoortige en gemengde overeenkomsten
Eigensoortige overeenkomst (sui generis) heeft een specifiek autonome inhoud => kan niet worden
herleid tot 1 benoemd contract, of combi benoemde contracten. Ondanks dat sommige van deze
overeenkomsten zeer courant voorkomen.
- Partijen vinden hun inspiratie vaak in buitenlandse rechtsstelsel, zoals bij franchising
(waarover wel EU regelgeving bestaat ter zake van mededinging), factoring en engineering.
- Bij zoektocht naar op zo’n contracten toepasselijke rechtsr. moet, naast alg. verbintenissenr.
en (al dan niet uitgedrukte) wil van partijen rekening worden gehouden met de economie van
het contract, gebruiken en noden handelsverkeer. Ook regelgeving voor verwante benoemde
overeenkomst kan naar analogie worden toegepast, maar specifieke aard van de
eigensoortige overeenkomst moet gerespecteerd.
Gemengde overeenkomst = samenstelling van verschillende benoemde overeenkomsten. Vb:
, - Hotelcontract waarin zowel huur goederen (hotelkamer), als huur werk en diensten (licht,
verwarming, bediening), koop (oa voeding) en bewaargeving (bagage) kan onderscheiden
- Verhuiscontract, combi van vervoerscontract en een aanneming van werk.
- Geheel = meer dan som van de delen, die minstens in de geest van de parijen, niet los van
elkaar kunnen worden gezien.
3. Kwalificatie van contracten
3.1 Combinatie, absorptie en zelfstandigheid
Reële wereld contracten niet op te delen in strikte cat. zoals koop, huur en aanneming => kwalificatie
contract vaak niet zwart-wit, omdat het kenmerken vertoont van verschillende courante
overeenkomsten, verschillende factoren die kwalificatie beïnvloeden.
- Vb: kwalificatie als koop/aanneming. Aanneming van werk = feit dat je prestatie verricht en
daarvoor een prijs krijgt. Bij aannemingsovereenkomst als je bij materiële prestatie ook
materialen levert (vb: aannemer huis laten bouwen, vaak levert aannemer de materialen zelf
=> niet altijd zo: vb: stof zelf kopen voor klerenmaker), als aannemer materialen zelf levert, is
dat dan geen koop? Want is eigenlijk eigendomsoverdracht van die materialen. Discussie => 3
mogelijkheden: overeenkomst die kenmerken vertoont van 2 benoemde overeenkomsten
(aanneming met levering materiaal = kenmerken aanneming + kenmerken koop).
- Rechtsregels die gelden voor deze hybride contracten, kunnen worden bepaald adhv 3
methodes: combinatie-, absorptiemethode en kwalificatie als eigensoortige overeenkomst
1ste cat: in 1 contract verschillende verbintenissen opgenomen, die elk voor zich tot benoemde
overeenkomsten kunnen worden herleid en die naast elkaar bestaan, zonder elkaar voor de voeten te
lopen => zuiverste (zeldzame) verschijningsvorm van het gemengd contract.
- Combinatiemethode aangewezen: waarbij regels van samenstellende benoemde
overeenkomsten worden toegepast op de corresponderende onderdelen van de gemengde
overeenkomst => op elk deel van de overeenkomst de relevante regels toepassen
o Vb: hotelovereenkomst: kamer is huur onroerend goed. Hoort er ook bij:
schoonmaken, ontbijt,… dit is koop. Gebruik van kluis, is bewaargeving => aspecten
van verschillende overeenkomsten => combinatietheorie: regels van verschillende
overeenkomsten toepassen.
o Bij sommige contracten kan dit niet: bij aanneming van werk moeilijk => alles spreekt
elkaar tegen. Levering, risico-overdracht, zekerheden,... Allemaal anders geregeld.
- Concrete resultaat combinatiemethode: dat elk onderdeel van een gemengd contract wordt
gekwalificeerd als ware het een apart tussen de partijen gesloten contract. Deze methode
werkt echter niet, wanneer de regels van verschillende benoemde contracten onverenigbaar
zijn met elkaar vb: koop en aanneming van werk.
o Wellicht meest voor de hand liggende methode => kan vb: op hotelcontract zonder
problemen worden toegepast
2de cat: in 1 contract verschillende verbintenissen opgenomen, die elk voor zich tot benoemde
overeenkomsten kunnen worden herleid, maar de rechtsregels die elk onderdeel op zich zouden
beheersen indien het een apart contract was zijn niet of moeilijk met elkaar verenigbaar.
, - Ook mogelijk dat één/meer van de samenstellende onderdelen van het gemengd contract op
zich worden beheerst door dwingend recht, zodat niet anders kan worden gedaan dan het
contract opdelen in segmenten => komt vaak voor bij vervoersovereenkomsten.
ð Toepassing van de absorptiemethode aangewezen, waarbij enkel rekening wordt gehouden met
de regels van de benoemde overeenkomst, die het zwaarst doorweegt in de verhouding tussen
de contractanten. Andere onderdelen van het contract worden opgeslorpt in het geheel. Oa geval
bij combi van koop en aanneming => stuk aanneming zal koop opslorpen, het materiële werk dat
aannemer levert is specifieker dan het generieke overdracht van eigendom (kan omgekeerd zijn
ook). Probleem methode: zo’n overwicht moet duidelijk aanwezig zijn => niet altijd het geval.
ð Theoretisch gezien zijn de combinatie- en absorptiemethodes volwaardige alternatieven, eentje
kiezen. Maar is niet noodzakelijk, omdat ze elkaar in praktijk eerder aanvullen dan beconcurreren.
Aanneming bouwwerken => bijz. wetgeving, nl. Wet Breyne = moeilijk. Probleem: je laat huis bouwen,
dus naar aannemer => heeft grote vrijheid tijdens uitvoering werk (onderscheidscriterium met arb.ov,
waar uitvoerder onder gezag staat van WG). Inbreng aannemer, materiële werk = doorslaggevend ó
feit dat bakstenen, dakpannen etc. worden geleverd => dus bij aanneming normaal geen discussie.
- Maar, huis besteld waarvan op voorhand al geweten is hoe het eruit ziet vb: wijk met allemaal
dezelfde app. Klant heeft mogelijkheid enkele specificaties te doen, maar grote lijnen vast. .
Wat is dan nog verschil met zo’n huis kopen als het af is/bestelling die nog gebouwd moet =>
onderscheid minder evident, Koop-op-plan. Ene absorbeert toch het andere => kijken naar
kwalificatie die partijen er aan gaven => verkoper wil er graag koop van toekomstige zaak van
maken (ó aannemingsovereenkomst) => om art. 1792 BW ivm architect en aansprakelijkheid
te ontwijken, regels aansprakelijkheid bij koop verschillen totaal van die van aanneming
bouwwerken => afh van kwalificatie verander je heel bewust de spelregels.
o 1792 BW: bouwwerken van woning => art. altijd van toepassing, of het nu koop of
aanneming is => slim gespeeld. Dus kwalificatieproblematiek toch niet onderschatten
Als geen van beide methodes een oplossing biedt, het is 50/50, kan de overeenkomst alsnog worden
gekwalificeerd als eigensoortig (sui generis). Regels van benoemde overeenkomsten, waarvan
gemengde overeenkomst karakteristieken overnam, kunnen dan nog naar analogie worden toegepast.
Deze methode biedt zeker subsidiair een oplossing => kan in praktijk tot problemen leiden.
3.2 Invloed van de kwalificatie door de contractanten
Contractuele vrijheid laat partijen toe om in beginsel de kwalificatie te kiezen, soms is dit een poging
om contractueel bij voorbaat verwarring te voorkomen, soms een uitvlucht om te ontsnappen aan
dwingende regelgeving die soms als te streng wordt ervaren.
- Als partijen aan hun overeenkomst een uitdrukkelijke kwalificatie hebben gegeven, is rechter
daar niet door gebonden, kan contract in een andere cat. onderbrengen. Hij kan echter pas
anders kwalificeren als hij vooraf vaststelt dat één/meerdere elementen van de overeenkomst
niet verenigbaar zijn met de kwalificatie die de partijen eraan gaven. Anders schendt hij het
beginsel van de bindende kracht van de overeenkomst (1134 lid 1 BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentvub. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.11. You're not tied to anything after your purchase.