Samenvatting van de leerstof voor het tentamen 'Gezond Leven' van studierichting Toegepaste Psychologie Duaal aan te Hogeschool Leiden. Betreft samenvatting van de door HSL aangedragen leerstof uit de boeken 'Lekker belangrijk' en 'Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering'. 8,7 behaald voor di...
Samenvatting
Lekker belangrijk
Leefstijl en gezondheidsbevordering van jongeren
1 Gezondheid en gezondheidsbevordering
1.1 Visies op gezondheid, welzijn en ziekte
Er zijn meerdere definities van gezondheid, de nadruk ligt steeds op een ander aspect.
Dit heeft gevolgen voor hoe gezondheid wordt ervaren.
Definitie van Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) 1948: ‘Gezondheid is een toestand
van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de
afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken’. De vraag is of volledig welzijn
wel haalbaar is. Er komt steeds meer discussie over deze definitie.
In de verschillende definities komt naar voren dat gezondheid iets te maken heeft met
zowel lichamelijk als geestelijk en sociaal welzijn.
Positieve gezondheid
Gezondheid is niet statisch maar dynamisch -> Gezondheidsraad 2010.
Gezondheid volgens Huber 2011 -> het vermogen zich aan te passen en een eigen regie
te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
Ruwaard 2012 -> gezondheid kan worden gezien als een situatie van evenwicht, die
wordt bepaald door de omstandigheden waarin mensen verkeren en het vermogen dat
zijzelf bezitten, of zich met behulp van anderen kunnen verwerven, om zich te verweren
tegen verstoringen.
1.2 Het ontstaan van erfelijke, aangeboren en besmettelijke ziekten
Erfelijke ziekten
Ontstaan door ons erfelijk materiaal en zijn altijd aangeboren, maar niet alle aangeboren
ziekten zijn erfelijk (kunnen ook tijdens zwangerschap ontstaan). Kunnen overgedragen
worden van ouder op kind of ontstaan door mutatie.
Genetisch bepaald
DNA is erfelijk materiaal en ligt gerangschikt in chromosomen in onze cellen. Elke celkern
heeft 23 paar chromosomen (elk paar 1 van de moeder en 1 van de vader). Het 23 e paar
= geslachtschromosoom.
Vrouw: 2 X-chromosomen.
Man: X- en Y-chromosoom.
DNA bestaat uit verschillende stukjes -> de genen. Deze genen bepalen onze
eigenschappen (kleur ogen/haar, erven eigenschappen en aandoeningen van ouders
over).
1.3 Oorzaken en gevolgen van ziekten
Ziekten kunnen op verschillende manieren ontstaan.
Unifactorieel = 1 oorzaak.
Multifactorieel = meerdere oorzaken.
Oorzaak van binnenuit = endogeen.
Oorzaak van buitenaf = exogeen.
Psychogene factoren kunnen aanleiding zijn tot lichamelijk ziek worden
(psychosomatische aandoeningen).
1
,Maatschappelijke factoren spelen ook een rol bij het ontstaan van ziekten. Mensen met
een lage sociaaleconomische status hebben meer kans om ziek te worden en eerder te
overlijden.
Oorzaken van ziekten
Ziekten indelen naar oorzaak is riskant. Om inzicht te geven kan onderstaande indeling
van oorzaken worden gehanteerd.
Aangeboren -> afwijking door ontwikkelingsstoornis van de vrucht.
Erfelijk -> Ontstaat door afwijking in het DNA.
Infectieus -> door schadelijke micro-organismen (bacteriën, virussen).
Immunologisch -> door gebrekkige afweer/antistoffen tegen eigen weefsels.
Neoplastisch -> ontstaan van tumoren.
Traumatisch -> afwijkingen/ziekten door ongeluk, geweld, verwoningen.
Toxisch -> door vergiftiging.
Metabool -> te maken met de stofwisseling.
Allergie -> overgevoeligheid voor een stof, waarop afweermechanisme reageert.
Degeneratief -> door achteruitgang kwaliteit van weefsel (leefstijlfactoren).
Psychogeen -> door psychische factoren.
Iatrogeen -> ontstaan door de behandeling.
Als iemand 2 of meer ziekten heeft wordt dit co-morbiditeit of multi-morbiditeit
genoemd.
Co-morbiditeit: meerdere aandoeningen gerelateerd aan (chronische) ziekte.
Depressie bij dementie.
Multi-morbiditeit: meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig
Parkinson en incontinentie.
In Nederland zijn er grote gezondheidsverschillen. Denk hierbij aan verschillen tussen
geslacht, burgerlijke staat en etnische afkomst. De verschillen in gezondheid die
samenhangen met de verschillen in sociaaleconomische status is het grootst.
Geslacht
Mannen leven korter dan vrouwen (levensverwachting M 78,8/ V=82,7).
Oestrogeen beschermt tegen aderverkalking. Levensstijl speelt ook een rol (mannen
roken en drinken meer en vertonen meer roekeloos gedrag). De verschillen worden
kleiner (deels doordat er nu meer vrouwen roken).
Burgerlijke staat
Singels leven korter. Mensen met een levenspartner hebben een betere gezondheid,
kleinere kans op sterfte, roken minder en hebben meer psychosociale steun.
Etniciteit
Er zijn verschillen tussen groepen mensen met een Nederlandse en mensen met een
migratie-achtergrond. Diabetes komt meer voor onder Turken, Marokkanen en
Surinamers. Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen rapporteren meer
gezondheidsklachten dan Nederlanders; zij voelen zich minder gezond.
De sterfte onder Marokkaanse mannen vanaf 45 jaar ligt later dan onder mannen met
Nederlandse achtergrond.
Gegevens over ziekten en gezondheid van mensen met een niet-westerse achtergrond
zijn nauwelijks beschikbaar. Wel is bekend dat zuigelingsterfte en perinatale sterfte
hoger ligt dan in westerse gebieden.
Sociaaleconomische status (SES)
Deze wordt bepaald door materiële omstandigheden, vaardigheden, capaciteiten en
kennis en het sociale netwerk, en de status en macht van mensen in dat netwerk. SES en
gezondheidstoestand zijn aan elkaar gerelateerd.
In NL zijn er aanzienlijke verschillen in gezondheid tussen verschillende SES-groepen.
2
,Cijfers 2009-2012:
Levensverwachting van hoogopgeleide mensen is hoger van die van laatopgeleide
mensen.
Hoogopgeleide mannen: 82 jaar
Laagopgeleide mannen: 75 jaar
Hoogopgeleide vrouwen: 86 jaar
Laagopgeleide vrouwen: 80 jaar
Laagopgeleide mensen krijgen vroeger in hun leven met bekeringen, chronische ziekten
en geestelijke problemen te maken.
Gevolgen van ziekte
De gevolgen van ziekte kunnen individueel en maatschappelijke (grote)gevolgen hebben.
Individueel: minder ontwikkelingsmogelijkheden, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit, pijn
en overlijden.
Maatschappelijk: volksgezondheid, kosten door zorg, behandeling en ziekteverzuim.
Ziektelast = het aantal gezonde levensjaren dat een populatie verliest door ziekten.
Ziektelast geeft aan welke invloed ziekten hebben op de volksgezondheid. Ziektelast
wordt uitgedrukt in DALY’s (Disability-Adjusted-Life-Years).
Het individu
Ziekte heeft niet alleen lichamelijke gevolgen, maar ook psychische en sociale. Hoe
ziekte wordt ervaren, wisselt per individu, is tijd- en plaatsgebonden en kan verschillen
per cultuur of sociale groep.
Psychische gevolgen:
Psychische en lichamelijke ziekten kunnen psychische gevolgen hebben. Piekeren over
gezondheid, angst, zorgen en depressie kunnen het dagelijks leven en functioneren
beïnvloeden.
Sociale gevolgen:
Vooral langdurige of ziekten met ernstige verschijnselen kunnen gevolgen hebben voor
iemands relatie en sociale contacten (partner kan het niet aan/zieke niet in staat contact
te onderhouden).
Als iemand niet meer kan werken kan dit leiden tot minder inkomsten, eenzaamheid en
nutteloos voelen in de maatschappij.
De maatschappij
Ziekten hebben grote maatschappelijke gevolgen; ze zijn van invloed op de
volksgezondheid en veroorzaken hoge kosten. Kosten 2010 €87,6 miljard. Ziekteverzuim
leidt tot kosten voor werkgevers en de overheid.
Volksgezondheid: gezondheidstoestand van een populatie en factoren die deze toestand
beïnvloeden.
Deze factoren zijn: de ziekte zelf en de gevolgen die het heeft voor het functioneren en
de kwaliteit van leven, gedrag (roken/eten/bewegen), omgeving(sociaal/fysiek) en
persoonsgebonden factoren (aanleg, geslacht).
Preventie, zorg en externe ontwikkelingen (bijv. technologie) hebben ook invloed op de
gezondheid.
Het beleid van de overheid en gezondheidsorganisaties is ook van beland.
3
, Om iets te kunnen zeggen over de gezondheidstoestand van een populatie is het
belangrijk dat cijfers gehanteerd worden die onderling te vergelijken zijn -> DALY en
QALY.
Draagkracht en Draaglast
2 termen die bepalend zijn bij hoe iemand de ziekte ervaart.
Draaglast = letterlijk de last die iemand te verdragen krijgt.
Draagkracht = letterlijk de kracht die iemand heeft om lasten te dragen.
Factoren die van invloed zijn op de draaglast
Daaglast is nooit objectief vast te stellen. Mensen ervaren ziekten verschillend. Factoren
die een rol spelen zijn:
Ernst ziekte
Symptomen
Mate van invaliditeit
Prognose (iemand die weet dat hij beter wordt zal anders tegen de ziekte
aankijken dan iemand die weet dat hij overlijdt).
Bijkomende problemen
Factoren die van invloed zijn op de draagkracht
Persoonlijke weerbaarheid (karakter, gemotiveerd, coping, assertief).
Sociale omgeving (steun?).
Kennis van de ziekte (duidelijkheid verhoogt vaak de draagkracht).
Draaglast groter dan de draagkracht -> onbalans.
SSKK-model geeft invulling aan het draagkracht/last-principe. Het staat voor steun,
stress, kracht en kwetsbaarheid. Het gaat om evenwicht tussen deze factoren.
Niet alleen de ernst van de ziekte is van belang maar ook de manier waarop iemand
daarmee omgaat en hoe hij zich gesteund voelt.
1.4 Leefstijlproblemen
Leefstijl: persoonlijke manier van leven die beïnvloedt wordt door iemands cultuur,
levensloop, persoonlijke geschiedenis en opvattingen.
Een gezonde leefstijl bevordert de gezondheid en kan problemen op latere leeftijd
voorkomen. Overheid besteedt hier veel aandacht aan d.m.v. campagnes.
Roken
Roken kan op den duur leiden tot ernstige gezondheidsproblemen: hart- en vaatziekten,
longkanker, mond- en keelkanker en COPD.
Drugs
Zijn middelen die de hersenen prikkelen waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten
optreden. Ze kunnen verslavend zijn en op den duur leiden tot lichamelijke, psychische
en sociale problemen. De gevolgen verschillen per drug.
Cocaïne en amfetamine: stimulerend (gevoel van meer energie).
Heroïne: verdovend, kalmerend en ontspannende werking.
Lsd, hasj, cannabis, paddo’s: bewustzijnsveranderend (je gaat de wereld anders
zien).
Cannabis is de meest gebruikte drug.
Feiten 2014:
- Kwart van de NL bevolking heeft ooit wel eens cannabis gebruikt.
- 1% blowt dagelijks,
- Amfetamine en cocaïne ligt gebruik onder de 1%.
- Gebruik komt vaker voor bij mannen dan vrouwen.
- Gebruik is het hoogst onder twintigers.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NW24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.