100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Consumentengedrag, de basis $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Consumentengedrag, de basis

 93 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van H15, H16 en H17 uit het boek Consumentengedrag, de basis van André Weber.

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • H15, h16 en h17
  • June 13, 2018
  • 24
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Consumentengedrag, de basis
Hoofdstuk 15: marketingcommunicatie en
consumentengedrag
Dagelijks wordt de consument met allerlei uitngen van communicate van bedrijven geconfronteerd.

15.1 Diverse vormen van communicatie
Bij communicate gaat het om de overdacht van informate  kan verlopen tussen twee mensen,
tussen groepen of tussen organisates. In de marketng vindt er communicate plaats tussen een
bedrijf en een groep consumenten als men een advertente plaatst.

 Persoonlijke communicate: vindt communicate plaats tussen twee personen  verkoper
en (potentilee klant. De informate die wordt overgedragen, moet breder worden opgevat
dan alleen informeren. Boodschap kan bestaan uit
o Zakelijke mededeling (wij zijn geopend van 9.00 tot 17.00e
o Men kan ook gevoelens meedelen (ik voel me neerslachtge
o Men doet een verzoek (zou u hier niet willen roken?e
o Een aansporing (koop dit merke
o Stelt een vraag (kent u merk X?e
De informate bestaat uit tekens:
o Woorden (gesproken of geschreven taale
o Afeeldingen (tekeningen, fotosse
Gesprek tussen vrienden of een verkoopgesprek  voorbeelden.

 Onpersoonlijke communicate: men maakt gebruik van een medium dat de drager is van de
boodschap. Het medium overbrugt de afstand tussen zender en ontvanger.
o Brief, telefoon, krant, radio en televisie.
Bij massacommunicate maakt men maakt gebruik van een medium waarmee in een keer een
groot aantal personen bereikt kan worden.

Reclame is een vorm van marketngcommunicate. Via marketngcommunicate  producent of
detaillist wil communiceren over producten/diensten. Doel is publiek te beïnvloeden, gunstg te
stemmen voor een product en het tot koop proberen over te halen.
Onderscheid gemaakt tussen:
 Themacommunicate: doel heef vooral de kennis en de attude van de doelgroep te
beïnvloeden.
o Kan direct de verkoopbevordering ondersteunen.
 Actecommunicate: men wil direct het koopgedrag beïnvloeden.
o Prijsverlagingen, spaaractes, wedstrijden of cadeaus meegeven.
o Deze vormen van actecommunicate wordt ook wel promotes genoemd: actes die
de consument een tjdelijk voordeel geef.
o Heef gevolgen voor de kennis over en de attude ten opzichte van het merk  een
merk dat een aardigheidje uitdeelt, bevordert de merkherinnering en de positeve
beoordeling.

Corporate communicate  een bedrijf kan zijn producten in de communicate centraal stellen, maar
ook zichzelf in de schijnwerper zeten. Het bedrijf en zijn beleid staan centraal. Het bedrijf wil een
goed image vestgen bij de diverse doelgroepen van wie het bedrijf zijn voortbestaan afankelijk is.

,Public relation langer bestaand begrip voor contact van de organisate met diverse publieksgroepen.
Public relatons vindt niet elke communicatedeskundige een juist begrip om de relates die een
organisate met alle van belang zijnde groepen heef, aan te duiden  verschillende betekenissen en
omvat niet alle mogelijke relates.

Public afaires  contacten met de overheid en maatschappelijke organisates.

Propaganda heef zelfde doel als public relatons  mensen tot een gunstg standpunt overhalen.
Propaganda heef meer een dwingend karakter: sterk ‘gekleurdes voorlichtng.

Tegenover communicatevormen, waarbij men de bedoeling heef mensen te beïnvloeden 
voorlichtende communicate. Consumentenorganisates geven zo objectef mogelijk informate over
producten en merken. Wijzen op voor- en nadelen en laten consument vrij in zijn keuze.




15.2 Model
van het communicatieproces
Het communicateproces kan worden weergegeven in een model dat bestaat uit:
 Communicatebron of –zender die bepaalde informate wil meedelen;
 Boodschap: de informate die de zender wil overbrengen;
 Medium: het communicatekanaal dat wordt gebruikt voor het overbrengen van de
boodschap;
 Ontvanger: degene die kennis neemt van de boodschap via een bepaald medium.

In de communicate zijn drie processen te onderscheiden:
 Het coderingsproces: de zender moet zijn bedoeling omzeten in symbolen en tekens die de
boodschap gaan vormen. Zodanige reclameboodschap maken, dat daarin de kwaliteit en de
naam van het product duidelijk naar vorenkomen.
o Gebruikgemaakt van woorden en afeeldingen om de bedoeling over te brengen.

 Het decoderingsproces: speelt bij de ontvanger af. De tekens en symbolen die in de
boodschap worden gebruikt, leiden bij de ontvanger tot interpretates, gedachten en
gevoelens. Bij marketngcommunicate moet de interpretate leiden tot acte, het liefst tot
het kopen van het aanbevolen product.

 Het feedbackproces: de zender krijgt op een of andere manier zicht op het efect van zijn
communicateboodschap. Het communicateproces loopt bij feedback in omgekeerde
richtng.
o Bij persoonlijke communicate kan de zender direct waarnemen via
gelaatsuitdrukkingen en gebaren hoe zijn boodschap is overgekomen. Ook mogelijk

, dat ontvanger vragen stelt of de zender stelt zelf vragen om het efect van zijn
boodschap na te gaan.
o Bij massacommunicate (krant of televisiee kan de zender niet direct de reactes van
de ontvangers waarnemen. Vormen van feedback vinden dan vertraagd plaats. Bij
reclame wordt via marktonderzoek c.q. reclameonderzoek inzicht verworven in de
reactes van de consumenten.

Nadelig verschijnsel  ruin. Ruis verstoort het communicateproces en kan ertoe leiden dat de
boodschap niet overkomt zoals de zender had bedoeld.

Ruin bij de zeoder  een verkeerd idee hebben over wat wordt gecommuniceerd, het niet goed
coderen.
Ruin bij medium  een te groot aanbod van advertentes. Ze negeren de boodschap of geven er een
verkeerde betekenis aan.
Ruin bij feedback  het marktonderzoek kan bijvoorbeeld een slecht beeld geven van de
consumentenreactes.

15.3 Zenderfactoren
Een consument kan zijn informate over producten en diensten van allerlei bronnen krijgen 
cimmerciële briooeo (advertentes, promotes en verkoperse, oeutrale briooeo (kranten en
consumententjdenschrifene en perniiolijke briooeo (gezinsleden en vriendene.

Commerciële bronnen
Bij het commerciile beïnvloedingsproces zijn verschillende instantes en personen die als
communicatebron kunnen worden beschouwd  bedrijf, vertegenwoordigers van het bedrijf,
ingehuurde promotors, sommige media en de detaillist.

Bij persoonlijke verkoop zal een verzekeringsagent die betrouwbaar overkomt een grote kans van
slagen hebben. In reclame voor televisie, kranten en tjdschrifen maakt men vaak gebruik van
bekende Nederlanders, die een bepaald merk promoten. Media  tussenschakels tussen bedrijven
en consumenten.

Detaillisten dienen vaak als bron voor marketngcommunicate. Een winkel met een goede reputate
kan gemakkelijker minder bekende merken verkopen dan een winkel met een geringere reputate.
De consument krijgt vak via verschillende bronnen informate en wordt van verschillende kanten
beïnvloed in zijn keuze.

Pieters en Van Raaij onderscheiden op basis van een indeling van Rossiter en Percy vier
eigenschappen die kenmerkend zijn voor de presentator, namelijk:
 Bekendheid;
 Geloofwaardigheid;
 Aantrekkelijkheid;
 Macht.

Ook geven zij aan welke reclamedoelstelling het beste bij een eigenschap past. Bij een lage
betrokkenheid zal de consument de deskundigheid en fysieke aantrekkelijkheid van de
zender/presentator belangrijk vinden. Bij een hoge betrokkenheid wordt meer gelet op de inhoud en
de argumenten van de boodschap; deskundigheid, objectviteit en gelijkheid zijn dan belangrijker.

Eigenschappen van presentator Communicateeoelstellingen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larissakoster11. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  7x  sold
  • (0)
Add to cart
Added