Test Bank For Stahl's Essential Psychopharmacology Neuroscientific Basis and Practical Applications 5th Edition | Complete Guide 2024
TB Stahls Essential Psychopharmacology 4th Edition Test Bank | Questions And Answers Graded A+
TEST BANK FOR STAHL'S ESSENTIAL PSYCHOPHARMACOLOGY: NEUROSCIENTIFIC BASIS AND PRACTICAL APPLICATIONS 4TH EDITION
All for this textbook (36)
Written for
Maastricht University (UM)
Gezondheidswetenschappen
Psychomedische problemen (3004)
All documents for this subject (16)
Seller
Follow
merel_spiekerman
Reviews received
Content preview
H7 – Antidepressiva
Doel van behandeling is complete remissie van de depressieve klachten, en waarbij remissie
wordt behouden. Tegenwoordig wordt gezien dat placebo bijna net zo goed werkt als
antidepressiva, dit komt waarschijnlijk omdat in trials niet realistische patiënten worden
gebruikt. Dit geeft veel controversie.
Slechts 1/3 van de patiënten komt in remissie bij hun eerste behandelingen met
antidepressiva. Belangrijktste symptomen die overblijven zijn insomnia, moeheid, fysieke
klachten en concentratieproblemen, interesseverlies en motivatieverlies. Depressieve
stemming, suïcide gedachtes en psychomotore klachten verdwijnen vaak wel. Er is wel vaak
sprake van veel relaps. De kans op relaps is groter als er meer behandeling nodig is om in
remissie te komen.
Klassen
De klassieke antidepressiva blokkeren een of meer van de transporters van serotonine,
noradrenaline of dopamine. Het blokkeert de transporters meteen maar effect zie je pas een
tijd later. Dit komt waarschijnlijk omdat er adaptatie plaats moet vinden voor de sensitiviteit.
Door de veranderingen van receptor aantal of sensitiviteit komen er veranderingen in
genexpressie.
Selectieve serotonine reuptake inhibitors (SSRI)
Gebruikt voor behandeling van major depressieve stoornissen, angststoornissen en ook voor
premenstruele dysfore stoornis, eetstoornissen etc. Er zijn 6 stoffen die in deze groep horen.
Er zijn wel verschillende farmacologische eigenschappen.
Ze inhiberen de opname van serotonine door inhibitie van SERT. De werking is dus op het
presynaptische axon terminal. Het heeft ook effect op de somatodendritische eindes van
serotonine neuronen. Als serotonine stijgt bij de 5HT1a autoreceptoren worden deze
gestimuleerd. Dit kan uiteindelijk zorgen voor de bijwerkingen van SSRI. Deze worden
uiteindelijk ongevoelig en minder aanwezig. Als de 5HT1a receptoren minder gevoelig zijn
kan het zijn eigen distrubtie niet meer inhiberen. Dit zorgt voor meer impulsen en 5HT
release. Uiteindelijk zal er dus veel serotonine in de synaps zijn. Dit zorgt ervoor dat het
postsynaptische neuron zal downreguleren. Dit hangt samen met het beter tolereren van de
bijwerkingen van SSRI’s.
Fluoxetine
SSRI met 5HT2c antagonisme, hierdoor komt er meer dopamine en noradrenaline vrij. Dit
maakt het waarschijnlijk meer dragelijk dan andere middelen. 5HT2c antagonisme zorgt voor
activatie, wat goed is voor mensen met slaperigheid en dat soort symptomen. Voor mensen
met agitatie etc. is het minder voordelig. Daarnaast is het een zwakke noradrenaline
reuptake inhibitor, wat kan uiten bij hoge dosis. Doordat het een lange halfwaardetijd heeft,
kan je moeilijk ontwenningsverschijnselen krijgen.
, Setraline
SSRI met DAT inhibitie en sigma-1-receptor binding. DAT inhibitie kan leiden tot energie,
motivatie en concentratie verbetering. Hoe goed dit bij dit middel werkt is niet bekend. Wat
signma-1- receptor blokkade doet, is niet helemaal begrepen. Het kan bijdragen aan het
anxiolytische effect.
Paroxetine
SSRI die ook gebruikt wordt bij angstsymptomen. Het is kalmerend. Dit komt waarschijnlijk
door milde antcholinergische werking. Het heeft ook een milde ENT inhibitie eigenschap,
wat kan helpen bij depressie, zeker in hoge dosis. Paroxetine zorgt voor inhibitie van NO
synthese. Dit kan zorgen voor seksuele dysfunctie. Het kan bij plots zorgen voor ontwenning.
Fluvoxamine
SSRI met sigma-1-receptor blokkade. Deze receptor wordt gelinkd aan angst en psychose.
Het is nu ook beschikbaar als langzaam afgevend middel, waardoor het niet meer twee keer
per dag hoeft worden ingenomen.
Citalopram
Bestaat uit twee enantiomeren (R en S). Het werkt niet echt goed bij lage dosis, bij hoge
dosis geeft het QTc verlening en dat maakt het niet echt handig.
Escitalopram
Dit is eigenlijk alleen de S enantiomeer van citalopram. Hierdor is er geen antihistamine
eigenschap meer at leidt tot QTc verlening. Het inhibeert SERT.
Serotonine partiële antagonisten/reuptake inhibitors (SPARI)
Valizodon combineert SERT inhibitie met 5HT1a partiële agonisme. Hierdoor worden de
antidepressieve eigenschappen van SERT-inhibitie en tolerantie.
Serotonine-noradrenaline reuptake inhibitors (SNRI)
SERT inhibitie met NET inhibitie. Het zou beter moeten werken omdat het elkaar versterkt.
SNRI worden ook gebruikt bij chronische pijn stoornissen. Hiervoor wordt SSRI niet gebruikt.
Naast noradrenaline en serotonine wordt ook dopamine in de PFC beïnvloedt. Dit gebied
speelt een cruciale rol bij een aantal symptomen van depressie. Er zijn weinig DAT’s in de
dopamine neuronen van de PFC. DA difuseert weg en COMT breekt dan af. Daarnaast kan
het worden opgenomen via NET. Door de blokkade hiervan wordt dopamine dus ook niet
meer opgenomen en is er meer in de synapsspleet.
Venlafaxine
Afhankelijk van de dosis heeft dit verschillende mate van 5HT reuptake en NE reuptake. Het
wordt ook gebruikt bij angststoornissen.
Desvenlafaxine
Is een metaboliet van venlafaxine. Dit heeft meer NET inhibitie gezien tot SERT inhibitie in
vergelijking met venlafaxine. Het kan mogelijk ook gebruikt worden voor het behandelen
van vrouwen met VMS in de overgang.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merel_spiekerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.