,Vormen van wetenschappelijk onderzoek
1. Wetenschappelijk onderwijsonderzoek
- Pragmatische indelen v wetenschappen
o Formele wetenschappen (theoretische basis)
Logica, wiskunde
o Empirische-formele wetenschappen (obv observaties)
Fysica, psychologie, chemie, biologie (onderwijsonderzoek + harde
wetenschappen) contrast?
Harde wetenschappen: consensus over object, methode,
theorievorming en verklaringsmodellen
Onderwijsonderzoek: geen consensus over bovenstaande elementen
of verschillende manieren zijn geaccepteerd
verschillende visies: objectivisme >< subjectivisme
Versch paradigma’s concepties over sociale werkelijkheid
o Hermeneutische wetenschappen (perceptie v geschreven teksten)
Rechtswetenschap, literatuurwetenschap
2. Objectivisme vs. Subjectivisme
- Verschillende concepties van de sociale wereld
o Realisme = de sociale wereld is als de natuurlijke wereld: objectief, hard
en extern aan de mens (bestaat er los van) objectivisme
Hypotheses testen, strak gecontroleerd
GOED ONDERWIJSONDERZOEK
Theoriegedreven hypotheses (= veronderstelling, verklaring die
nog niet vaststaat)
Experimenteel onderzoek (op random wijze verdelen in versch
groepen, standaard in labo om variabelen te controleren
(controlegroep + experimentele groep)
Gebruik van statistische analyses om effecten vast te stellen van
een interventie
Deductieve logica (algemeen concreet)(uit algemene theorieën
specifieke hypotheses halen + onderzoeken/testen)
Decontextualiseren generaliseren (context doet er niet toe)
kritiek: klopt dit wel??
o Nominalisme = de sociale wereld is zachter, persoonlijk en gecreëerd door
de mens; perceptie v sociale wereld is belangrijk en voor iedereen anders
subjectivisme (va 20e E)
In studieveld, niet gecontroleerd
GOED ONDERWIJSONDERZOEK
Observaties en percepties
In de natuurlijke context
Fenomenen vaststellen
Theorie ontwikkelen
Subjectieve benadering op Objectieve benadering op
sociale wetenschappen sociale wetenschappen
Nominalisme Ontologie (weergeven van Realisme
een set van concepten in een
(kennis)domein)
Anti-positivisme Epistemologie (oorsprong, Positivisme
aard en reikwijdte van onze
kennis onderzoekt)
Voluntarisme (de wil boven Human nature Determinisme (een
het intellect stelt) filosofisch concept dat stelt
dat elke gebeurtenis of
stand van zaken niet
zomaar willekeurig is, maar
een oorzaak heeft (bv.
erfelijkheid, mileu)
Ideografisch (studie van methodologie Nomothetisch (studie van
gedrag dat het individu uniek groepen om algemene
maakt) conclusies te kunnen trekken)
Gericht op toekomst Gericht op verleden (die
invloed heeft op heden)
Inductieve en deductieve logica in empirische cyclus
(’t Hart et al., 2005)
Vragen = hypotheses
cyclus doorlopen: theorie/hypothese w steeds meer generaliserend
, Cohen et al. : 8-fase model van wetenschappelijk onderzoek
1. Hypotheses/voorgevoel/gokken
2. Designen v experiment/samples nemen/variabelen isoleren & definiëren
3. Verbanden onderzoeken/patronen zoeken
4. Hypothese vormen om regelmatigheden uit te leggen
5. Uitleg + voorspellingen testen (falsifieerbaarheid? Mogelijk om tegendeel te
bewijzen)
6. Hypothese toetsen (klopt of niet?1. wetten stellen of 2. Hypothese verwerpen)
7. Generalisatie
8. Nieuwe theorie vormen
Onderzoekscyclus De Groot
1. OBSERVATIE
- Kennis over bepaald onderwerp bevat hiaten of is niet voldoende om vragen te
beantwoorden
explorerend onderzoek (er ontbreekt nog veel kannis = eerste fasen tt
formulering v theorie)
toetsend onderzoek (nodige kennis is al samengevat. Is het waar? = laatste
fasen v cyclus. Theorie evaluatie)
2. INDUCTIE van de veronderstellingen
= logische & methodologische wijze van redeneren
= begin nr het zoeken nr interpretatie of verklaring die deel uitmaakt v theorie
- Identificeert relevante verschijnselen + benoemt ze
- Bedenkt mogelijke empirische regelmatigheden + samenhangen
- Bijzonder algemeen
- Deterministische uitspraken (bestaan niet in de sociale werkelijkheid) <->
probabilistische uitspraken
- Theorie = samenhangend stelsel van uitspraken waarmee empirische
regelmatigheden beschreven, verklaard en voorspeld knn worden
- Vinden v theorie
- Afwegen v verschillende verklaringen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maglinehaeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.47. You're not tied to anything after your purchase.