Samenvatting van les 2 Celbiologie over organellen. Samenvatting is geschreven aan de hand van de leerdoelen uit de les. Aantekeningen en het boek Cambell biology zijn gebruikt. Alles over de organellen en het endomembraan systeem, de endosymbiose theorie en de onderlinge samenhang van de organelle...
Organellen
Bouw en functie van membranen en de extracellulaire matrix.
Om een cel zit het plasmamembraan wat bestaat uit
fosfolipiden. Tussen de fosfolipiden van het
plasmamembraan zitten eiwitten en eiwitpoorten.
Aan de eiwitten zitten soms koolstofketens die zich
vast zetten aan de cellulaire matrix.
De eiwitten in het plasmamembraan dienen als
receptor, ze zorgen voor transport van polaire
stoffen en grote moleculen. Kleine polaire stoffen
kunnen door het plasmamembraan, grotere (polaire)
stoffen kunnen dat niet.
Extracellulaire matrix
De extracellulair matrix zit tussen twee cellen in en houdt de cellen bij elkaar. De
belangrijkste delen van de ECM zijn glycoproteïnen (eiwitten met covalent gebonden
koolhydraten) en andere koolhydraat bevattende moleculen die door de cellen worden
uitgescheiden. Het meest voorkomende glycoproteïne in de ECM is collageen, wat sterke
vezels buiten de cellen vormt. De collageenvezels zitten in een geweven netwerk van
proteoglycanen. Een proteoglycan is een groot molecuul dat eiwitten bevat met veel
koolhydraat ketens hier aan gebonden.
Sommige cellen zijn aan de ECM gehecht door ECM-glycoproteïnen zoals fibronectine.
Fibronectine en andere ECM-eiwitten binden aan receptoreiwitten (integrinen) die in het
plasmamembraan zijn ingebouwd. Deze verbinding kan signalen overbrengen tussen de cel
zijn externe en interne omgeving.
Door via integrinen met een cel te communiceren, kan de ECM het gedrag van een cel
reguleren. Cellen in dieren en planten zijn georganiseerd in weefsels, organen en
orgaansystemen. Aangrenzende cellen hechten, werken samen en communiceren vaak met
elkaar door direct fysiek contact.
Cytoplasma en cytosol
Alles binnen het plasmamembraan met uitzondering van de celkern word het cytoplasma
genoemd.
Het cytosol is een gelachtige vloeistof in de cel waar water met eiwitten, ionen, kleine
moleculen en macromoleculen zijn opgelost. Het cytosol is
alles binnen het plasmamembraan exclusief de
organellen/celstructuren maar inclusief de celkern.
Cytoplasma is dus overal binnen het plasma membraan
(exc. kern) en cytosol overal binnen het plasma membraan
maar exc. de organellen, incl. de kern. Cytoplasma is dus
wel in de organellen/celstructuren.
Celwand
Planten, prokaryoten, protisten en schimmels hebben
celwanden. Dat is een van de kenmerken die plantencellen
, onderscheiden van dierlijke cellen. De celwand beschermd de plantencel, zorg voor het
behoud van zijn vorm en voorkomt overmatige opname van water. Celwanden zijn veel
dikker dan het plasmamembraan. De exacte chemische samenstelling van de wand varieert
van soort tot soort en zelfs van het ene celtype tot het andere in dezelfde plant.
Tussen de primaire wanden van aangrenzende plantencellen bevindt zich de middellamel,
een dunne laag van polysachariden genaamd pectine. De middellamel plakt aangrenzende
cellen aan elkaar.
Wanneer de cel volwassen is en stopt met groeien versterkt de celwand. Sommige
plantencellen doen dit door verhardende stoffen in de primaire wand af te scheiden. Andere
cellen voegen een secundaire celwand toe tussen het plasmamembraan en de primaire
wand. De secundaire wand biedt bescherming en ondersteuning aan de cel. Hout bestaat
vooral uit secundaire wanden.
Plasmodesmata
Veel plantencellen zijn geperforeerd met de plasmodesmata, wat de cellen verbind. De
plasmodesmata is een open kanaal door de celwand dat het cytoplasma verbind met
aangrenzende cellen. Het zorgt ervoor dat water, opgeloste stoffen en sommige grote
moleculen door de cellen kunnen passeren. Het plasmamembraan van aangrenzende cellen
bekleden het kanaal van de plasmodesmata
en zijn dus continu. Omdat de kanalen
gevuld zijn met cytosol, delen cellen dezelfde
interne chemische omgeving. Water en
opgeloste stoffen kunnen hierdoor vrij van cel
tot cel bewegen.
In dierlijke cellen zijn er drie type ‘’cel
junctions’’ namelijk tight junctions, gap
junctions en desmosomes. De drie typen cel junctions komen veel voor in epitheel weefsel,
wat het interne en externe oppervlak van het lichaam bekleed.
Bij tight junctions is het plasmamembraan van de naastgelegen cellen tegen elkaar aan
gedrukt dit zorgt ervoor dat er geen vloeistof kan lekken. Desmosomes bevestigen cellen
aan elkaar in sterke ‘’platen’’. Gap junctions verbinden cellen aan elkaar door een soort
porie. De membraan eiwitten creëren de poriën waar ionen, suikers, aminozuren en andere
kleine moleculen doorheen kunnen. Gap junctions zijn nodig voor de communicatie tussen
cellen.
Organellen en overige celstructuren van de eukaryote cel, functie en
onderlinge samenhang.
Een orgaan is een onderdeel van een organisme met een specifieke vorm functie. Een
organel is een membraan gebonden structuur met een gespecialiseerde functie binnen de
cel. Organellen zijn allemaal omringd door hun eigen membraan, en komen alleen voor bij
eukaryoten.
Geen enkel compartiment in de cel werkt alleen. Een voorbeeld hiervan is dat de macrofaag
bacteriën aanvalt en ze hierna vernietigd worden door lysosomen die worden geproduceerd
door het endomembraansysteem. De spijsverteringsenzymen van de lysosomen en de
eiwitten van het cytoskelet worden gemaakt door ribosomen. De synthese van deze eiwitten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Deempio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.